“‘Tanzania blijft doof voor de rechten van de doven’
In Tanzania kan je maar beter niet doof geboren worden. De kans dat je langs de rand van de weg gedumpt wordt, is reëel. Als je ouders toch zo'n 'vervloekt' kind willen houden, zullen ze je waarschijnlijk uit schaamte binnenhouden en als huishoudhulpje inschakelen.
De Tanzaniaanse regering deelt gehandicapten* op in zes groepen. In hiërarchische volgorde zijn dit: albino’s, mensen die mank lopen omdat één been niet meer mee wil, mentaal gehandicapten, blinden, doven en fysiek gehandicapten. De mabubu - scheldnaam voor doven - staan dus op de voorlaatste trede. Het vooroordeel wil dat ze enkel in staat zijn om te bedelen en dus uitsluitend een last zijn voor de maatschappij.
De mababu - scheldnaam voor doven - staan op de voorlaatste trede in de hiërarchie van gehandicapten.
Een doof individu kan geen subsidies aanvragen, een organisatie wel. Deze aanvraag is éénmalig en kan niet herhaald worden. De dovengemeenschap CHAVITA in Kigoma - de regio waar ik verblijf - heeft zo’n subsidieaanvraag ingediend en kreeg een bedrag van 200.000 TZS, omgerekend net geen €80 ofwel een gemiddeld maandloon voor een voltijds arbeider in Tanzania.
Doven zoeken hulp in het buitenland om hun leef- en werksituatie te verbeteren.
Van ‘mabubu’ naar ‘viziwi’
Met de nakende presidentsverkiezingen beseffen beide kandidaten plots dat naar schatting 4 tot 6% van de bevolking doof is en dat deze stemmen (en die van andere gehandicapten) in de huidige nek-aan-nek-race wel eens het verschil zouden kunnen maken. Daarom werd een sensibiliseringscampagne doorgevoerd om niet langer de scheldnaam mabubu, maar de officiële term viziwi te gebruiken.
Kigoma is dé plaats bij uitstek om stemmen van gehandicapten te ronselen. Veel buitenlandse organisaties - vooral Spaanse en Belgische - zijn in de regio actief om deze samenlevingsgroepen een beter bestaan en een betere toekomst te geven. In een poging om deze stemmen te winnen, kleurde de overheid het straatbeeld met pictogrammen van doven, blinden en rolstoelpatiënten. Rolstoelen heb ik hier trouwens nog niet gezien. Mensen wiens benen niet meer meewillen, slepen zich met behulp van hun armen over de stoffige Tanzaniaanse grond voort.
Rolstoelen heb ik hier trouwens nog niet gezien. Mensen slepen zich met behulp van hun armen over de stoffige Tanzaniaanse grond voort.
Opvallend is ook het pictogram voor ‘gebarentaaltolk’ - het pictogram boven de rolstoel. Groot was de verbazing bij de dovengemeenschap toen ik aan hen vroeg of hier dan inderdaad tolken aanwezig zijn. ‘Oh, staat dat pictogram voor gebarentaaltolk?’ Dat kenden ze niet. Logisch ook, aangezien dat beroep in Tanzania niet bestaat. Taal ontstaat uit noodzaak en als een concept niet in je leefwereld voorkomt, is de kans groot dat er geen woord of gebaar voor ontstaat.
Naar de stembus?
Doordat doven nauwelijks onderwijs genieten, zijn de meesten onder hen analfabeet. Wie wel de kans krijgt om school te lopen, doet dat veelal aan de meest bekende dovenschool van Tanzania: de dovenschool in Tabora. Deze werd opgericht door de Witte Paters - een Nederlandse katholieke organisatie - en niet door de Tanzaniaanse regering. Doven leren er spreken, schrijven en lezen. Maar niet gebaren. “Want niemand kan gebaren. Waarom zouden we ze gebaren aanleren als ze dan toch met niemand kunnen communiceren?” Op die manier wordt het recht op het hebben van een toegankelijke moedertaal voor doven flagrant geschonden.
‘Waarom zouden we ze gebaren aanleren als ze dan toch met niemand kunnen communiceren?’
De weinige doven die wel school liepen, kunnen dus lezen en schrijven, maar de modale Tanzaniaan lijkt geen fervent krantenlezer. Televisie is hier wel populair. In het winkeltje schuin tegenover mijn verblijf of in het ‘restaurant’ (lees: de bistro) om de hoek, verzamelt de buurt zich wel vaker om samen tv t kijken. Maar televisie is audio-gericht en dus niet toegankelijk voor de vizwi.
Gesprekken met doven over de verkiezingen doven snel uit. Het valt op dat ze slecht of niet geïnformeerd zijn over de nakende verkiezingen en waar beide kandidaten voor staan.
Het argument dat geen van beide iets voor de doven wil doen en dat ze daarom gedesinteresseerd raken, komt vaak terug. Terwijl een groot deel van Tanzania zondag naar de stembus trekt om hun stemrecht uit te oefenen, blijven de doven thuis.
Het kleine aantal doven dat toch zal gaan stemmen, doet dat niet uit politieke overtuiging. De ene wordt aangespoord door familie om voor één van beide kandidaten te stemmen en doet dit om de kerk - of de moskee - in het midden te houden. De andere heeft zich in de dagelijkse overlevingsstrijd laten overtuigen geld van stemmenronselaars te aanvaarden en in ruil op kandidaat x of y te stemmen.
Wandelende propaganda
De vrouw rechts op de foto is gekleed in een doek van presidentskandidaat Magufuli (CCM).
© Ellen Heymans
Hoe weinig doven geïnformeerd zijn over de verkiezingen werd tijdens mijn eerste gebarentaalles hier in Kigoma pijnlijk duidelijk. Een dove vrouw kwam het lokaal binnen, gekleed in een geel-groen gewaad van Magufuli - kandidaat van de huidige regeringspartij CCM. Uit de heftige discussie die daarop volgde, werd duidelijk dat de politieke boodschap op het doek haar volledig ontgaan was. Ze had de gratis stof op straat aanvaard omdat ze de kleuren zo mooi vond. De andere doven raadden haar aan het doek niet meer te dragen - althans niet meer tot aan de verkiezingen - om te vermijden dat aanhangers van Lowassa - kandidaat van de oppositie - haar op straat op de grond zouden duwen om het doek van haar lichaam te scheuren.
Ze had de gratis stof op straat aanvaard omdat ze de kleuren zo mooi vond. De politieke boodschap was haar volledig ontgaan.
Dit is het enige gesprek over de verkiezingen dat in de voorbije drie weken spontaan tussen doven is ontstaan. En dan ging het niet over de inhoud van de campagnes, maar over de veiligheid van doven in de aanloop naar komende zondag.
Terwijl heel Tanzania gepassioneerd toeleeft naar de nieuwe weg die het land zal inslaan, lijken de doven bijna uit te kijken naar wanneer de heisa achter de rug is, want voor hen zal er waarschijnlijk niets veranderen.
* Ik gebruik de terminologie zoals die in Tanzania wordt toegepast om bepaalde samenlevingsgroepen te beschrijven. Dit strookt niet noodzakelijkerwijs met mijn persoonlijke visie.