“‘Viking- en vulkaantoerisme’
In de centrale winkelstraat Laugavegur –vanuit vogelperspectief een pallet van kleurrijke daken– slijten toeristische winkeltjes vikingbeeldjes, expeditie-uitrusting en robuuste truien met ruitenmotief gemaakt van wol van IJslandse schapen. In het Fallologisch museum –‘het enige penismuseum ter wereld’– vergaapt een handvol toeristen zich aan meer dan tweehonderd exemplaren op sterk water. Van walvissen, ijsberen, zeehonden en één homo sapiens. In 2011 trok het museum 12.00 bezoekers.
‘Whale watching tours’, schreeuwen grote billboards voor de haven van Reykjavik, de toeristenboten liggen voor anker. Walvisspotting, het is maar een van de redenen waarom toeristen naar IJsland trekken. Uit een onderzoek van de IJslandse Toeristische Dienst blijkt dat acht op tien buitenlanders het eiland bezoeken ‘voor zijn natuur’: vulkanen, geisers en gletjers, watervallen en warmwaterbronnen, ongerepte landschappen, wijdse vergezichten en het unieke noorderlicht.
Goedkope kroon
Verder wordt ‘n toeristenverlijf in IJsland gekruid met sagen en vikingverhalen, een gezellige hoofdstad zonder Starbucks of Zara, en dat de meesten vlot Engels spreken is ook mooi meegenomen. Bovendien maakt de zwakke IJslandse kroon dat een tripje naar het tot voor de crisis peperdure eiland plots voor veel Europeanen en Amerikanen nu wel haalbaar is geworden. Vooral Amerikaanse, Britse, Noorse, Deense, Duitse Zweedse en Franse toeristen vinden hun weg naar Reykjavik en omstreken.
In 2009 was toerisme in IJsland goed voor zes procent van het bnp en voor 8500 jobs. Het aantal internationale bezoekers is bijna verdubbeld op tien jaar tijd. In 2000 waren er dat zo’n 300.000, in 2010 bijna 490.000 en in 2011 maar liefst 565.000. Als de trend aan dat tempo aanhoudt, verwacht IJsland 1 miljoen bezoekers tegen 2020.
Friend of Iceland
Ook Gunnar ziet wel graten in toerisme ‘want van film en theater alleen kan ik niet leven’. Hij lanceert eerstdaags een nieuwe website, Friend of Iceland, een soort boekingskantoor voor buitenlandse bezoekers. ‘Het idee is dat we toeristen in contact brengen met gewone IJslanders. Je kan gaan dineren met locals, een dag op ’n boerderij gaan werken, dat soort dingen. Deze week lanceren we de site via een Facebookcampagne, en daarna zien we wel hoe het loopt.’