Schatten van de aarde: de Waorani en hun strijd tegen de petroleros.

Blog

Schatten van de aarde: de Waorani en hun strijd tegen de petroleros.

In Ecuador wonen, naast de blanke, mestizo en afro bevolking, ook nog 14 inheemse bevolkingsgroepen. Eén daarvan is de Waorani nationaliteit, een bevolkingsgroep die leeft in de Amazone in het oosten van het land. De Wao, zoals ze ook genoemd worden, staan bekend als een volk van strijders, geïsoleerd en zelfstandig. Altijd hebben ze terughoudend gereageerd op contact met de buitenwereld, en al eeuwenlang verdedigen zij hun grondgebied tegen ongewilde binnendringers. Die buitenwereld hebben zij langs zien komen in de vorm van missionarisen, de dominante mestizacultuur, de staat en, de laatste decennia, multinationale petroleumbedrijven.

Rond de jaren ’50 van de vorige eeuw drongen voor het eerst petroleumbedrijven door tot het Wao-territorium. Vandaag de dag zijn er in vier verschillende gebieden van hun grondgebied bedrijven ruwe olie aan het ontginnen. Soms werd de toegang en toestemming voor hun activiteiten door die bedrijven afgekocht met onbenullige spullen: enkele pannen, wat zakken rijst, een voetbal. Sommige dorpen lieten het toe en hechtten zich aan de westerse ‘luxe’ die ze in handen kregen. Andere Wao verzetten zich hevig en blijven dat tot op de dag van vandaag doen. Het meest indrukwekkende voorbeeld van de weerstand tegen westerse invloeden komt van de Tagaeri-Taromenane; een afgescheurde clan van de Wao en de laatst overgebleven groepen in vrijwillige isolatie in Ecuador. Hun leefgebied is, gelukkig, onaanraakbaar verklaard. Helaas lost dat niet het probleem op voor de overige Wao.

Ecuador heeft de voorbije jaren vele verbeteringen doorgevoerd voor zijn inheemse bevolking: in ’98 werd conventie 169 van de ILO geratificeerd, een wettelijk bindend akkoord over de rechten van inheemse bevolkingsgroepen, waarin ook het recht op bezit van voorouderlijke grond is vastgelegd. 10 jaar later, in 2008, werd Ecuador uitgeroepen tot plurinationale staat – een enorme overwinning voor de inheemse beweging, niet hiermee haar rechten opnieuw bevestigd ziet. Eén van die rechten is, alweer, het recht op grondbezit. Sinds 1990 hebben de Wao 716000 hectare van een totaal van 2000000, wettelijk kunnen laten erkennen en laten verklaren tot beschermd reservaat. Maar - de adder onder het gras. De staat erkent weliswaar het recht op land, maar níet wat er ónder dat land zit: met andere woorden, alle waardevolle mineralen en andere bodemschatten zoals, inderdaad, petroleum, blijven eigendom van de staat. Dat is problematisch voor de Wao, want helaas voor hen zit hun grondgebied vól van het zwarte goud. Door de verwoesting van hun leefwereld zien de Wao hun hele cultuur en hun bestaansrecht bedreigd.

Hoop aan de horizon?

In 2007 werd een hoopgevend initiatief gelanceerd: Yasuní – ITT (ITT staat voor Ishpingo-Tambococha-Tiputini, de drie petroleumblokken in het gebied). Het Yasuní park is één van de meest biodiverse bossen ter wereld – één hectare telt bijvoorbeeld méér verschillende boomsoorten dan het hele Noord-Amerikaanse continent samen. Daarnaast is het het leefgebied van verschillende inheemse nationaliteiten, waaronder verscheidene Wao gemeenschappen – ook die van de Tagaeri en Taromenane. Yasuní herbergt echter ook 20% van de nationale voorraad petroleum; een gevaarlijke schat. In 2007 presenteerde president Correa voor de VN een revolutionair voorstel: hij zou de olie in het gebied onder de grond laten zitten, op voorwaarde dat de internationale gemeenschap zijn medeverantwoordelijkheid zou opnemen en gezamenlijk een inkomen zou voorzien dat minimaal gelijk staat aan de helft van wat de petroleum waard is. Door bijna 850 miljoen vaten onaangeboord te laten, wordt de uitstoot van meer dan 400 miljoen kubieke meter CO2 voorkomen. Het idee is gebaseerd op het ‘cap & trade’-principe: geïndustrialiseerde landen die te veel CO2 uitstoten ‘kopen’ schone lucht van landen die onder de CO2 limiet zitten. De inkomsten van het project zouden door UNDP beheerd worden en gebruikt worden voor, onder andere, de (her)aanleg van 1 miljoen hectare woud en de bescherming van territoria van inheemse bevolkingsgroepen. Het project is dus een schoolvoorbeeld van duurzame ontwikkeling en zou ten goede komen aan de bio- en culturele diversiteit van het land. So far, so good.

Natuurlijk is er een ‘maar’. Ecuador heeft het geld dringend nodig, en de multinationale bedrijven staan te springen om de oliebronnen te ontginnen. President Correa, die eigenlijk de nodige fondsen voor juni dit jaar verzekerd wilde zien, meent dat de eventuele partnerlanden te veel voorwaarden opleggen en de soevereiniteit van Ecuador in gevaar brengen. Yasuní wordt bedreigd door zijn eigen rijkdom: vele mensen in Ecuador vrezen dat Correa zijn verkiezingsbelofte zal breken en toch petroleumbedrijven toe zal laten in het gebied.

Het initiatief van de regering van Correa is uniek, en een enorme stap voorwaarts in de zoektocht naar duurzame economische alternatieven voor het land. Eens de bedrijven hun gang kunnen gaan, is er geen weg terug meer. Laten we dus hopen, uit naam van de Waorani alle andere Ecuadoriaanse indigenas, en het welzijn van het Amazonegebied, dat de internationale gemeenschap de waarde van dit project inziet, en dat Correa woord houdt.

Meer info en/of steunen?