Twee bibliotheken en de absolute macht

Blog

Twee bibliotheken en de absolute macht

Twee bibliotheken en de absolute macht
Twee bibliotheken en de absolute macht

Wat heeft de strijd in Burkina Faso te maken met twee zelden bezochte Beninese bibliotheken? Ontdek het hier! (Of doe gerust iets anders.)

Er staan hier in Parakou twee bibliotheken, zo goed als tegenover elkaar. Dat is handig. De ene hoort bij het glanzende ‘Institut Français’ en heeft airconditioning, een digitale uitleendienst en een bibliothecaresse die gewoon de boeken meegeeft die voor haar op tafel liggen.

Bibliothecaresse: ‘Hier, een boek over walvissen.’

Ik: ‘Euh… Zou ik anders eens in de kasten mogen kijken? Mijn dochter houdt meer van draken.’

Bibliothecaresse maakt met haar blik duidelijk wat voor ondankbare honden we eigenlijk zijn.

In de andere bib, de ‘départementale’, gaat het er gezapiger aan toe, er is geen airco, geen computer en achter het bureautje aan de ingang zit er altijd een jongen strips te lezen. Hij zou mij nooit een boek over walvissen aanbieden. Fijne gast.

Deze tweede bibliotheek heeft een paar bakken vol strips staan, uit Orléans overgevlogen wegens niet meer echt heel proper, en verdient daarmee (een deel van) mijn warme, warme liefde en trouw. Asterix, Thorgal, Lucky Luke, zeerovers, Indianen, ridders, een huisvader heeft maten nodig.

Als ik kon toveren…

Op een dag, niet lang geleden, had ik zo de eerste aflevering van ‘Lanfeust van Troy’ mee naar huis. Om een lang, onnozel en kleurrijk verhaal kort te maken, Lanfeust is nogal een kerel, en op een dag ontdekt men dat hij bij het aanraken van een welbepaald zwaard over een onbeperkte magische kracht kan beschikken. Hij kan doen wat hij wil. Na een beetje nadenken laat hij een boot op de grote markt van de hoofdstad te pletter vallen (bij wijze van snelle reisoplossing), en zo eindigt de eerste aflevering. Ik vroeg mij af of ik het anders zou aanpakken.

Ik heb een paar nachten wakker gelegen van dat ene plaatje op het einde waarin Lanfeust over de reling hangt van dat schip, en zijn schoonvader-in-wording (ja, romantiek, hoor) vraagt: ‘Waarover zit je toch maar zo te piekeren, Lanfeustje?’ en hij: ‘Over die zo absolute macht…’

Net zoals met het winnen van de Lotto, het uitbreken van een oorlog, of het herbekijken van de slotscène van Braveheart, gaat een beetje dromer zich dan afvragen: ‘Mja, wat zou ik doen?’.

Omdat onze onmiddellijke omgeving, en eigenlijk onze enige bestaansreden in die omgeving, nogal samenhangt met de wens om het leven hier voor een hoop mensen een hoop aangenamer te zien worden, moest ik niet zo ver dromen. We zouden hier eens het een en ander oplossen.

Waar te beginnen. Landbouw. Een beetje meer regen in het regenseizoen, want deze keer trok het op niks. Hmmm, zouden ze dan ergens anders nog minder hebben, als ik de regen naar hier zou toveren? Niet cool. Betere wegen dan. Al die gaten dicht. Al die gatendichters werkloos. Spijtig. Werkloosheid, sowieso even oplossen. Een ‘fake hair’-fabriek in elk dorp. Ja, dat zou kunnen werken. Waarvan maak je ‘fake hair’? Van aardolie? Komaan. Misschien een paar goede anti-corruptiewetten. Zou de magie dat zo een beetje kunnen, een wet zelf schrijven, of valt het schip dan te pletter op de grote markt… En wie gaat die wetten doen naleven, moet ik dat ook allemaal zelf doen?

Geen vijf minuten later kwam er stoom uit mijn oren. En nog vanalles, ik had een oorontsteking, maar dat doet niet zo ter zake.

Waar een mens rustiger van wordt

Pas toen de zorgen bij de buren heel erg toenamen, werd ik een beetje rustiger (dat lijkt mij een algemeen menselijk principe, maar ik bedoel het nu anders). Op 16 september, toen we hier spekpannenkoeken aan het maken waren voor de verjaardag van mijn moeder, gijzelden generaal Gilbert Diendéré en zijn mannen de zittende president en premier van Burkina Faso. De generaal had ook graag wat absolute macht gehad, en naar het eruit ziet niet om ‘fake hair’-fabrieken op te starten. (Voor meer achtergrond en inzicht: de Wereldblog van Mien De Graeve, de analyse van Stefaan Anrys, en http://www.jeuneafrique.com.)

Een dikke duizend tot de tanden bewapende elitesoldaten. Ze slaan, schieten, steken moto’s in brand en jagen mensen uit elkaar van zodra ze op een groepje gaan lijken. Dag en nacht, al is er dan een avondklok. Kruipen de mensen weg? Zeggen ze: ‘Ach ja, laat maar zitten, we verwachten toch niks van onze leiders’? Wachten ze tot de Fransen het komen oplossen (die laatste is echt om te lachen)? Nee, godverdomme!

Jongens, wat er allemaal niet te lezen was, strijdlust, vastberadenheid, coördinatie, barricades, recepten voor het maken van strips om autobanden te verscheuren, allemaal online want de radio’s gingen meteen uit de lucht.

Africa zal risen door mannen en vrouwen die een offer hoger gaan inschatten dan een geschenk.

In De Morgen deze week stond een artikel over de staatsgreep, met een foto van de mensen die op straat kwamen. Het leek een bende wilde dronken apen, klaar om met een steen en een slinger n’importe qui het hoofd in te kletsen. Zo moet een opstand in Afrika eruit zien zeker? Gewelddadig, gevaarlijk, een beetje zottekes, half voor de lol, omdat het alweer een jaar geleden is. Zo bekijken we Afrika nog het liefst, het gemakkelijkst. We zien nooit hoe de straathoeken en de sociale media gonzen van het overleg, van elkaar moed inspreken, van weigeren te aanvaarden dat het leven er morgen (nog) slechter kan uitzien. Dat zou een foto zijn!

Hier zal het van komen. Denk ik. In de chique economische boekjes staat tegenwoordig ‘Africa rising’, omdat er geld verdiend wordt aan olie en de economie het op sommige plaatsen beter doet dan ervoor (applaus). Maar Africa zal risen door die mannen en vrouwen, die voelen dat ze niet aan de kant moeten gaan, die een offer hoger gaan inschatten dan een geschenk, die voelen dat absolute macht niet de oplossing is.