Verdreven in Colombia

Blog

Verdreven in Colombia

Verdreven in Colombia
Verdreven in Colombia

‘Ik ben zo’n vijf keer gevlucht en telkens heb ik geprobeerd om terug te keren. Maar vandaag woon ik nog steeds buiten mijn territorium, ik ben nog steeds op de vlucht.’ Het verhaal van Omar, een sociaal leidersfiguur op de vlucht.

In Córdoba is de terreur door de gewapende groepen erg sterk.

Door de jarenlange aanwezigheid van het geweld, zijn sociale organisaties kapot gemaakt.

Hoewel de situatie is gekalmeerd, hebben veel mensen schrik om te spreken.

In deze context begeleidt Broederlijk Delen samen met lokale en nationale organisaties een groep leidersfiguren. Velen zijn moeten vluchten. Het leefgebied van sommigen wordt nog steeds bedreigd. Stuk voor stuk hebben ze een aangrijpend verhaal. Dit is het verhaal van Omar.

Omar woont momenteel in Alto Sinú (Córdoba) maar komt oorspronkelijk uit Antioquia, een ander departement. Hij had er een boerderij met zijn gezin. ‘We vormden een mooie, grote en goed georganiseerde gemeenschap. Er waren landbouw- en veeteeltbedrijven, kerken, een luchthaven, een medisch centrum… Alles wat de gemeenschap nodig had, was er. Dat hebben we verkregen door te onderhandelen met de staat en door onze eigen investeringen.’

‘Nu begrijpen we waarom mensen verdreven werden uit deze streek.’

De gemeenschap is gelegen in een streek waar er steeds conflict is geweest. Het territorium is een doorgangsplaats tussen het binnenland en de zee voor het uitvoeren van drugs en het importeren van wapens. Het is een strategische plaats voor de gewapende groepen om zich te verstoppen.

Vandaag beseft de gemeenschap dat er meer op het spel staat. De multinationals zijn geïnteresseerd in natuurlijke rijkdommen zoals water, zuurstof… Ze begonnen met het bouwen van megaprojecten. De mogelijkheid bestaat dat ze mijnen gaan exploiteren voor goud, petroleum…

‘Nu begrijpen we waarom er zoveel interesse was om mensen te verdrijven uit deze streek.’

Vluchten

In 1980 vluchtte Omar voor de eerste keer uit zijn streek. Door bezetting van de guerrilla moesten ze opnieuw vluchten in 1988. Er vond een massamoord plaats. De politie en het leger probeerden het geweld te stoppen, maar de mensen moesten toch vluchten. Negen jaar later, moesten ze weer vertrekken door het geweld: ‘Ze vallen huizen binnen. Mensen hebben schrik en vertrekken.’

‘Wanneer ik terugkeerde, werd ik vervolgd door het leger en de politie. Ze zagen me als guerrillero. Ik ben altijd leider geweest. Daarom zagen ze me als een verdachte. Ik ben nooit in contact geweest met gewapende groepen, ik was enkel leider in de gemeenschap. Ik ben vertrokken en teruggekeerd.’

Daarna is Omar nog verschillende keren verdreven door de guerrilla. Als leider van de gemeenschap werd hij bedreigd. Hij vluchtte uit zelfbescherming.

Opnieuw beginnen

‘Het is zwaar om steeds alles achter te laten wat je hebt opgebouwd. Om terug te keren en terug van nul te beginnen. In 1999, wanneer ik vluchtte uit zelfbescherming, had ik een groot bedrijf. Ons huis hebben ze verbrand. Ik moest vertrekken met wat ik op mijn lijf droeg. Het maakt je heel erg emotioneel.’

‘Gelukkig hebben we begeleiding  gekregen van psychologen, leiders… van nationale en internationale organisaties. Ik heb veel geleerd in deze begeleiding. Ik verloor alles. Ik kwam van de hogere, rijke klasse. Van rijk naar arm gaan, raakt je psychologisch. Maar wanneer je de begeleiding hebt, wordt wat een verlies leek omgezet in winst. Je leert het leven op een andere manier te aanschouwen. Je leert leven met weinig. En je leert om solidair te zijn. Ik begon andere personen en gemeenschappen te bezoeken, om te kijken hoe het hen verging.’

Angst omzetten in kracht

‘Ik begeleid gevluchte families, families die slachtoffer zijn van geweld en gemeenschappen die terugkeren. Ik weet hoe te begeleiden omdat ik begeleid ben geweest. Veel mensen hebben schrik van gewapende groepen. Het overwinnen van deze angst is een proces. Men moet leren en afleren. Vertrouwen leren hebben waar er wantrouwen was. Het overwinnen van angst begint bij het vergeven, ik spreek uit eigen ervaring. Ik begon met de guerrilla, paramilitairen en leger te spreken wanneer ik in het openbaar kon zeggen ‘ik kan hen vergeven voor wat ze gedaan hebben’. Als je de angst hebt overwonnen, kan je luisteren. Luisteren totdat je diegene begrijpt die je schade heeft berokkend. Hij is ook slachtoffer geweest, als hij zich ook begrepen voelt, dan kan er gepraat worden. Op die manier begeleid ik gemeenschappen om te recupereren wat hen is afgenomen. Reconstrueren van wat er was van aan cultuur, geloof, traditie… neemt veel tijd. Mensen willen in een jaar heropbouwen waar ze 50 jaar over hebben gedaan.’

Terugkeren?

‘De grond waar ik opgegroeid ben, blijft me roepen. Ik weet dat ik steeds zal terugkeren, maar het behoort niet langer aan mij toe. Het behoort toe aan anderen. Ik zou kunnen terugkeren maar mijn familie zal mij niet meer volgen. Ze zijn gesetteld hier. Het is niet langer de droom om naar daar terug te keren en er te wonen. Ik heb geleerd dat er ook ander land is. Maar er blijft een sterke verbondenheid.’