“‘Syrische hulpverlener: ‘Vijftig collega's zijn gevlucht’’
15 maart is de dag van een triest jubileum: 5 jaar oorlog in Syrië. Ruim 4 miljoen Syriërs ontvluchtten hun land om de bommen en het geweld te ontkomen. Onder hen apotheekmanager Ahmed.
De 26-jarige apotheekmanager Ahmed wist te ontkomen toen een helikopter vatenbommen dropte op het ziekenhuis in Syrië waar hij werkte.
Ahmed is echter vastberaden zijn landgenoten te blijven helpen. Elke dag steekt hij vanuit Turkije de grens over terug zijn land in om medicijnen en hulpgoederen te brengen.
Vatenbommen op een ziekenhuis
‘Ziekenhuizen en medische staf zijn primaire doelwitten in Syrië, juist omdat wij proberen mensen in leven te houden. Ik heb zelf meerdere aanvallen op medische voorzieningen overleefd. Zoals die keer dat een helikopter vijf vatenbommen dropte op het ziekenhuis waar ik werkte, in Fafeen, ten noorden van Aleppo. Het ziekenhuispersoneel en de patiënten renden radeloos alle kanten op. Het was zuiver pech of geluk of je wel of niet geraakt zou worden.’
Vele ziekenhuismedewerkers zijn dan ook gevlucht, net zoals duizenden anderen. ‘Zo’n 50 van mijn collega’s zijn met hun familie gevlucht en verblijven nu in Al Salamah of in tenten in een kamp langs de grens.’ Maar de grens is gesloten. ‘En vele mensen bivakkeren er zonder een dak boven hun hoofd, in de hoop Turkije in te kunnen komen.’
Elke dag de grens over
Inmiddels werkt Ahmed voor Artsen zonder Grenzen en is hij apotheekmanager in Kilis, Turkije. Elke dag steekt hij de grens over om medicijnen en hulpgoederen te brengen in Syrië. Dit doet hij samen met de apotheekmedewerkers van het Artsen Zonder Grenzen-ziekenhuis in Al Salamah in Syrië, in het grensgebied met Turkije.
‘Vorige week hebben we in Aleppo een ronde gemaakt om medicijnen en andere spullen die ze nodig hebben om mensen te verzorgen, te brengen. We hebben 10 ziekenhuizen, 5 gezondheidsposten en 5 eerstehulpposten in Aleppo-stad en 5 ziekenhuizen in de omgeving van een voorraad voor 3 maanden voorzien.’
‘Gelukkig laten de Turkse grenswachten ons de grens over, zodat wij hulp kunnen verlenen in Syrië. Ik wil dit blijven doen, ik voel dit als mijn plicht naar mijn landgenoten.’