“‘Waarom krijgen New York City en Oost-Ghoeta niet dezelfde behandeling in de media?’
Dat menselijk lijden ondergeschikt lijkt aan beurscijfers is een kwalijke evolutie . Het motto “Business is business” stuurt de traditionele massamedia. De verontwaardiging voorbij probeer ik de vinger op de wonde te leggen van de miljardenhandel in nieuws. Een pleidooi ter ere van de slachtoffers in New York, én de slachtoffers in Oost-Ghoeta.
Dinsdag 31 oktober 2017. Ik ga door mijn dagelijkse routine om enkele Arabische nieuwsmedia te raadplegen en mij onder te dompelen in de gebeurtenissen van die dag. Net als iedere dag tegenwoordig, dreigde ook toen opnieuw een stukje van mijn hart te sterven. Ik weet op voorhand dat geen javel mijn netvliezen zal kunnen reinigen, maar koppig als ik ben, blijf ik het nieuws halsstarrig volgen. Tien Syrische burgers verloren hun leven die dag toen Syrische regeringstroepen een schooltje in Oost-Ghoeta onder vuur namen met hevige artillerie. Onder hen vijf kinderen, eentje waarvan de blauwe boekentas van de Verenigde Naties nog aan zijn lijkje bungelde toen hij werd weggesleept uit het puin.
Het was opnieuw pijnlijk nieuws uit Oost-Ghoeta, het Stalingrad van het Midden-Oosten waar regeringstroepen van president Bashar al-Assad een jarenlange belegering voeren net ten oosten van de Syrische hoofdstad Damascus.
Als je in Oost-Ghoeta niet sterft door een bom, sterf je wel van de honger als gevolg van de strenge belegering.
Nog geen twee dagen daarvoor stierven in hetzelfde gebied dertien belegerde burgers na een bombardement van het Syrische leger op een populaire markt. Eén van hen was een journalist. Arabische activisten stuurden op sociale media foto’s rond van de oorlogsmisdaden, foto’s van chaos, pijn en lijden als gevolg van de dagelijkse bombardementen. Als je in Oost-Ghoeta niet sterft door een bom, sterf je wel van de honger als gevolg van de strenge belegering.
Mijn routine is nog niet compleet. De Nederlandstalige media zijn aan de beurt. Een aanslag in New York, acht doden als gevolg van een zelfverklaarde lone wolf die er niets beters op vond om met zijn truck op enkele burgers in te rijden. New York deelt die dag in het leed van de Syrische bevolking. Monsterlijk, pijnlijk en uitermate zinloos. Het was voor mij die dag wel genoeg geweest met aanslagen, en mijn ogen wendden zich af van de harde inkt en de koude pixels.
Het was iets in mijn oog – “een beetje verkouden” – is wat ik mijn vrouw vertelde. Heimelijk pinkte ik een traan weg.
Disproportioneel
Verdriet mengde zich met verontwaardiging. Verontwaardiging over het feit dat de traditionele Nederlandstalige media meer op sterven na dood waren dan ik ze eerder gewaand had. Dat er in New York iets gebeurd was wist ik al op voorhand, aangezien de Arabische nieuwsmedia mij al op de hoogte gebracht hadden voordat ik het Westelijke mediahalfrond binnen trad.
Omgekeerd las ik niets over Oost-Ghoeta in de Nederlandstalige pers. Hoe ver ik ook scrolde of hoe veel zoektermen ik ook ingaf, meer dan twee alinea’s zou ik niet krijgen, en zelfs dat was eerder zeldzaam.
Wat maakt dat de Syrische slachtoffers minder aandacht krijgen dan de burgers die omkwamen op Amerikaanse bodem?
Hoe kan het toch, dat twee gelijk te veroordelen aanslagen die op juist dezelfde dag plaatsvonden zo disproportioneel bericht kunnen worden in de Europese en Amerikaanse pers? Wat maakt dat de Syrische burgers minder aandacht krijgen dan de burgers die omkwamen op Amerikaanse bodem?
De spijtige realiteit is dat traditionele nieuwsmedia door en door commerciële bedrijven zijn. In essentie is het niets anders dan een telecombedrijf of een kledingretailer. Je verkoopt een product, nieuws, en vergaart inkomsten gebaseerd op de kijk – en leescijfers.
De top van die mediabedrijven, de Silicon Valley van de nieuwsmedia zo u wil, zijn megacorporaties die met miljarden naar de beurs trekken. De massamedia drijven een lucratieve handel. De meerderheid zijn Noord-Amerikaans en Europese ondernemingen. Dat is problematisch aangezien het wereldnieuws dan vooral bekeken wordt door een Westerse bril.
Er ontstaat een scheeftrekking. Het nieuws wordt immers getoetst aan de interesses en noden van de Europese en Amerikaanse bevolking. Een land, ontdekking of conflict interessant voor die burgers zal dus veel meer aandacht opleveren in het wereldnieuws, om commerciële redenen.
Dit werd opnieuw pijnlijk duidelijk bij de aanslagen in New York en Oost-Ghoeta diezelfde dag. De media-aandacht die geschonken werd aan de aanslag in New York was disproportioneel veel groter dan de aandacht die internationale en sociale media gunden aan Oost-Ghoeta, hoewel de twee gebeurtenissen dezelfde dag gebeurden en het dodenaantal gelijk lag.
De aanslagen in Oost-Ghoeta zijn simpelweg niet interessant genoeg voor de grote mediabedrijven, aangezien de winstfactor en aandachtsgraad van de aanslag in New York veel groter zijn. Het is tenslotte New York City, dé Amerikaanse wereldstad! Damascus, hoewel ook een miljoenenstad, staat voor vele Europeanen en Amerikanen slechts symbool van een lang aanslepende burgeroorlog waar ze steeds minder in geïnteresseerd zijn.
Uiteraard zijn er ook in de media uitzonderingen. Maar in essentie kan je stellen dat de journalistieke opdracht het vaak aflegt tegen de commerciële logica.
![](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format/public/field/image/55457_99913_DmFOLc.jpg?itok=kgbc5FwF " De aanval op een markt in Oost-Ghoeta van de facebookpagina van de "Witte Helmen"")
De aanval op een markt in Oost-Ghoeta van de facebookpagina van de “Witte Helmen”
Hoe empathie werkt
Marco Iacoboni, professor psychiatrie aan de UCLA universiteit in Californië, stelt dat we meer empathie hebben met mensen die ook meer gelijken op onszelf. Volgens hem spelen culturele en antropologische verschillen een grote rol in hoeveel empathie men toont met anderen.
Volgens een onderzoek uit 2015 van het Pew Research Center zijn Amerikaanse burgers veel meer geïnteresseerd in aanslagen uitgevoerd in andere Westerse landen, met uitzondering van de aanslagen in Mumbai (2008), Nairobi (2013) en Bali (2002), dan aanslagen in de rest van de wereld. Doordat de psychologische grens tussen de doorsnee Amerikaan en Europeaan met New York kleiner is dan die met Oost-Ghoeta, en hun interesse daar ook is aan aangepast, en doordat mediabedrijven economisch afhankelijk zijn van hun publiek en dus diens interesses moeten blijven voeden en daarop moeten inspelen, krijgt de aanslag in New York meer aandacht dan de meest recente aanvallen in Oost-Ghoeta.
Marco Iacoboni, professor psychiatrie aan de UCLA universiteit in Californië, stelt dat we meer empathie hebben met mensen die ook meer gelijken op onszelf.
Ook internationale persagentschappen hebben last van dit probleem. Opvallend is dat de bekendste en meest gerenommeerde persagentschappen vooral uit het Westen afkomstig zijn: Reuters, Agence France Press, United Press International en Associated Press. Deze werken echter niet gratis, en zijn dus net als mediabedrijven winstgeoriënteerd en moeten als gevolg daarvan voldoen aan de noden en verwachtingen van hun kopers. Het nieuws dat ze leveren wordt daar aan aangepast. De grootste inspanningen worden geconcentreerd op nieuws en gebieden interessant voor abonnees, voornamelijk grote Europese en Amerikaanse mediabedrijven, waardoor andere gebieden achtergesteld worden. Dit leidt tot de zoveelste scheeftrekking.
De prijs van een “pakket” nieuws is niet gelijk voor alle klanten. Afnemers betalen in functie van hun markt. Deze vaste markten, en nieuwe afzetmarkten in opkomende economieën zoals bijvoorbeeld de Golfstaten, hebben een grote invloed op de selectieprocedures van de persagentschappen. De inhoud van hun nieuwsselectie wordt dus in grote mate bepaald door de grote klanten. Het wereldbeeld dat deze persagentschappen ophangen belichamen daarom de belangen van de grootste economieën, waar zich de grootste afzetmarkten voor het nieuws bevinden.
![](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format/public/field/image/55457_99914_rFJQx5.jpg?itok=zMlThjPi " De aanval op een schooltje in Oost-Ghoeta van de facebookpagina van de "Witte Helmen"")
De aanval op een schooltje in Oost-Ghoeta van de facebookpagina van de “Witte Helmen”
Alternatieven
Het is een beetje deprimerend als je het zo bekijkt. De plug uit ons hoofd trekken om uit de Matrix wakker te worden in een grauwe, door robots beheerste wereld is niet mogelijk. Oost-Ghoeta is de realiteit, New York is de realiteit en het pijn en lijden van beiden zijn realiteit.
Gelukkig zijn er alternatieven. De lezer, luisteraar of de kijker moet afstappen van zijn gewoonte zich enkel en alleen afhankelijk op te stellen van de traditionele krant en het journaal van zeven uur. Die tijd is voorgoed voorbij en alsjeblieft, er zijn tegenwoordig zoveel middelen en mogelijkheden om alles veel breder te volgen. Maak toch gebruik van sociale media, betrouwbare lokale activisten en bloggers die je met plezier inzicht geven in de situatie van hun leefgebied.
Journalisten mogen de waarheid geen geweld aandoen, zelfs niet voor de beurscijfers van de oversten. Er zijn genoeg lokale en internationale media zonder winstoogmerk die alternatieve verhalen aanbieden.
Er zijn genoeg lokale en zelfs internationale media zonder winstoogmerk die alternatieve en evenzeer interessante verhalen aanbieden. Met de juiste Engelse en Arabische bronnen weet ik in enkele minuten na een aanval in Syrië hoeveel slachtoffers er precies zijn gevallen. Waarom blijven die regio’s dan toch zo ontoegankelijk voor een groot deel van de wereldbevolking?
De media moeten volgens mij afstappen van het oude en voorbijgestreefde idee van “wij zijn een homogene redactie en schrijven over alles wat er in de wereld gebeurt.” Dat is voorbij.
De moderne wereldburger mag niet meer verwachten dat een buitenlandredactie van vijf journalisten op de hoogte kan zijn van alle nieuwswaardige gebeurtenissen in de wereld om terzelfdertijd objectiviteit en diepgang te bieden. Een ideaal alternatief zou een verhoogde samenwerking zijn met lokale vrijwilligers en correspondenten die de streek kennen, de taal spreken van de mensen en die op de hoogte zijn van de grotere context. Hun verhaal verbinden aan de werking van het mediabedrijf zou onmiddellijk veel meer diepgang en diversiteit bieden aan de stroom feiten en verhalen.
Lees ook: Waarom 2000 doden door Boko Haram geen nieuws zijn
Ten slotte gewoon dit, hou het in godsnaam een beetje ethisch. Je hoeft geen maximale winsten te boeken als je daarvoor hartverscheurende werkelijkheden moet wegmoffelen. Waarom tot in de details berichten over de achtergrond van de slachtoffers en dader van de aanslag in New York, een kaart met de chronologische volgorde van gebeurtenissen en een live feed van twitterreacties en internationale verontwaardiging wanneer je het lijden van Oost-Ghoeta staalhard negeert? Verdienen die kinderen ook geen sympathie of medeleven? Verdienen de daders ook niet geïdentificeerd en veroordeeld te worden? Mag er ook geen kaartje worden opgesteld met een overzicht van de belegering en de schooltjes die de laatste jaren steeds weer het doelwit zijn van willekeurige bombardementen? Journalisten mogen de waarheid geen geweld aandoen, zelfs niet voor de beurscijfers van de oversten.