Wanneer mensen ontmenselijkt worden

Blog

Persoonlijke impressies uit Lesbos

Wanneer mensen ontmenselijkt worden

Wanneer mensen ontmenselijkt worden
Wanneer mensen ontmenselijkt worden

Voor de tweede nacht op rij slaapt een Koerdisch Syrisch gezin van acht op straat, voor de poort van Pikpa, het vluchtelingenkamp waar ik werk. Ze sloegen op de vlucht voor vechtpartijen in kamp Moria.

© Lize Van Dyck

© Lize Van Dyck​

Voor de tweede nacht op rij slaapt een Koerdisch Syrisch gezin van acht op straat, voor de poort van Pikpa, het vluchtelingenkamp waar ik werk. Ze vluchtten vanuit Syrie, via Turkije, op een rubberen boot tot op Lesbos. Zoals alle andere vluchtelingen werden ze in Moria kamp gestoken, waar op vrijdagnacht 25 mei een groot gevecht losbarstte tussen Koerden en Arabieren, en waardoor dit gezin opnieuw op de vlucht sloeg. In de hoop een veilige plaats te vinden bij Pikpa, -waar het kamp voor bekend staat-, wilden ze net als vele anderen de voorbije week binnen komen en een bed en maaltijd vragen.

Nee zeggen tegen een gezin met kleine kinderen en een oude hoestende man, is allicht een van de verschrikkelijkste dingen die elkeen van ons ooit in ons leven heeft moeten doen. Niet omdat wij hen niet wilden verwelkomen. Wel omdat de stad Mytilini, de politie en een groot aantal lokale handelaars en hoteluitbaters ons aanklagen voor overlast en dreigen het kamp te sluiten, ook al was het de politie zelf die hen naar hier stuurde. Het Grieks ministerie zei de asielprocedures van deze Koerden stop te zetten en hen terug te sturen naar Turkije, indien ze deze week niet terugkeerden naar Moria. Grote woorden waar ze gelukkig op terug kwamen, bij het besef dat dit zou ingaan tegen de Rechten van de Mens.

Intussen hielpen we de Koerdische gemeenschap bij de onderhandeling met de Moria directie, rond een aantal eisen betreffende veiligheidsgaranties, leefbare woningen en voeding. Indien deze ingelost worden, keren de Koerden op eigen initiatief—niet echt uit vrije wil—terug naar Moria.

Liever in de oorlog

Op de tweede avond met het gezin op straat, bleef ik samen met de vertaalster een tijdje bij hen zitten. We kregen een tas thee (ze mogen wel onze sanitaire voorzieningen en elektriciteit gebruiken) en na een tijdje praten, zei de pater familias: ‘Als we dit geweten hadden: vluchten van de oorlog in Syrie, de gevaarlijke overtocht van Turkije naar Lesbos, om vastgezet te worden in Moria kamp en ook daar voor ons leven te moeten vluchten, en uiteindelijk hier op straat te belanden, dan waren we liever in de oorlog in ons thuisland gestorven.’

‘Als we dit geweten hadden: vluchten van de oorlog in Syrie, de gevaarlijke overtocht van Turkije naar Lesbos, om vastgezet te worden in Moria kamp en ook daar voor ons leven te moeten vluchten, en uiteindelijk hier op straat te belanden, dan waren we liever in de oorlog in ons thuisland gestorven.’

Volgens Bart De Wever waren de ouders van Mawda niet enkel slachtoffer. Kozen ze er zelf voor om hun kinderen in levensgevaar te brengen. BDW heeft duidelijk nog niet vaak met een vluchteling gesproken, want dan zou hij met meer ingetogentheid op een dergelijk drama reageren.

Het woord vluchteling betekent volgens de definitie van het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties uit 1951: iemand die vervolging te vrezen heeft vanwege zijn ras, godsdienst of politieke overtuiging, of omdat hij/zij tot een bepaalde sociale groep behoort of een bepaalde nationaliteit heeft.

Mensen vluchten niet zomaar. Koerden vluchten voor de spanningen in Syrië, Irak en Turkije en het geweld en onrecht dat hen al jaren aangedaan wordt. Vluchtelingen zijn mensen die vluchten voor hun leven. Omdat ze in hun thuisland vervolgd, opgejaagd en vermoord worden.

Wij werden geboren in het vreedzaam en rijk België, Mawda en haar ouders, net zoals vele anderen, waren wel degelijk slachtoffer van het lot, en werden geboren in Syrië.

De meest kwetsbaren

Sinds een maand werk ik op Lesbos, het eiland waar vanaf 2015 het gros van de bootvluchtelingen uit Syrië, Irak en Afghanistan, maar ook verschillende andere oorlogsgebieden aanstromen. Op foto’s van dat jaar, zie je stranden gevuld met reddingsvesten. Nu vind je er sporadisch nog een, of dekens en kleren die bij aankomst vergeten worden. De meeste worden meteen opgeruimd door kustwacht en ngo’s.

Volgens de UNHCR (Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties) statistieken kwamen hier tussen 14-29 mei 1115 vluchtelingen aan in een rubberen bootje.

In Moria, het grootste kamp, verblijven 8000 mensen, terwijl de toegelaten capaciteit 2500 is. De berichten over de hel van Moria zijn intussen gekend. Dus zal ik het nu hebben over Pikpa Camp, waar ik als vrijwilliger werk.

Pikpa vangt de meest kwetsbare vluchtelingen op. Dit betekent: zwangere vrouwen, mensen met een handicap, andere zware medische condities, LGBT of getraumatiseerde mensen. Een derde van onze bewoners is een kind.

Tot voor kort werkten vijfentwintig vrijwilligers samen met een vast team bestaande uit tien Grieken en expats, in harmonie met de bewoners (residents, ipv het stigmatiserende refugees) aan een project dat doet aan gemeenschapsopbouw, educatie en medische opvang. Met 120 vaste bewoners werd Pikpa door de meeste hulpverleners op het eiland beschreven als de mooie bubbel, in vergelijking met de horrorverhalen van Moria. Mensen kunnen bij Pikpa tijdelijk thuis komen, vrienden maken, hulp krijgen, en het belangrijkste: met waardigheid behandeld worden.

© Lize Van Dyck

© Lize Van Dyck​

Maal drie

Sinds het gevecht in Moria, op 25 mei, ontvluchtten negenhonderd Koerden Moria, en verspreidden ze zich over Larsos (een kamp o.l.v. Humans for Humanity), Stage 2 en Pikpa.

Van nacht op dag veranderde deze plek van een harmonieuze bubbel in een opvangcentrum voor gewonde, bange en getraumatiseerde vluchtelingen.

Bij Pikpa betraden op vrijdagnacht eerst zeventig mensen het terrein, met politiecombi’s of te voet. De dagen nadien volgden er een driehonderdtal meer. Het is onmogelijk het exacte aantal te geven, aangezien onze hekken niet hoog en vol prikkeldraad zijn zoals Moria en ook onze poort overdag open staat. Voor zover we weten zitten we plots met minstens drie keer ons oorspronkelijk aantal.

Van nacht op dag veranderde deze plek van een harmonieuze bubbel in een opvangcentrum voor gewonde, bange en getraumatiseerde vluchtelingen.

Zoals steeds zeggen verschillende bronnen verschillende dingen: velen wijten de uitbraak van het gevecht aan de spanning tussen de verschillende manieren van praktiseren van religie, in deze het vasten tijdens de Ramadan. De Arabische moslims vasten, de Jezidi en Koerden doen dat veelal niet, ook al komen ze uit dezelfde regio’s. Geruchten doen de ronde over welke kant de andere aanviel. Er wordt aan haatzaaierij gedaan door beide kanten. Wat zeker is: alle mensen hier zijn bang om terug te keren naar Moria.

Burgeroorlog verplaatst

Als we even uitzoomen zien we dat deze burgeroorlog enerzijds verplaatst werd van Syrië en Irak naar hier, anderzijds dat religie alweer een excuus is voor geweld, en dat waar het echt toe doet een probleem van een andere allure is: oorlogen om geld, macht en middelen en hele bevolkingsgroepen die op de vlucht slaan en geen degelijke opvang krijgen. De Europese Unie is verdeeld en vluchtelingen worden steeds meer als politiek onderhandelingsobject ingezet.

Ik vraag me af wat rechtse regeringsleiders zouden doen als ze met hun familie enkele maanden in Moria vast zouden zitten, zonder hoop of zicht op een einde, wachtend in de onderwereld. Of zouden zij vluchten, met of zonder papieren, in de hoop een betere en veiligere plek te vinden?

Moria. 8000 mensen in een plaats die voorzien is voor maximum 2500. Sanitaire voorzieningen zijn schaars, vuil en onveilig (vele vrouwen gebruiken ze niet uit -terechte- angst voor verkrachting), elke dag breken er gevechten uit, gezinnen slapen in open lucht met enkel een zeil boven hun hoofd. Een kamp waar ziektes als TBC en Hepatitis stevig huis houden…

Frustratie

De ngo’s en veldorganisaties doen het vuile werk. De lokale bevolking is gefrustreerd en verzuurt aanzienlijk. En de overheden, EU en VN wijzen elkaar met de vinger. De Griekse regering doet niets. Volgens de Europese Commissie ontvangt de Griekse regering nochtans erg veel geld voor de opvang van vluchtelingen.

Op de vraag waarom er dan geen afgevaardigden van de stad Mytilini of Lesbos waren, bleef op de laatste VN meeting een degelijk antwoord achterwege en werd dan maar een cliché opgedolven: ‘Dit is Griekenland, het is moeilijk werken en alles gaat traag’. Je zou echter denken dat als er zoveel geld mee gemoeid is, de Europese Commissie wat druk kon zetten en op zijn minst zou achterhalen waar het geld is gebleven. Want op Lesbos zien we er niets van. De Europese Unie schuift de verantwoordelijkheid van de tafel, en Griekenland en Turkije moeten het onderling maar uitvechten, lijkt het.

Dweilen met de kraan open. Vluchtelingen leven in een no mans land. Een in-between-zone, zonder enige duidelijkheid, zekerheid of stem. Dit zijn mensen als wij.

Ondanks een verdriedubbeling van het aantal inwoners, zijn onze sanitaire voorzieningen en keukens schoon, braken er nog geen rellen uit en reageert het gros van de nieuwkomers met veel dankbaarheid en behulpzaamheid op ons werk. Kinderen komen uit hun schulp, volwassenen zeggen goeiedag en stellen zichzelf voor tijdens de maaltijden of bij het ontvangen van basisvoorzieningen.

Wanneer ik enkele nachten geleden wat dekens naar een familie bracht, werd ik uitgenodigd aan ‘tafel’, om een karige maaltijd op de tentvloer met hente delen. Mijn hart brak al zo vaak op Lesbos, van de schoonheid en lelijkheid der mens. Deze week herstarten we de kinderactiviteiten. Het zal een chaos van jewelste zijn, maar ik kijk nu al uit naar de glimlachende gezichtjes en de rust die we de ouders even kunnen gunnen.

Dit zijn mensen, zoals jij en ik. En het wordt tijd dat onze overheden dit gaan beseffen.

De meningen die ik uit in dit artikel zijn geschreven vanuit mijn persoonlijk perspectief. Pikpa kamp kan hiervoor in geen geval verantwoordelijk gesteld worden.