Hoe buitensporig politiegeweld leidde tot de dood van een jongen
“‘Sivens-dam: een granaat op het veld van de democratie’
Precies een jaar geleden, tijdens de nacht van 25 op 26 oktober, stierf de eenentwintigjarige Rémi Fraisse. Hij was aanwezig bij manifestaties tegen de bouw van de omstreden Sivens-dam en stierf door toedoen van een granaat. Uit de doofpot waarin de Franse staat deze affaire van in het begin tracht te versmachten, klinken steeds luidere borrelgeluiden en de stank is nauwelijks te harden.
De Sivens-dam is een omstreden bouwproject in de Tarn, Midi-Pyrénées, dat symbool werd voor een gedateerd landbouwbeleid van industriële monocultuur met uitvoerig gebruik van pesticiden maar zonder respect voor biodiversiteit. De bouwput werd uitgeroepen tot zone à défendre, waarop manifestanten het terrein bezetten. In oktober vorig jaar werden de werken gestart en het terrein ontruimd.
Het is niet de eerste keer dat manifestanten en ordediensten onzacht met elkaar in aanraking komen. De start van de werken brengt de stellingenoorlog echter in een stroomversnelling.
De manifestanten wenden zich tot de publieke opinie en roepen op, in samenspraak met het lokale bestuur, tot een bijeenkomst op het terrein op 25 oktober 2014. De aanwezigheid van uitgebreide ordediensten wordt toegezegd, de verwijdering van werktuigen en machines van de werf geregeld. Ondanks deze regeling is niet alle materieel verwijderd: een stroomgenerator die een projector bedient en een Algeco-cabine die door drie bewakingsagenten worden beveiligd. Tijdens de vooravond voor de manifestatie sneuvelt dit materieel na een aanval van een groepje opposanten. Versterking wordt door de bewakers opgeroepen. De planning die rechtstreekse confrontaties moest tegengaan, is nu dode letter.
In totaal worden in de nacht van 25 op 26 oktober meer dan 700 granaten op de manifestanten afgevuurd
Overdag blijft de manifestatie eerder kalm en sereen, mede door een indrukwekkende aanwezigheid van voorname politici en verschillende natuurverenigingen. In de vooravond komt het echter opnieuw tot confrontaties tussen een kleine groep manifestanten en de ordediensten. Aan de ene kant wordt gegooid met lappen aarde en stenen. Traangas- en later ook andere granaten en rubberen kogels zijn het antwoord. In totaal worden in de nacht van 25 op 26 oktober meer dan 700 granaten op de manifestanten afgevuurd. Eén daarvan doodt Rémi Fraisse, een eenentwintigjarige student.
De vraag die tot vandaag voorwerp blijft van discussie: waren de acties van de Gendarmerie gerechtvaardigd? Stonden de gebruikte afweermiddelen in verhouding tot de reële bedreiging aan welke de gendarmes op het terrein blootgesteld waren? De Franse staat heeft van het begin volgehouden dat dit absoluut het geval is. Verschillende rapporten, op basis van getuigenverslagen, suggereren het tegendeel. Een onderzoek in opdracht van de Ligue des droits de l’homme (LDH) wijst uit dat er bij de ordediensten nauwelijks sprake is van fysiek letsel als gevolg van de rellen.
Bovendien is het niet duidelijk met welke projectielen de ordediensten werden bekogeld. Er is sprake van keien, stenen en morzels grond. De gendarmes zelf spreken ook over molotovcocktails maar de verklaringen daarover lopen uiteen. Sommige hebben ze gezien, andere niet. Op camerabeelden die tijdens de confrontaties werden geschoten, zijn ze alvast niet te zien. Het staat ook vast dat door de natuur van het terrein en de zone waar de ordediensten zich verschansten - op ruime afstand, gescheiden van de manifestanten door een hekwerk en een diepe gracht - de projectielen geen enkele kans hadden om lichamelijke schade te veroorzaken.
Wanneer de commandant van de Gendarmerie om één uur ‘s nachts het gebruik van offensieve granaten toestaat, meldt hij aan het operatiekwartier dat het terrein “zonder problemen” wordt gehouden. Een rapport van de ordediensten stelt vast dat het gebruik van deze offensieve wapens reglementair is toegepast. Hoe deze bewering valt te rijmen met de defensieve missie en observaties op het terrein, is een raadsel. De LDH stelt dat een het buitenproportionele geweld van de ordediensten, samen met de intimidaties die reeds maandenlang plaatsvonden op het terrein, logischerwijze geleid hebben tot een escalatie met in dit geval een wel zeer noodlottige uitkomst.
De overheid en de ordediensten hebben in Sivens hard willen optreden, ze hebben een signaal willen geven door de site met harde hand te ontruimen. De ZAD-isten houden immers nog andere bouwprojecten tegen en het succes op de Sivens-site zou wel eens een domino op gang kunnen brengen. Dat ze daarbij een jongeman doden, kan nooit de bedoeling geweest zijn maar het is wel een logisch gevolg van de acties die ze ondernomen hebben.
Wanneer Rémi Fraisse rond kwart voor twee wordt getroffen door een granaat, is hij op slag dood. Dat beseffen de ordediensten ook. Meteen begint een operatie om de omstandigheden te verdonkeremanen. Het deksel van de doofpot wordt gelicht, hoewel de eerste vaststellingen op het terrein pas anderhalve dag later plaatsvinden.
Het is uiteindelijk de website reporterre.net die de dood van Fraisse “door een granaat of een flashball” bevestigt
In de eerste plaats hebben gendarmes het dode lichaam meteen verplaatst buiten de zone waar de manifestanten zich bevonden. De ouders van Fraisse beweren vandaag stellig dat ze het lichaam over de grond gesleept zouden hebben. Hoewel op de hoogte van de doodsoorzaak, beweert de Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve de ochtend na de feiten dat de ordediensten “een levenloos lichaam hebben aangetroffen” op de site. Het is uiteindelijk de website reporterre.net die als eerste de kat de bel aanbindt en een stuk publiceert waarin de dood van Fraisse “door een granaat of een flashball” wordt bevestigd. Het artikel van de website, het enige Franse medium dat tijdens de afgelopen maanden reporters ter plekke had, wordt door de nationale pers overgenomen waardoor de overheid opnieuw aan zet komt.
Onder aanvoering van Eerste Minister Manuel Valls en Cazeneuve blijft de regering tot vandaag vasthouden aan de stelling dat de ordediensten niets te verwijten valt en worden de rellen die naar aanleiding van de dood van Rémi Fraisse in verschillende Franse steden opleven streng aangepakt en veroordeeld. Er volgen ronkende verklaringen over het geweld dat de manifestanten zouden gebruikt hebben. Verklaringen van gendarmes die elkaar tegenspreken, worden herroepen om elkaar in te dekken. Bovendien wordt mist gespuid rond de figuur van Rémi Fraisse, die op zeker ogenblik wordt beschuldigd van het bezit van explosieven tijdens de manifestatie. Die beschulding wordt niet hard gemaakt. Familie en vrienden van de jongeman benadrukken daarop zijn vredelievende en conflictvermijdende karakter.
De dood van Rémi Fraisse stelt de positie van ordehandhaving op het veld van de democratie op scherp
Op dit moment is er geen definitieve uitspraak rond de verantwoordelijkheid voor de dood van Rémi Fraisse. Er liggen verscheidene onderzoeksrapporten voor, van de Gendarmerie, van de Défenseur des droits, van een parlementaire onderzoekscommissie en last but not least het rapport van de LDH. Deze laatste maant de Eerste Minister aan om de verdediging van de familie Fraisse inzage te verlenen in alle instructies die gegeven zijn met betrekking tot de Sivens-site, van de maanden voorafgaand tot het moment zelf van het drama. Op dit moment lijkt men op deze eis niet in te willen gaan. Sedert maart van dit jaar is in dit dossier geen enkele onderzoekshandeling meer verricht.
De dood van Rémi Fraisse stelt de positie van ordehandhaving op het veld van de democratie op scherp. Rémi Fraisse was immers, zoals vele van zijn leeftijdsgenoten, een idealist. Eentje die op het verkeerde ogenblik op de verkeerde plaats was. En, laten we vooral dat niet vergeten, slachtoffer werd van een verkeerd handelende overheid die met verkeerde motieven op een verkeerde manier gebruikmaakte van haar monopolie op gewelddadig optreden.