“‘Terug naar Tanzania: wat ik gemist heb, absoluut niet gemist heb, nooit zou doen en nu toch doe ’
Zes maanden Tanzania, vier maanden thuis en opnieuw twee maanden Tanzania. Zo zag mijn laatste jaar er samengevat ongeveer uit. En zo’n ervaring, dat doet wat met een mens.
Tijd om een balans op te maken van het eerste half jaar. En laten we dat even doen aan de hand van mijn eigen opgelegde lijstjes-stress.
Wat ik het meest gemist heb
Ik vind het geweldig hoe de geiten en vooral kippen hier volledig vrij de straten doorkruisen.
Het is een klein iets en de meesten kijken er waarschijnlijk vanaf de tweede keer totaal over, maar ik vind het geweldig hoe de geiten en vooral kippen hier volledig vrij de straten doorkruisen. Ik heb zelf kippen in een relatief kleine tuin en soms is het op die zelfs kleine oppervlakte zoeken naar waar de eieren belanden. Ik vraag me oprecht af hoe ze dat hier voor elkaar krijgen.
De luxe om te laat ergens toe te komen of onverwacht bij een vriend binnen te springen omdat je toevallig in de buurt bent. Het geeft een vrijheid aan je dagen en laat ruimte voor spontane ontmoetingen die je dag helemaal kunnen opvrolijken. Die ongeplandheid heeft iets bevrijdends dat je bij ons nog slechts moeilijk terugvindt.
Mij ergens op mijn achterwerk neerplanten en genieten van het tafereel dat zich voor mijn ogen afspeelt. Dat kan gaan van buurtbewoners die water komen halen tot vrouwen die een berg was wegwerken of van de wonderlijke gebarentaal en dovencultuur tot nieuwsgierige blauwaapjes die zich afvragen of ik ook vandaag pindanootjes bij me heb.
De waarde van mijn ervaringen is voor mij belangrijker dan de balans op mijn bankrekening. Toch kan ik niet ontkennen dat het zeer aangenaam voelt in staat te zijn een vijfsterrenhotel binnen te stappen, om het even wat op de kaart te bestellen en te weten dat ik met €15 op zak genoeg heb om zelfs met een lekker dessert af te sluiten.
De glimlachende of zelfs schaterlachende momenten wanneer je met een open geest naar deze wel heel andere cultuur kijkt en bedenkt ‘ik ben blij dat we dat thuis niet zo doen, maar dit wordt sowieso een prachtig verhaal om te vertellen’.
Een heerlijke afwisseling voor ‘geen geld’ na vier maanden rijst!
© Ellen Heymans
Wat ik absoluut niet gemist heb
De bijna dagelijkse huwelijksaanzoeken. Mannen die mijn gsm-nummer vragen zonder zelfs mijn naam te weten.
Originele bezigheden tijdens stroompannes: vogels vangen. Nadien uiteraard terug vrijgelaten!
© Ellen Heymans
Ontmoetingen met slangen en heel enge en vooral supersnelle exotische spinnen! De teller staat momenteel zonder bijkomende kleerscheuren op vier en ik ben van plan dat zo te houden.
De bijna dagelijkse huwelijksaanzoeken. Mannen die mijn gsm-nummer vragen zonder zelfs mijn naam te weten. Of mannen die mij bellen omdat ze mijn gegevens van een vriend (van nog een andere vriend) hebben gekregen en even tussendoor laten vallen dat ze graag met mij zouden trouwen en mij dus graag zouden ontmoeten.
De steeds wederkerende discussie over soms belachelijk hoge prijzen als ik een bajaji (of tuk tuk) wil nemen.
De (angst voor) malaria-muggen. Gelukkig ben ik er ditmaal in het droogseizoen en zijn het aantal muggen op één hand te tellen. In ruil krijg ik trotseer ik dagelijks een verlammende warmte die ik ook zeker niet zal missen!
De lichtknop aansteken en merken dat er geen elektriciteit is. De waterkraan opendraaien om te merken dat er geen druppel uitkomt. Vergeleken met andere blanken kon ik hier redelijk goed mee om. Geen gezucht wanneer het internet uitvalt, maar vreugde wanneer ik na dagen terug eens online ben. In de tussentijd deed ik een babbeltje met de bewakers, ving ik vogels met één van de broeders of ging ik mijn haar wassen in het meer. Maar een leven waar je kan vertrouwen op water, elektriciteit en de luxe die daarmee gepaard gaat geniet toch mijn voorkeur.
Wat ik ‘nooit’ zou doen en nu toch doe
Een Afrikaan ‘zwarte’ noemen. In België zou ik dat NOOIT doen.
Twee blauwaapjes die zeer ontspannen van een maaltijd genieten.
© Ellen Heymans
Discussiëren als een big African mama. Dat gaat vaak over geld, maar ook over waar mannen die je niet of zelfs wel kent je mogen aanraken of hoe ze tegen je mogen spreken. In het begin was ik hier allemaal heel begripvol over uit respect voor de andere cultuur. Maar toen begon mijn Kiswahili goed genoeg te worden om te verstaan dat de Afrikaanse vrouwen ook niet gediend zijn met de manier waarop ze soms behandeld worden. En dus keek ik naar het voorbeeld van mijn Tanzaniaanse zusters en al snel volgde een monoloog in vlot Kiswahili en een schudden met de borsten om de discussie af te ronden. En het werkt! Als een puppy met de staart tussen de poten druipen ze dan af, waarna ik een trotse high five van mijn zusters in ontvangst mag nemen.
Een Afrikaan ‘zwarte’ noemen. In België zou ik dat NOOIT doen, maar als je elke dag 127 keer ‘blanke’ naar je hoofd gegooid krijgt, dan begint je water al eens te koken – ook al is dit niet altijd slecht bedoeld. Intussen roep ik dit niet meer, maar leg ik rustig uit dat het niet leuk is steeds het woord ‘blanke’ te horen, net zoals zij waarschijnlijk ‘zwarte’ niet leuk vinden om te horen. In de Kiswahili-cultuur kun je elkaar perfect ‘broer’, ‘zus’, ‘vader’ of ‘moeder’ noemen zelfs zonder dat je elkaar kent. De volgende keer dat ik deze persoon tegenkom, hoor ik met veel dankbaarheid niet meer ‘blanke’ maar ‘zus’ – al blijft het antwoord of ik met ze wil trouwen nog steeds negatief.
Afrikaans dansen. En dan bedoel ik de hele ‘schuur je kont tegen een kerel aan en wees niet verbaasd dat die schaamteloos naar je achterwerk staat te staren’. Als je meermaals per week Afrikaanse vrouwen zo ziet dansen, intussen Tanzaniaanse vrienden hebt die jou altijd dit voor hen emanciperend voorbeeld geven en je de up tempo muziek al van voor tot achter in het Swahili kan meezingen, dan heb je geen andere keuze meer dan je billen te beginnen schudden. In het begin leek deze dansstijl heel vrouwonvriendelijk, maar intussen heb ik begrepen dat Tanzaniaanse mama’s wel degelijk hun mannetje kunnen staan en net heel bewust hun vrouwelijkheid in de strijd gooien. Een borstenschuddende high five to that!