“‘Verborgen Chinese mijnbouw in Bolivia’
‘Bijna overal in de Nor Carangas provincie merken we de schade die de mijn toebrengt aan het milieu en onze gezondheid. Bij de Sallala rivier zijn de waterbronnen opgedroogd. Al sinds onze voorouders wijden we ons aan het houden van lama’s. Dat is onze bron van inkomsten. Maar als de waterrijke gebieden opdrogen... water is gezondheid, water is leven. We zijn erg bezorgd over onze toekomst en we krijgen geen cent van de winst.’
In deze emotionele toespraak vraagt Wálter Gutiérrez Calle, uit de gemeenschap Andapata, aandacht voor de problemen die zijn gemeenschap ondervindt door de kopermijnbouw in de regio. De man is door enkele milieuorganisaties uitgenodigd in Cochabamba op een symposium over mensenrechten, transnationale bedrijven en Chinese hegemonie, om te praten over de Chinese mijnbouw-expansie in Latijns Amerika.
De Turco-Choquecota regio is beroemd om de traditionele lama en alpaca veeteelt.
©Silke Ronsse
De hoofdstad van lama’s en alpaca’s
De Choquecota gemeente, waar Wálter vandaan komt, is een geïsoleerd gebied in het westen van Bolivia, niet ver van de grens met Chili. De inwoners van Choquecota behoren tot de inheemse Suyu J’acha Carangas. Deze etnische groep leeft van kleinschalige landbouw en veeteelt. Het houden van lama’s is daarbij de belangrijkste bron van inkomsten van de gemeenschappen die in het ruwe hoogland wonen.
Eigenlijk waren de dorpelingen van Andapata nog helemaal niet goed op de hoogte
Sinds kort is hier de macht van het Chinese kapitaal doorgedrongen die hun traditionele manier van leven bedreigt. Het mijnbouwbedrijf D-Cobre S.A. begon 5 jaar geleden met het winnen van koper en wil nu een tweede mijn openen op de grens tussen de Turco en Choquecota gemeenten. Het bedrijf is Boliviaans maar 70% van de investeringen in het bedrijf komen van Chinese financiers.
Kleinschalige mijnbouw in het gebied is niets nieuws, maar nooit kende de regio industriële mijnbouw in de proporties van D-Cobre S.A. Het eerste project ‘Cuprita’ telt zo’n 500 hectaren. Met de opening van een tweede locatie komen daar nog eens 900 hectaren bij, vlakbij de Andapata gemeenschap waar Wálter woont.
Eigenlijk waren de dorpelingen van Andapata nog helemaal niet goed op de hoogte van de mijnbouwactiviteiten van D-Cobre S.A in hun leefgebied. Veel dorpelingen hoorden een half jaar geleden pas voor het eerst over de grootschalige koperwinning. Toen begon het consultatieproces bij de lokale bevolking, zoals bij wet verplicht is voor het openen van een nieuwe mijnbouwlocatie.
Van alle uithoeken van het departement Oruro komt men naar Turco voor de jaarlijkse lama- en alpacabeurs.
©Silke Ronsse
Verborgen Chinese mijnbouw operaties
Victoria, een jonge milieuactiviste die uit het gebied komt, legt in een interview uit hoe dat komt. Het mijnbouwbedrijf, dat in 2012 de regio binnenkwam, werkte in het geheim: ‘Niemand wist ervan. Het was geen publieke informatie en er is nooit om toestemming gevraagd.’
Ze zeggen dat ze de dorpelingen een gunst verlenen omdat het bedrijf ontwikkeling zal brengen. Op deze manier proberen ze hen te misleiden tijdens de consultatiemomenten’
In 2014 werd een nieuwe mijnbouwwet aangenomen die bedrijven verplichtte een consultatieproces met de lokale bevolking uit te voeren alvorens een nieuwe operatie te starten. ‘Maar de wet heeft geen betrekking tot concessies die al enkele jaren eerder toegekend waren, die zijn niet terug te draaien’, voegt Victoria toe. Omdat het gebied afgelegen is en er geen onafhankelijke organisaties werken die de sociale- en milieu-impact van mijnbouwprojecten monitoren, kunnen de bedrijven in Choquecota rustig hun gang gaan.
Voor de uitbreiding van het project met een tweede open pit kopermijn Cuprita 2 werd het consultatieproces uitgevoerd in Andapata, de gemeenschap waar Victoria vandaan komt. Ze legt uit dat het bedrijf profiteert van het gebrek aan bewustzijn van de gemeenschappen over de gevolgen van mijnbouw.
‘Er wordt druk op de lokale bevolking gezet. Ze zeggen hen dat ze snel moeten besluiten of ze mijnbouw willen. En ze hebben geen voorkennis. Ze hebben nooit uitgebreid gepraat over het project en ze zijn nooit geïnformeerd over de gevolgen die het kan hebben op hun leefomgeving. Ook zeggen ze dat ze de dorpelingen een gunst verlenen omdat het bedrijf ontwikkeling zal brengen. Op deze manier proberen ze hen te misleiden tijdens de consultatiemomenten’.
Waterschaarste en milieuvervuiling
Open-pit metaal mijnbouw heeft per definitie een negatieve impact op de natuurlijke omgeving omdat de oppervlakte met explosieven wordt uitgegraven waardoor er een diepe kuil ontstaat. Daarnaast wordt er zwavelzuur of zoutzuur gebruikt in het winningsproces van koper. Dat zijn chemische en giftige goedjes die als een magneet de metaaldeeltjes aan zich binden.
De open-pit mijn Kori Chaca werd onlangs gesloten. Enorme zoutvlaktes, hopen ertsafval en een open put gevuld met rivierwater blijven over.
©Silke Ronsse
Vaak wordt het vervuilde mijnwater niet goed opgeslagen om kosten te drukken. Als er scheuren in een dam ontstaan, komen de zuren en zware metalen in hoge concentraties in het grondwater terecht. Dit is levensgevaarlijk voor mens, dier en de natuurlijke omgeving. De biodiversiteit in een gebied neemt af, landbouw wordt onmogelijk en er zijn grote gezondheidsrisico’s voor de lokale gemeenschappen.
Van het weinige water dat overblijft, wordt er veel gebruikt in de mijnbouwindustrie.
Wálter spreekt in zijn toespraak ook over het opdrogen van waterbronnen. Door klimaatverandering smelten de gletsjers van het Andesgebergte in snel tempo. In het droge seizoen zijn de Bolivianen in het hoogland sterk afhankelijk van het smeltwater van deze ijsmassa’s.
Eind vorig jaar, het droogste jaar in 25 jaar tijd voor Bolivia, protesteerden duizenden inwoners van La Paz tegen het watertekort. Van het weinige water dat overblijft, wordt er veel gebruikt in de mijnbouwindustrie. Dagelijks wordt er 10.000 kubieke meter water doorheen gejaagd voor mijnbouw. Dat is twee keer zoveel als de hoeveelheid water die dagelijks in hoofdstad La Paz gebruikt wordt.
Het grote Poopómeer ten zuiden van Oruro, niet ver van Choquecota, is inmiddels helemaal opgedroogd. Dit komt door klimaatverandering maar ook door de mijnbouw in het gebied waar veel water voor wordt gebruikt. Mijnbouw als oorzaak van waterschaarste is onderbelicht in Bolivia en wordt niet erkend als één van de oorzaken van conflicten over water door de Boliviaanse overheid die nauw samenwerkt met de mijnbouwindustrie.
De hooglanden van Oruro zijn een extreem droog gebied waar maar weinig gewassen kunnen groeien. Het mijnbouwproject “Cuprita” bevindt zich in de bergen achterin de foto.
©Silke Ronsse
Groen licht voor uitbreiding ondanks tegenstemming
Met activisten van het WasiPacha collectief organiseerde Victoria een workshop in Andapata om de lokale gemeenschap te informeren over de gevolgen van kopermijnbouw en de rechten die ze hebben als inheemse groep. Ze hoopten dat deze kennis de positie van de dorpelingen versterkt tijdens het consultatieproces.
De workshop leek vruchten af te werpen. Tijdens de laatste consultatiebijeenkomst op 7 juli weigerde de gemeenschap het project definitief: ‘Wij wijzen de implementatie van mijnbouwprojecten af door de ecologische, sociale, culturele en religieuze schade die het kan veroorzaken.’
Ondanks dat verschillende gemeenschappen tegen het project stemden, heeft de kopermijn toch groen licht gekregen
Ondanks dat verschillende gemeenschappen tegen het project stemden tijdens de consultatie, werd begin oktober duidelijk dat de uitbreiding van de kopermijn toch groen licht had gekregen van het ministerie van mijnbouw. De uitkomst van de verplichte volksraadpleging, zoals vastgelegd in de mijnbouwwet van 2014, is namelijk niet doorslaggevend voor de uiteindelijke beslissing.
Dat maakt het consultatieproces slechts een formaliteit. Echte zeggenschap, in de vorm van vetorecht, hebben de dorpelingen niet. Je kan je afvragen wat voor zin een consultatie heeft wanneer de uitkomst niet bindend is.
Het ministerie van mijnbouw heeft uiteindelijk het laatste woord en zal in bijna alle gevallen de belangen van de mijnbouwindustrie beschermen. De Boliviaanse regering is nauw verweven met de extractivistische industrie waar het Boliviaanse ontwikkelingsmodel sterk afhankelijk van is.
Turco en Choquecota staan bekend om hun lamavlees en alpacawol en behalen de beste prijzen op de jaarlijkse beurs.
©Silke Ronsse
De Chinese expansie in Latijns-Amerika
De milieuproblemen die de Suyu J’acha Carangas gemeenschappen ondervinden door Chinese mijnbouw en de schending van hun rechten door het bedrijf, die hiermee gepaard gaan, zijn niet uniek. Latijns-Amerika is de afgelopen jaren een steeds belangrijkere bestemming geworden voor Chinese investeerders.
Boliviaanse regering maakt het steeds aantrekkelijker voor Chinese bedrijven om grondstoffen te winnen
De Chinese expansie die zich in rap tempo uitbreidt in Latijns-Amerika, richt zich vooral op sectoren die negatieve gevolgen hebben voor het milieu: petroleum, mijnbouw en de agro-industrie. In Peru controleren Chinese bedrijven meer dan 40 procent van de mijnbouwprojecten. In Ecuador zijn Chinese bedrijven actief in olie-exploitatie in de Amazone. Deze projecten zijn omstreden op sociaal en ecologisch niveau en veroorzaken veel conflicten.
Een van de conclusies van het symposium in Cochabamba was dat ook de Boliviaanse regering het steeds aantrekkelijker maakt voor Chinese bedrijven om grondstoffen te winnen in het land en dat ze in toenemende mate de mijnbouwsector domineren.
In het Westen dragen wij echter ook deels de verantwoordelijkheid voor de mistoestanden rondom kopermijnbouw. Koper is een relatief goedkope grondstof die gebruikt wordt voor de transport van elektro in auto’s, telecommunicatie netwerken en computers. Koper is het voornaamste mineraal dat door Chinese bedrijven in Latijns-Amerika gewonnen wordt, met name voor de Chinese productie van elektronica waar de EU dan weer een belangrijke afnemer van is.
Deze wereldblog was enkel mogelijk door het vele opzoekwerk en de schrijfkunsten van Floor van der Hout.