Chris Serroyen
Sociale dialoog en de IAO: no big deal
“‘Vakbonden hebben het almaar moeilijker’
Vorige week maandag startte de jaarlijkse Internationale Arbeidsconferentie in Genève. De commissie die zich boog over sociale dialoog zit er vandaag op. Dus kunnen we nu al terugkoppelen.
International Labour Organization ( ILO - OIT - BIT) Photo Collection (CC BY-NC-ND 2.0)
Vorige week maandag startte de jaarlijkse Internationale Arbeidsconferentie in Genève. De inzet kreeg u al eerder. Verdeeld over vier commissies. Die commissies zijn nu een voor een hun werk aan het afronden. Dat van de commissie die zich boog over sociale dialoog zit er vandaag op. En kunnen we dus nu al terugkoppelen.
Maar eerst een woordje uitleg over dat recurrente item, voor een goed begrip. Tien jaar geleden werd op de Internationale Arbeidsconferentie de Verklaring voor sociale rechtvaardigheid afgekondigd. Enkele maanden later —nine fifteen—volgde de val van Lehman Brothers, het scharniermoment voor de zware financiële crisis. Al stond die Verklaring daar wat los van. Die was eerder de kroon op het werk van een jarenlange bezinning over de doorglobalisering, in een stroomversnelling geraakt na de val van de Berlijnse muur in 1989.
Op alle banken heerste toen het aanvoelen dat die globalisering te ongelijke uitkomsten bracht voor de burgers en de landen. En dat de wereld in de richting moest worden gestuurd van een rechtvaardiger globalisering. Met een marsrichting op vier hoofdlijnen: meer jobs, betere sociale bescherming, sociale dialoog en respect voor de fundamentele arbeidsnormen; de zogenaamde strategische doelstellingen.
Al zijn de twee laatsten sterk verbonden: omdat syndicale vrijheid en recht op collectief onderhandelen, zo essentieel voor de sociale dialoog, ook onderdeel zijn van de fundamentele arbeidsnormen.
Nu, elk jaar wordt, met een beurtrol, een van die vier pijlers onder handen genomen vanuit de vraag: what next? Vanaf dit jaar is een nieuwe cyclus gestart. Met sociale dialoog als eerste thema. Vijf jaar na de vorige discussie daarover, op de Conferentie van 2013. Niet onbelangrijk en al evenmin toevallig: net als in 2013 weer met een Belg als voorzitter; dit keer Tom Bevers, het nieuwe hoofd van de internationale cel van de FOD Waso, gepokt en gemazeld als vroeger voorzitter van het Europese werkgelegenheidscomité.
Vijf jaar verdere aftakeling
In 2013 zinderde de financiële crisis nog na. En het besef ook dat samenwerking onder en met de sociale partners essentieel was, niet enkel voor het crisisbeheer, maar net zo goed om het draagvlak voor globalisering te behouden.
Vakbonden hebben het almaar moeilijker: met de politieke verrechtsing en de verzwakking van zowel links als het centrum, wat de werkgevers in een zetel plaatst.
Vijf jaar later ziet die context er behoorlijk anders uit. Niet dat die financiële crisis vandaag achter de rug ligt. Vakbonden hebben het almaar moeilijker: met de politieke verrechtsing en de verzwakking van zowel links als het centrum, wat de werkgevers in een zetel plaatst. Bovenop ook nog het spook van het radicaalrechtse populisme, dat nu ook in Europa rondwaart. Met de aanhoudende inbreuken op de syndicale rechten.
Het expertenrapport dat hier op Conferentie voorligt in de Commissie voor de Toepassing van de Normen oogt opnieuw als een world tour van landen met ernstige inbreuken op de vrijheid van vereniging en het recht op onderhandelen. Met een verdere daling in de meeste landen van het loonaandeel, het deel van de nationale rijkdom dat de werknemers toekomt. Met overheden die centrale akkoorden achteraf naar hun hand proberen te zetten.
En doorheen dit alles werkgevers die meer en meer afstand nemen van centraal overleg, ofwel om het overleg naar de bedrijven te duwen, ofwel om flexibiliteit en loonmatiging eenzijdig door de strot te kunnen duwen van de werknemers. Met werkgevers ook die liever zaken doen met huisvakbonden, lokale overlegorganen of niet-georganiseerde werknemerscollectieven.
Nu, het is niet allemaal kommer en kwel. In een aantal landen is er best wat vooruitgang. Niet zelden onder invloed van de IAO. Maar de globale trend is er toch een van verdere aftakeling. Met als logisch gevolg ook een toenemende ongelijkheid. Het bracht zelfs The Economist er vorige week toe te pleiten voor meer onderhandelingsmacht voor de vakbonden, om de machtsbalans met de werkgevers te herstellen.
Disruptie en dialoog
Die aftakeling van de sociale dialoog is des te verontrustender omwille van de massieve uitdagingen die er het voorbije lustrum zijn bijgekomen en die smeken om gedragen oplossingen.
Wie sprak in 2013 al over disruptieve technologische evoluties?
Wie kon denken dat de Verenigde Naties er in zouden slagen de bijzonder enge millenniumdoelstellingen voor 2015 te vervangen door een veel breder en ambitieuzer palet van duurzaamheidsdoelstellingen voor 2030, inclusief het mirakel van Parijs voor de klimaatdoelstellingen?
Het VBO hield een pleidooi om vakbonden aansprakelijk te stellen bij stakingen.
Wie had durven bevroeden dat het rechtse populisme zulke waanzinnige proporties zou aannemen?
En hoeveel hadden toen al vermoed dat de uittocht uit het Midden-Oosten en Afrika een dergelijke vlucht zou nemen, met in het kielzog ervan zo’n meedogenloos afstoot- en uitdrijfbeleid?
Dat hernieuwde debat over de sociale dialoog als strategische doelstelling kwam dus geen dag te vroeg. Dat vonden hier trouwens ook wel de werkgevers, maar dan wellicht om andere motieven. Ze hoopten hier genoegdoening te krijgen voor verdere decentralisering en voor de vervanging van collectief overleg met vakbonden door lokale inspraak. Ze bleken, anders dan in 2013, ineens moeite te hebben met de vaststelling dat collectieve onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers de kern zijn van elk model van sociale dialoog. En ze lieten geen gelegenheid voorbijgaan om de vakbonden in te peperen dat die zich wat verantwoordelijker moeten opstellen. Met daarbij dan nog het VBO dat hier wat olie op het vuur kwam gooien met hun pleidooi, via de Franse woordvoerster van de werkgevers, dat het tijd wordt dat vakbonden aansprakelijk kunnen worden gesteld bij stakingen.
Guy Ryder, de secretaris-generaal van de IAO
International Labour Organization ( ILO - OIT - BIT) Photo Collection (CC BY-NC-ND 2.0)
Zweedse deal
Daarbij speelde zeker ook mee dat de werkgevers hier ook nog een rekening hadden te presenteren aan Guy Ryder, de secretaris-generaal van de IAO, voor zijn steun aan de Global Deal die de Zweedse regering in 2016 wist rond te krijgen en die ze nu wereldwijd promoot.
Met die deal wilde Stefan Löfven, de Zweedse premier, wereldwijde samenwerking op gang trekken tussen regeringen, werkgevers, vakbonden en andere organisaties om via sociale dialoog de deficits inzake waardig werk aan te pakken. Met daarbij behoorlijk wat aandacht voor de problemen in de internationale toeleveringsketens. Dat laatste zinde de werkgeversorganisaties niet erg. Niet in het minst omdat Löfven zich daarbij rechtstreeks richtte tot de multinationals. Met inmiddels al een schoon palet van engagementen van Solvay, over Carrefour tot BNP Paribas.
De werkgeversorganisaties hier zagen het nooit graag gebeuren dat de IAO zoete broodjes zat te bakken met individuele ketens, buiten de organisaties om. Dat was met het Bangladesh-akkoord, na de ramp in Rana Plaza in 2013 niet anders. En dat hebben ze hier Guy Ryder op de Conferentie nog eens goed ingepeperd.
Vorige week woensdag was hier een evenement gepland om de Global Deal nog eens te promoten, met een bijzonder sterke présence ook van de Belgen. Minister Kris Peeters van Werk kwam er zijn volle steun aan geven, samen met Bruno Pluchet van Solvay. Wat de werkgevers er hier toe bracht ’s ochtends al een bommetje te gooien, met een zware uitval naar de IAO en allerlei dreigende taal. U leest zelf maar eens na. En, opnieuw, het VBO dat iets later nog eens de oliekan bovenhaalde, tweetend dat ze niet konden begrijpen dat Kris Peeters zich tot zoiets durfde te lenen.
Ach, allemaal stemmingmakerij om Guy Ryder, net als Löfven overigens voortkomend uit de vakbond, te destabiliseren. Om al van meet af aan elke discussie over internationale collectieve akkoorden tussen vakbonden en multinationals de pas af te snijden. En als schot voor de boeg voor de expertenvergadering die volgend jaar binnen de IAO is gepland over rol van de IAO naar de internationale toeleveringsketens.
Beter in balans
In heel die strategie werden de werkgevers ruim geholpen door de rapporteurs van het Internationaal Arbeidsbureau. Die leverden behoorlijk onevenwichtige ontwerpconclusies op na de eerste discussies. Vorig jaar waren de werkgevers absoluut niet te spreken over de ontwerpconclusies. En in plaats van dit jaar het evenwicht te herstellen, verkozen de rapporteurs een slingerbeweging, tot groot patronaal jolijt. Ik bespaar u het relaas.
Wat telt is het eindresultaat. En dat ziet er gelukkig heel wat anders uit. De instinkers konden uit het ontwerp worden gehaald. De vroegere afspraken werden herbevestigd. De tekst werd uitgebalanceerd. En er zijn zelfs een paar mooie aanzetten voor verdere debatten.
Met de vraag dat de IAO jaarlijks een vlaggenschip-rapport (“flagship report”) maakt over de sociale dialoog, met daarin periodiek aandacht voor de essentiële rol van collectieve onderhandelingen voor meer gelijkheid en waardig werk). Met zorg voor de plaats van vrouwen in de sociale dialoog. En met behoorlijk wat aandacht voor het vraagstuk van de uitbreiding van het recht op collectieve onderhandelingen tot alle tewerkstellingsvormen.
Onderhandelende zelfstandigen: cao of prijskartel?
Zelfs voor het recht op collectief onderhandelen van zelfstandigen wisten we aandacht te krijgen. Cao’s voor zelfstandigen, er zijn er nog altijd die daar vreemd van opkijken. Wat, zeker in een Europese context, verklaarbaar is. Al te snel werd dat soort van akkoorden afgedaan als “prijskartels”. Terwijl je almaar meer zelfstandigen hebt die bijzonder kwetsbaar staan tegenover hun opdrachtgevers en die, net als werknemers, alleen via collectief overleg fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden kunnen afdwingen.
De IAO is daar altijd heel duidelijk is geweest: het recht op collectief overleg komt alle werkenden toe, ook de zelfstandigen.
De IAO is daar altijd heel duidelijk is geweest: het recht op collectief overleg komt alle werkenden toe, ook de zelfstandigen. Al gebeurde daar niet veel mee. Tot de Commissie voor de Toepassing van de Normen op de Conferentie het geval-Ierland kreeg te verhapstukken (U kon er toen alles over lezen op MO*).
Een jaar later al volgde een aanpassing van de Ierse wetgeving, op uitnodiging van de Commissie, voor specifieke categorieën van economisch afhankelijke zelfstandigen. Wat een bijzonder belangrijk precedent is. De internationale werkgeversorganisatie was er hier niet over te spreken. De Ierse werkgevers vinden immers dat die wet hen door de strot is geduwd. Maar uiteindelijk hebben de werkgevers hier ook moeten erkennen dat de sociale dialoog een breder bereik moet hebben.
Met zelfs de optie hier, nog te lichten door de Raad van Bestuur volgend jaar, om een tripartiete bijeenkomst te houden over het recht op collectief onderhandelen voor digitale platformen en de gig economie. Het zou een mooie kers op de taart zijn bij de 100-jarige viering van de Internationale Arbeidsconferentie volgend jaar, in het teken van de toekomst van de arbeid.
Alle documenten van die recurrente discussie vindt u op de website van de IAO__. De komende dagen volgen ook slotbeschouwingen voor de andere commissies die aan het werk waren op de Conferentie.