De ondraaglijke onzekerheid van een vluchteling
“‘Niemand wil ze hebben: de status van een Dublinvluchteling’
Lies Gallez is ongerust. Omar, een negentienjarige Malinese jongen die ze een jaar geleden leerde kennen, verdween enkele weken geleden van de radar. Zijn gsm-nummer is afgesloten. Via Instagram en facebook is hij niet meer te bereiken. In zijn laatste berichten galmde het van de wanhoop en onmacht.
De ingang van het Asylcamp, Zirndorf Duitsland
Copyright
Sinds juli vorig jaar probeert Omar om zijn leven in Duitsland zo goed mogelijk vorm te geven. Na een opsluiting van twee maanden in 127Bis in België was dat niet gemakkelijk. In Duitsland had hij al zoveel geleden. De broodnodige operatie aan zijn verminkte hand werd op de lange baan geschoven. Dat ontmoedigde hem. Zijn grootste droom is schilder worden. Dat hij zijn handen als noodzakelijk beschouwt, kan je hem niet kwalijk nemen. Uiteindelijk zocht hij alleen iemand die dat inzag. Omdat hij dat na al die tijd niet gevonden had, kwam hij naar België.
Belgische heimat
Maar hij is een Dublinvluchteling en dus werd die vlucht naar ons land al snel wettelijk afgestraft. Volgens de Europese wetgeving is het land waar vingerafdrukken voor het eerst afgenomen worden hét land dat verantwoordelijk blijft voor de hele asielprocedure, in Omars geval dus Duitsland. Hij vroeg me vaak: ‘Waarom kan ik niet zelf kiezen?’ Dan voegde hij toe: ‘Hier, in België, voel ik me thuis_.’_ Wanneer ik hem vroeg hoe hij zich in Mali voelde, antwoordde hij: ‘Daar was het moeilijk voor mij, ik was altijd alleen. Dat is heel gevaarlijk.’ Het verdriet om het verlies van zijn beide ouders was nog altijd prangend aanwezig.
Midden juli vorig jaar zette België hem op een vliegtuig naar München. Dat kon zonder problemen, want ons land volgde gewoon de Dublinverordening op. Wettelijk hadden wij geen poot om op te staan.
Home sweet home
Bij zijn aankomst in München werd Omar twee uur lang opgesloten. Van daar moest hij op zijn eentje in Zirndorf raken. Met zijn sportzak als enige bagage nam hij drie treinen. Het was 33 graden en hij beheerste de Duitse taal toen niet goed. De reis duurde meer dan zeven uur. Hij had recht op een opvangplaats in een “Asylcamp”. Zes weken verbleef hij er. Tot hij een nieuwe verblijfsplaats kreeg in Rehau, vlakbij de Tsjechische grens.
Omar’s hand bij aankomst in België
Copyright
Met zijn nieuwe advocaat begon hij aan een nieuw asieltraject. Al snel was duidelijk dat hij daar geen recht meer op had, omdat hij Duitsland enkele maanden geleden zomaar verlaten had. Om toch een waterkans te maken op één of ander verblijfsrecht, moest Omar naar school gaan om Duits te leren.
‘Ik ben niemand, ik ben niet belangrijk. Niemand wil mij’
In de ideale wereld ging hij ook wekelijks naar een therapeut. Op zich klinkt dit eenvoudig. In de werkelijkheid was dit voor Omar praktisch onhaalbaar. ’s Nachts kon hij amper slapen, hij at net genoeg om te functioneren, hij kreeg steeds donkerder gedachten. Hij verweet Duitsland dat het land niets om hem gaf. Maandenlang moest hij zich verplaatsen. Zonder papieren, waardoor de politie vrij spel kreeg en hem telkens opnieuw kon oppakken. Hij kon zich niet verdedigen. Achteraf zei hij me vaak: ‘Ik ben niemand, ik ben niet belangrijk. Niemand wil mij.’
Mes op de keel
Steeds vaker ontving hij dreigende brieven van Auslanderbehörde, de Duitse Dienst Vreemdelingenzaken. Ze dreigden met gigantische geldboetes en het ontnemen van zijn rechten als hij niet deed wat hem gevraagd. Daardoor leefde hij in constante angst. Ik vermoed dat hij zelfs bang werd om te leven, om eenvoudigweg te bestaan. In de laatste brief die hij ontving, moest hij een reispas van Mali voorleggen. Dat document zou hij via een Malinese advocaat moeten verkrijgen. Tussen de brief waarin de Duitse overheid hem die instructies gaf en de datum waarop hij desbetreffende document moest voorleggen, zaten twee weken.
Veertien dagen dus, om een officieel document uit een corrupt land (want in Mali zijn op dit moment nog altijd meer dan 12.000 veiligheidsmensen tewerkgesteld en dagelijks vallen bij de grens met Burkina Faso nog 300 doden) te bemachtigen. Die brief was de druppel. Het mes stond op zijn keel.
Boosheid als taal
In zijn laatste voiceberichten galmde het van de wanhoop en onmacht. Tegelijkertijd was hij boos, boos op het systeem, op Duitsland, op de wereld. En zelfs boos op mij. Boosheid kon hij gemakkelijker kanaliseren en daaronder zat natuurlijk een bodemloos verdriet.
Zijn gsm-nummer is afgesloten. Via Instagram en Facebook is hij niet meer te bereiken. Hij is met de noorderzon verdwenen. Ik voel me duizelen. Waar is hij? Leeft hij nog?
Sinds die laatste berichten ik hem niet meer gehoord. Eerst wilde ik hem wat ruimte geven. Na een week radiostilte trok ik aan de alarmbel. Ik verwittigde een vrijwilligster van het huis waar Omar woonde. Zij bevestigde mijn vermoeden. Al tien dagen heeft ze hem niet meer gezien. Het nieuws stompte me in mijn maag.
Zijn gsm-nummer is afgesloten. Via Instagram en Facebook is hij niet meer te bereiken. Hij is met de noorderzon verdwenen. Ik voel me duizelen. Waar is hij? Leeft hij nog? Waarom is hij zomaar vertrokken? De ene vraag volgt de andere in een hoog tempo op. Ik besef dat er niemand is die mij die antwoorden zal kunnen geven. Die onzekerheid is een ondraaglijk feit.
Schaakmat
Wist Duitsland al die tijd dat hun eisen hem mentaal volledig zouden kraken? En was dat misschien hun bedoeling zodat de overheid niet moest opdraaien voor zijn dure handoperatie? In een belangrijk medisch verslag dat in handen is van de Duitse overheid stond zwart op wit dat deze jongen dringende én intense psychologische begeleiding nodig had. Die heeft hij nooit gekregen.
Van het leven dat hij ooit in Duitsland probeerde op te bouwen schiet nu niets meer over. Ik weet niet eens of hij al zijn spullen heeft meegenomen. Zijn mogelijke vlucht naar een ander land zal zijn probleem niet oplossen. Hij is niet vrij. Hij is een Dublinvluchteling. Hij heeft geen recht op keuzes. Ik weet niet eens of hij nog dromen heeft. Zelfs die heeft zijn moeizame asieltraject ondertussen van hem afgenomen.