“‘'Vanuit Den Haag valt Burundi niet te vatten'’
Een donderslag bij heldere hemel was het allerminst, laat staan wat erop volgde. Al weken stroomden de geruchten binnen via collega’s in Den Haag en ter plaatse. Maar toch hoopten we allemaal dat hij het niet zou riskeren, dat hij een stap opzij zou zetten en rustig zou genieten van de beperkte stabiliteit die zijn eenpartijstaat nu genoot. Het mocht niet zo zijn: twee weken geleden kondigde Pierre Nkurunziza aan om – tegen de grondwet in – voor een derde ambtstermijn te gaan als president van Burundi. Betogers, ordetroepen en vluchtelingenstromen kwamen in beweging.
Vanuit het statige Den Haag volgden we de situatie van dichtbij. De organisatie waarvoor ik werk heeft namelijk projecten lopen in Burundi, en de stront aan de knikker was al van ver te zien.
Aanhangers van de regering werden bewapend, burgers verdwenen en geheimzinnige militaire operaties vonden plaats.
Nog voor de echte protesten begonnen, waren reeds 12.000 burgers over de grens gevlucht, in de weken erna zou dit cijfer groeien tot 40.000.
Langzaam begonnen wij er ook de gevolgen van te merken: experten die ter plaatse waren, werden onrustig, aankomende missies moesten worden uitgesteld en Rwandese collega’s vertelden dat er langzaam meer Burundese nummerplaten opdoken in Kigali.
Verbroken lijn
Voor de protesten uitbraken, vertrouwden we op onze lokale collega’s voor nieuws, maar eens het geweld losbarstte werd deze directe lijn verbroken: de weg naar hun kantoor werd afgezet, sociale media platgelegd, en de constante stroom aan mails viel stil.
Eerder zag hij een gehavend lichaam dat door de straten werd gesleept. Nu doemt een gitzwarte ruikpluim enkele straten verder op.
Al gauw waren we enkel toegewezen op nieuws dat binnensijpelde tussen de berichten van de aardbeving in Nepal, drenkelingen in de Middelandse Zee en xenofobie in Zuid-Afrika. Artikels over Burundi kopten met rechters die het land ontvluchtten, oppositieleden die werden opgepakt, de vrije media die het leven werden moeilijk gemaakt, betogingen waar er met scherp geschoten werd en intimidatie in het grondwettelijk hof.
Er werd ook gesproken over het Arusha-akkoord, over regionale stabiliteit, over diplomatiek overleg en over verkiezingscommissies. Het werd allemaal wat droog en moeilijk te volgen.
Beelden van Kathmandu en gekapseisde bootjes kregen dan ook voorrang in het journaal. Ook onze aandacht verslapte, en we hadden er al bijna vrede mee genomen dat Nkurunziza een derde ambtstermijn zou genieten.
Tot we na een lange radiostilte toch plots één van onze Burundese collega’s aan de lijn kregen. In één adem vragen we of alles goed gaat en hoe het zit met dat kwartaalrapport dat nog moet ingediend worden? ‘Dat kwartaalrapport? Dat zal moeilijk worden’, zegt onze collega.
Verdwaalde granaat
Betogers hebben barricades opgericht in zijn wijk, als reactie heeft de politie de wijk omsingeld. Hij moet binnen blijven, meer weet hij niet. Gelukkig zitten zijn kinderen al veilig in Kigali. Eerder zag hij een gehavend lichaam dat door de straten werd gesleept. Nu doemt een gitzwarte rookpluim enkele straten verder op. Later die dag rolt een verdwaalde granaat zijn tuin in. ‘Nee, dat kwartaalrapport zal niet lukken vandaag.’
Vanuit the International City of Peace and Justice – zoals Den Haag zich zo graag noemt – is de situatie van onze collega onmogelijk te vatten. We gaan door met werk, bezorgd over onze collega, maar ook over de deadline van dat kwartaalrapport.
Ik klap mijn laptop dicht en badge uit. Langs grasperkjes met uitgebloeide tulpen wandel ik naar huis. Een berichtje komt binnen op mijn GSM:
Ik denk terug aan de zwarte rook boven de wijk van m’n collega en wandel verder langs het Haagse Vredespaleis naar huis.