Waar was u op 26 april 1986?

Blog

Waar was u op 26 april 1986?

Waar was u op 26 april 1986?
Waar was u op 26 april 1986?

Ik was er nog niet. Mijn ouders zaten in hun zetel voor de buis terwijl Armand Pien vertelde dat het allemaal geen kwaad kon. Ver weg in Oekraïne gaf het mislukken van een kernproef een drastische wending aan het leven van duizenden families uit ‘de Zone’ rond Tsjernobyl. Een jaar en een dag later zou ik geboren worden. Achtentwintig jaar later zit ik, nog nagenietend van een verjaardagscava, gekluisterd aan een Kempense bioscoopzetel mijn ogen uit te kijken op de gevolgen van kernenergie in Cuba en Tsjernobyl. Ik lach, om geweldig goede zwarte humor en goudvissen, en ween stilletjes, om zwarte pagina's in de geschiedenis die veel te snel zijn omgedraaid en nieuwe pagina's die veel te lang wit blijven.

Vorige maand, precies een dag voor mijn verjaardag, was het 29 jaar geleden dat een mislukt experiment zorgde voor een ontploffing van reactor 4 in de kerncentrale van Tsjernobyl, Oekraïne.

De autoriteiten zijn pas vorige maand overgegeaan tot onmanteling van reactoren 1, 2 en 3, die nog jaren na 1986 zijn blijven doordraaien.

De regering in Kiev heeft omgerekend 28,5 miljoen euro voor de ontmanteling uitgetrokken.

Mijn gezicht trekt daar wit van, wetende dat er dicht bij huis ergens barstjes zitten in kernreactoren en ver weg in mijn geliefde Azië mijn vrienden in Japan misschien ook zo lang, of nog langer, moeten wachten op antwoorden.

Bij de ramp in Tsjernobyl kwamen 31 mensen om het leven. Meer dan 100.000 mensen moesten worden geëvacueerd en een grote wolk met radioactief materiaal kwam in de lucht terecht. Bewoners van ruim 90 steden en dorpen in een straal van 30 kilometer rond de reactor worden geëvacueerd uit hun huizen om nooit meer terug te keren.

De laatste overlevende

Dinsdag 28 april trakteerde het Belgische collectief BERLIN een publiek van verschillende maatschappelijke en culturele organisaties en ondernemers tijdens een pitchingsessie in het kader van MOOOV filmfestival op een intieme inkijk in het leven van één van de laatste overlevenden van de ergste nucleaire ramp in de geschiedenis.

Sinds 2011 volgt BERLIN Pétro en Nadia, een ouder echtpaar uit Zvizdal, één van de steden in de buurt van Tsjernobyl, dat de evacuatie en een in Kiev aangeboden appartement weigerde om al bijna dertig jaar onverwoestbaar stand te houden in één van de meest eenzame, ongezonde en mistroostige oorden ter wereld.

Wanneer vorig jaar achtereenvolgens de hond, het paard, de uitgemergelde koe en ook Pétro overlijden, blijft Nadia, intussen 89, alleen achter met twee kippen en wat aardappelen om de winter te overleven. Met ‘Zvizdal’ brengen de makers een poëtische, trage documentaire over eenzaamheid, overleving, armoede, hoop en liefde tussen twee mensen temidden van het onzichtbare maar permanente stralingsgevaar. BERLIN hoopt tegen eind dit jaar voldoende fondsen te kunnen verzamelen om terug te gaan en Nadia op te zoeken. Als ze hierin slagen en ook voldoende netwerk en steun vinden om de documentaire tegen volgend jaar uit te brengen bij het grote publiek, kan dit een uniek historische getuigenis opleveren in het debat rond kernenergie.

Taj Mahal in Cuba?

Terwijl in Europa en Azië steeds meer stemmen opgaan om kerncentrales te sluiten en Fukushima en Tsjernobyl niet te vergeten, vragen drie generaties Cubanen zich in La obra del siglo (vertaling: ‘het grootste project van de eeuw’) af wat er zou gebeurd zijn als de wereld hen niet vergeten was.

ECN (Electro Nuclear City), de eerste kerncentrale op Cuba, moest ooit het meest megalomane project van de Sojvet-Unie worden.  Na de val van de Muur werden de bouwwerken halverwege stilgelegd om voor altijd vergeten te worden.

De Cubaanse arbeiders en ingenieurs die tot op vandaag nog in woonblokken rond de ruïne wonen, kunnen zich enkel verbeelden wat kernenergie voor hun leven zou kunnen betekend hebben. Zouden ze ook geëindigd zijn zoals Tsjernobyl of zou hun economische en sociale situatie rooskleuriger zijn als het geloof in de Cubaanse revolutie en hun werkgelegenheid niet samen met de Muur en de bouwplannen van de centrale was gevallen? Zouden ze nog in leven zijn? En zouden we hen herinneren?

Met deze tweede langspeelfilm maakt de veelbelovende Cubaanse cineast Carlos Quintela een haast surrealistisch portret van een land dat bijna volledig tot stilstand is gekomen. Tussen de onafgewerkte ruïnes proberen de achtergebleven arbeiders en hun families in de sombere woonblokken te vergeten zonder zelf vergeten te worden.

Vergeten spookstad

Quintela vertelt het fictieve verhaal van drie generaties Cubanen, grootvader Otto, vader Rafael en zoon Leo, die door omstandigheden gedwongen samenwonen in een claustrofobische flat met uitzicht op de kerncentrale, met alle gevolgen vandien. De echte protagonist van het verhaal is echter de uitgewoonde kerncentrale, een staaltje industriële megalomanie dat meer weg lijkt te hebben van de Taj Mahal dan een functioneel bouwwerk in de Cubaanse jungle.

Electro Nuclear city moest het grootste project van de eeuw worden. Nu staat de onafgewerkte ruïne van wat ooit de eerste kerncentrale in Cuba moest worden als een Taj Mahal misplaatst in de Cubaanse jungle.

Het geheel, de juxtapositie van fictie in zwart-wit en documentairemateriaal uit de archieven van de Cubaanse omroep in kleur, komt op het eerste zicht kakafonisch over maar naarmate het verhaal tussen de drie mannen uitrafelt, begint de kijker de intenties van de regisseur te begrijpen. Het verschil tussen de positieve, revolutionaire geest van het verleden en de sombere, haast cynische sfeer van het heden kan niet groter zijn. Door het plotse stilleggen van de bouwwerken lijkt het leven rond de kerncentrale nooit geboren, maar evenmin overleden.

Het verhaal van de drie Alfamannetjes die gedwongen moeten samenleven is ook het verhaal van Cuba, een verhaal van machisme, van sterker en groter willen zijn dan al het andere. Quintela steekt zijn afkeer van utopisch denken niet onder stoelen of banken. Het verhaal maakt een humoristisch portret van een land dat op de golf van de Sovjetmegalomanie de wereld wilde tonen dat het van belang was, een klein eiland dat iets groots zou verwezenlijken en uiteindelijk de Cubanen opzadelde met onbeantwoorde verlangens.

Grootvader Otto verlangt naar het patriotisme van voor de revolutie toen alles nog mogelijk was, Rafael geloofde zijn hele leven in de revolutionaire droom die hij nu langzaam ziet vervagen met het roest op de kerncentrale. Het cynisme van de jonge Leo belichaamt de uitzichtloosheid van een nieuwe generatie Cubanen voor wie een gebrek aan hoop stilaan een levenswijze is geworden.

‘La obra del Siglo’ vertelt het verhaal van drie generaties Cubanen die noodgedwongen onder één dak moeten leven. Jonge Leo weerspiegelt de frustraties van een jonge, cynische generatie voor wie hoop nooit heeft bestaan.

Een niet onbelangrijke rol is weggelegd voor grootvader’s goudvis, Benjamin, die kost wat kost moet in leven gehouden worden. Vissen hebben een geheugen van vijftien seconden, een capaciteit die de bewoners van de woonblokken goed van pas zou komen.

De bewoners van de spookstad, die door de betrokken landen liefst vergeten wordt, worden achtervolgd door het verleden, wat Quintela toont met kleurrijke archiefbeelden die tussen het verhaal sluipen. Hoewel de prachtige zwart-wit beelden fictie aangeven, is het grijze bestaan en de frustraties van de drie heren een realiteit voor heel veel Cubanen.

De propagandabeelden uit het archief van de Cubaanse televisie verbeelden een wereld vol roem, rijkdom en kleur die de bewoners in de grijze spookstad beloofd werd maar waar ze vandaag enkel nog van kunnen dromen. Net als de personages zich enkel kunnen afvragen of ze echt beter af waren geweest met een kerncentrale, laat Quintela de kijker op zijn honger zitten over wat hij er echt zelf van denkt. Over kernenergie en alternatieven heb ik zelf tot op vandaag geen onderbouwde mening.

Ik wil het niet, maar raak verdwaald in de argumenten voor en tegen alle alternatieven die er momenteel bestaan. Ik hoop alleen dat zowel beleidsmakers als ingenieurs hun verstand gebruiken om hun mening wel te onderbouwen, zodat ik me, of mijn kinderen en kleinkinderen, niet zullen moeten afvragen waarom we de wereld zijn vergeten en de wereld ons. Ik hoop ook dat films als deze een plaats krijgen in het debat, al is het maar omdat ze ons herinneren aan onze nietigheid en tegelijk onze macht om te vernielen of scheppen.

Deze bijdrage werd geschreven door Tess Vonck, één van de Jonge Turken van MO*.