Strijd tegen gewelddadige landroof in Brazilië gaat verder

Blog

Alomtegenwoordig geweld voor soja en vlees op ons bord

Strijd tegen gewelddadige landroof in Brazilië gaat verder

Strijd tegen gewelddadige landroof in Brazilië gaat verder
Strijd tegen gewelddadige landroof in Brazilië gaat verder

Sinds mensenheugenis wordt er in Brazilië grond ingepikt door grote boeren, die eigenlijk geen boeren, maar misdadigers mogen genoemd worden. Het opeisen van grond, het vervalsen van documenten, gaat op het platteland gepaard met veel geweld.  Pistoleiros of capangas worden ingehuurd om te moorden. Het is geen nieuw fenomeen, maar onder president Bolsonaro wordt alles nóg extremer.

Apoliana Oliveira (CC0)

Apoliana Oliveira (CC0)

Ik ben even te gast bij de norbertijnen in Itinga, op 30 kilometer van Salvador da Bahia. Salvador ligt op een schiereiland. De Portugezen waren vanaf de 16e eeuw niet zo sterk geïnteresseerd in het achterland, ze wilden de zee in’t oog houden, tégen de Hollanders, de Engelsen en de Fransen. Itinga is een uitbreiding van Salvador richting vasteland. De wijk was tot voor 30 jaar amper bewoond. Nu is ze overbevolkt, met vooral veel mensen die het platteland ontvlucht zijn.

Plattelandsvlucht

Maar in Bahia is er meer aan de hand. Samen met Pará en Mato Grosso behoort het tot de meest gewelddadige deelstaten van Brazilië. We bezoeken deze voormiddag dan ook enkele organisaties die begaan zijn met de grondproblematiek: Fase, CPT (Comissão Pastoral da Terra), Ceas (Centro de estudos e ação social, ooit gesticht door de jezuiëten; nu een seculiere organisatie) en AATR (Associação de Advogados de Trabalhadores Rurais/Associatie van advocaten van plattelandsarbeiders).

Vooral die laatste groep raakt me diep. Het zijn honderd advocaten, verspreid over heel Bahia, die het opnemen voor de mensen en hun gemeenschappen die verjaagd worden, bedreigd en vermoord door fazendeiros. Hun werk wordt gefinancierd door Misereor, het Duitse Broederlijk Delen. Chapeau!

Grilagem in dienst van koeien, soja, suikerriet, katoen

Ik heb de plicht hier wat dieper op in te gaan. Als er aan de andere kant van de oceaan over ‘maatschappelijk verantwoorde soja’, of ‘duurzame soja’ gesproken wordt, dan horen we zelden of nooit iets over het alomtegenwoordige geweld, de grondconcentratie en het illegaal verwerven van gronden.

Al jaren ken ik de term “grileiros” - zij die gronddocumenten vervalsen - maar nu wordt het ineens akelig concreet. Je waant je in de 16e of 19e eeuw, maar nee, we zijn in de 21ste eeuw, anno 2019!

Advocaat Felipe Estrela vertelt me over Formosa do Rio Preto, een “condomínio” van 400.000 hectare in het Westen van Bahia. Het is een “samenwerkend genootschap” van enkele mensen die in het verre São Paulo en Rio de Janeiro wonen. Hoe ze aan die grond geraakt zijn, is me niet meteen duidelijk, maar Felipe geeft me een onthutsend boek met negen concrete gevallen van grileren/ landgrabbing.

Ook in dit uitgestrekte gebied van de zogezegde Christus Koning wonen wel degelijk mensen, sommige van de 46 gemeenschappen verblijven er al meer dan 100 jaar.

Het eerste geval is één van de strafste: ‘De fazenda van Christus Koning’. Of hoe Christus misbruikt wordt om zelf koning van een regio te worden. In 2013 vraagt Rildo Mendes de Carvalho een oudere vrouw om een stukje grond te verkopen. Na veel aandringen verkoopt ze 3,58 hectares. In samenwerking met een advocaat en andere bondgenoten gebeurt vervolgens geen wonderbare broodvermenigvuldiging, maar een wonderbare grondvermeerdering van 3,58 hectare naar maar liefst 229.867,48 hectare!

Vanwaar komen die gronden dan plots? Het is de oude strategie van grileren en vervalsen van documenten, maar nu nog veel gesofistikeerder: doen alsof gronden van de overheid (deelstaat of Federale staat Brazilië) van jou zijn en dat officieel laten registreren. Het zijn de zogenaamde “terras devolutas”: lege gronden, waar niemand woont. Te vergelijken met de blanke boeren die in Zuid-Afrika “lege” gebieden bezetten en opeisen. Dat er Afrikaanse volkeren woonden, was maar een verwaarloosbaar detail.

Ook in dit uitgestrekte gebied van de zogezegde Christus Koning wonen wel degelijk mensen, namelijk 46 gemeenschappen die er soms al meer dan 100 jaar verblijven. Het gaat om traditionele volkeren van Brejos de Barra: quilombolas (afstammelingen van Afrikaanse slaven), ribeirinhos (volkeren die aan de oevers van rivieren leven), fundos e fechos de pasto (mensen die hun dieren generaties na elkaar los laten lopen op gemeenschappelijke gronden; om een modewoord te gebruiken: commons).

Dankzij de ondersteuning van de advocaten van AATR werd in 2015 een proces tegen deze praktijk aangespannen. Het ziet er naar uit dat de gemeenschappen hun leven ter plekke zullen mogen verder zetten en dat de criminelen gestraft zullen worden.

Een permanente sfeer van terreur

In het Noord-Oosten leeft sterk de geschiedenis van Lampião en Maria Bonita. Ze werden cangaceiros genoemd. Zelf beschouwde Lampião zich als een Robin Hood, die de armen wreekte. Samen met hun leger zorgden Lamião en Bonita jarenlang voor een schrikbewind tegen rijke fazendeiros. Ze moorden, onthoofden en stelden de hoofden van hun slachtoffers ten toon. Maria Bonita spreekt tot de verbeelding, daar zij geen geweer, maar een groot mes gebruikte. Speciaal is dat je nu haar nog veel ziet opduiken, bv. als naam van een restaurant.

Ook de advocaten worden regelmatig met de dood bedreigd en soms effectief vermoord.

De capangas zijn het omgekeerde van de cangaceiros. Het is een synoniem van de pistoleiros, mannen met een pistool, die je als fazendeiro kan inhuren om hen te beschermen (en dus om te moorden). Er is een klein nuanceverschil: een capanga is permanent in dienst van de grootgrondbezitter. Toen de Sulistas (de ‘boeren’ van Zuid-Brazilië) met hun soja noordwaarts trokken, waren de Pernambucanos (Capangas uit Pernambuco met Recife als hoofdstad) berucht in hun ‘bescherming’ van de ‘grootgrondinpikkers’. Tégen de oorspronkelijke, opgejaagde bevolking in.

De slachtoffers van het boven geschetste voorbeeld van flagrante landroof hebben het geluk dat ze ondersteund worden door advocaten. Toch worden zij en vele anderen onder druk gezet en moeten ze leven in een permanente sfeer van terreur. Ook de advocaten worden regelmatig met de dood bedreigd en soms effectief vermoord. De inheemse volkeren maken dag na dag hetzelfde mee. Volg daarvoor het Polarproject.

Universiteiten aan de kant van de slachtoffers

‘s Namiddags houden we een “roda de conversa” (gespreksronde) in de Federale Universiteit van Salvador da Bahia. Het zijn de geografen die me uitnodigen. Ze houden – terecht – meer van een gespreksronde, na een korte inleiding van de genodigde dan wel van eenrichtingsverkeer met een toespraak door de gringo. Dynamiek in de zaal is alleszins verzekerd.

Nadien met de nachtbus naar Recife voor een tweedaags Internationaal Symposium over voeding en duurzaamheid. Het symposium wordt daags nadien verder gezet in de Federale Universiteit van Paraiba, in João Pessoa. Telkens opnieuw is het hartverwarmend om te zien en te voelen hoe deze universiteiten verbonden zijn met de strijd van de diverse volkeren, die Brazilië rijk is. Zij leven niet in een ivoren toren.

Zou het kunnen dat onze Europese universiteiten op het vlak van engagement en verbondenheid met de rauwe realiteit nog heel wat kunnen leren? Niet toevallig heet het programma van de universiteit van Pernambuco “realidades”… Realiteiten tussen wanhoop en hoop, voorbij goedkoop optimisme.