“‘Warriors from the East, reggae met een missie’
Vorige week ontmoette ik Ghetto Grade en Ras Magere, de twee kernleden van Warriors from the East. We spendeerden de dag hoog in de wolken in hun afgezonderde studio. Het isolement helpt bij meditatie en inspiratie. We praatten over de band, de muziekindustrie, Rastafari, het vervlogen socialisme en meer.
Onderweg naar Arusha overloop ik mijn vragen nog eens, terwijl iemand in het busje luidkeels een wondermiddel verkoopt.
De gezette dokter krijgt veel aandacht terwijl hij de blanken verwijt dat ze ongezonde frisdranken het land binnenbrengen. De mensen kijken naar mij, maar mijn aandacht zit ergens anders. Ik heb veel goesting in wat komen zal. Niet iedereen krijgt de kans om een grote reggae band te interviewen.
Nog voor dat we de stad binnenrijden, pak ik de piki piki, een taxibrommer, om van de hoofdweg stijl naar boven te rijden op de flanken van Mount Meru. Daar heb ik afgesproken met Ghetto Grade (Odek Ojango Ogeta). De lange, smalle rastaman springt mee op de brommer. We puffen met drie mannen zo nog verder naar boven, richting de studio van Warriors from the East. Het groene en onaangetaste landschap is een verademing.
De studio is rommelig, maar er hangt een sfeer van creativiteit. Je voelt bijna dat de band hier al jaren heeft gezweet en gezweefd. Lwanda Magere Ataka, zijn artiestennaam is Ras Magere, is er nog niet. Later blijkt dat hij ergens Franse les volgt, en nog snel zelf een djembé les heeft gegeven.
In die vier uur met zijn tweetjes spelen en luisteren we naar muziek, praten over gezamenlijke interesses en kijken wat televisie. GG is onder de indruk van Gorki, muziek die hij echt voelt als hij zijn ogen sluit, en van Selah Sue. Het is plezant en het wachten stoort niet. Ondertussen ben ik de Tanzanian Flexible Time wel al gewoon.
Plots verschijnt Ras Magere via de achterdeur. De bijna slaperige sfeer verandert meteen. De goedlachse Ras blijkt een spraakwaterval te zijn. Ik vind de focus en de energie weer. We vinden alle drie dat het tijd is voor ons interview.
Bekend maar toch zo klein
Warriors from the East is een reggae band van Arusha. Naast reggae spelen ze dancehall en Afro-fusion. Ze spelen en toeren sinds 2003, en hebben sindsdien opgetreden op verschillende festivals in Oost-Afrika. De Warriors hebben onder andere twee nationale awards gewonnen voor beste reggae song, en ze worden beschouwd als de beste reggae band van Tanzania en zelfs Oost-Afrika. Ondertussen hebben ze reeds elf albums.
De belangrijkste distributiebedrijven werken niet op een correcte manier, we zouden niet betaald worden.
Ik had het geluk om jullie live te zien optreden in Moshi. Ik hoorde toen vele invloeden zoals roots reggae, wat meer populaire sounds, een vleugje bongo flava, afrojazz, Masaï vocals en anderen. Vinden jullie ook dat jullie muziek een mix is van verschillende genres en invloeden?
GG: Ja, ik denk dat je inderdaad vele invloeden in onze muziek kan herkennen. De basisstructuur blijft Afrikaans, en zoals je zegt vindt je ook een beetje bongo flava en zelf wat jazz tussen de reggae. Die reggae invloed komt van muziek uit de Caraïben, maar de Oost-Afrikaanse authenticiteit blijft de structuur van onze muziek, en dat zal zo blijven. Invloeden zijn Bob Marley, Pete Tosh, Alpha Blondy, Ali Farka Touré, Burning Spear, Israel Vibration, en ook meer recente muziek zoals Groundation en SOJA.
Waar kan ik jullie albums vinden?
GG: De albums worden niet verspreid via distributeurs, we verkopen ze zelf. De belangrijkste distributiebedrijven werken niet op een correctie manier, we zouden niet betaald worden. Meestal maken we zo’n 100 à 150 exemplaren. Tijdens onze concerten trachten we deze dan te verkopen via onze muziekstand. Op die manier hebben wij al redelijk wat cd’s verkocht. We zouden natuurlijk liever nog meer albums verkopen, als er een georganiseerde distributielink zou bestaan die onze muziek degelijk en correct kan verdelen.
Dus op dit moment is het onmogelijk om je muziek te verdelen op een eerlijke manier in Tanzania, zodat jullie ook een deel van het geld krijgen?
RM: Er is nu veel plagiaat en corruptie in de muziekindustrie. Als je muziek vrijkomt, wordt het meteen gestolen. Je zal het overal horen, maar als band krijgt je er niets van terug. We zouden echt graag een internationale distributeur vinden, om zo ook winst te maken op de lange termijn. Nu wij onze muziek zelf nog verkopen, gaat het geld meteen naar de band. Op die manier kunnen we leven doorheen het jaar.
Ondertussen vertellen GG & RM dat het de laatste 20 jaar moeilijk opboksen is tegen de populaire genres, zoals bongo flava. In de jaren ’90 speelde de radiozenders nog reggae van in de ochtend tot ’s avonds, met bekende artiesten als Jackie Mittoo en Justin Kalikawe. Op dit moment zijn de Warriors bijna de enige band die zendtijd krijgen, zowel op de radio als op vele tv-kanalen. Hun bescheidenheid siert hen, maar het besef is er wel degelijk dat ze de bekendste reggae band van Tanzania en zelfs Oost-Afrika zijn.
Investeringen in hoge kwaliteit van opnames doet de Warriors onderscheiden van de rest. Verder realiseren ze dat het harde werk pas komt na de opnames, wanneer ze radiostations afschuimen, netwerken en de band trachten te promoten. Wat hun aantrekkelijk maakt, is dat de nadruk ligt op live muziek, terwijl de 49 andere artiesten van de top 50 een cd laten afspelen tijdens een show.
Muziek voor iedereen
Denken jullie dat muziek een belangrijk deel uitmaakt van het dagelijkse, culturele leven van de Tanzanianen?
GG: Jah man! In Afrika is muziek heel belangrijk. Niets kan zonder muziek; een begrafenis, elke bijeenkomst, politieke speeches, gebeden, tijdens transport… iedereen probeert een bepaalde sfeer te creëren via muziek.
RM: Daarbij komt ook nog dat historische muziek vaak gebruikt is om gevoelige onderwerpen in verschillende gemeenschappen aan te brengen. Via muziek kan je onderwijzen, je kan een bewustzijn creëren. Je kan de stem zijn voor onderdrukte groepen in de maatschappij en de problemen die ze hebben betekenis geven. Het is zeker en vast een sociaal hulpmiddel. Zo hebben wij bijvoorbeeld al songs geschreven voor en over de albino’s, aids en de verkiezingen. Met het albinolied trachten we mensen te sensibiliseren om de albinomoorden te stoppen. We promoten ook ons land met songs over de Kilimanjaro en Serengeti. We hopen maatschappelijke verandering te brengen via onze muziek.
Kunnen jullie mij meer vertellen over de muziekindustrie in Tanzania en wat jullie daarover denken?
GG: De muziekindustrie is lastig. Alles is geconcentreerd in de financiële hoofdstad Dar es Salaam. Als je iets nodig hebt, moet je naar Dar. Het is een bureaucratie met veel corruptie. Als je een video voorstelt, kunnen ze je proberen omkopen. Hoe meer geld je legt, hoe meer kans je krijgt dat de videoclip op tv zal komen. Ze gaan ook enkel één single willen opnemen en promoten. Er is helemaal geen cultuur aanwezig die albums tracht te maken en verkopen. Dat maakt het zeer moeilijk voor talentvolle bands om een album uit te brengen. De muziekpromotors hebben helemaal geen idee wat kwaliteitsvolle muziek is. Het zijn zakenlui, geen muzikanten. Foute muziek waar geld aanhangt wordt gepromoot. De massa wordt zo gevoed door deze ‘populaire muziek’. Het maakt de muziekindustrie corrupt en hard. Goede muzikanten krijgen geen kans, terwijl mensen met geld gemakkelijk zendtijd kopen. Met zendtijd komen contracten, weet je. Wat je in de muziek investeert krijg je zelden terug. Enkel als je een groot management team, zakenmensen en fans met geld hebt in je project kan je het meteen maken als muzikant. Het is moeilijk als je het stap per stap probeert te doen, zoals wij.
Slechte ervaringen
Ze vertellen dat ze zelf al regelmatig slechte ervaringen hebben gehad in de corrupte kermis die de muziekindustrie is. Ze betaalden bijvoorbeeld eens 300 000TSH om hun videoclip op tv te krijgen. Dit is nooit gebeurd. Pas nadat vele fans naar de televisiezenders belden, begonnen de Warriors from the East zendtijd te krijgen. Verder hekelen ze het feit dat een groot deel van de bevolking kiest voor de populaire figuren, en niet perse voor de muziek. GG en RM vinden dat de mensen worden gemanipuleerd en gevoed door de promotors.
Reggae is de muziek die mensen verbindt via het hart, de beat gaat op dezelfde manier.
Is reggae enkel stedelijke muziek?
RM: Ik geloof dat reggae muziek is voor iedereen. Mensen luisteren in de steden, maar ook in de getto, in de auto, in rurale gebieden, de motorjongens terwijl ze rijden… zelfs diep in de rurale dorpen. Vraag iedereen wie Bob Marley is of wie de Warriors from the East zijn, en ze zullen je vertellen dat ze het weten. Reggae is aanwezig in elke klasse van de maatschappij.
En denken jullie dat reggae enkel zwarte muziek is?
GG: Neen. Muziek overtreft alle grenzen. Kleuren, rassen, structuren, alles. Muziek is de enige internationale taal die gesproken wordt door iedereen. Eigenlijk is reggae muziek één van de enige muziekgenres die gespeeld wordt door iedereen. Kijk naar de Duitse reggaemuzikant Gentleman. We houden van zijn muziek en kijken keer op keer naar zijn concerten! Verder heb je nog UB40, een grote fundering voor de reggaemuziek, Groundation, SOJA… reggae is toegankelijk. Als je kan mediteren en jezelf diep kan nestelen in de muziek, dan verbindt iedereen via de beat. De reggaebeat is zoals een hartslag. Reggae is de muziek die mensen verbindt via het hart, de beat gaat op dezelfde manier. Als je in staat bent dit te doen, dan voel je je vrij. Daarom is het ook muziek voor revolutie en voor de vrijheid van mensen. Elke persoon kan deze connectie voelen, het is toepasselijk voor iedereen.
RM: We zijn zelfs al gevraagd in China! En we spelen ook muziek met internationale artiesten, zoals muzikanten uit Peru of Jamaica.
Net op het moment dat ik voor een pauze vraag, wordt er aan de deur geklopt. Het is niet Sinterklaas, maar voor GG en RM toch wel een beetje. ‘We hebben geluk, de ganja planter is net gearriveerd!’
Na onze langdurige pauze is het tijd voor wat zwaardere vragen, terwijl er een nietsvermoedende, lachende baby tussen onze voeten kruipt.
De boodschap
Hebben jullie bepaalde bedoelingen of boodschappen voor jullie publiek?
RM: We willen dat de mensen keizer Haile Selassie kennen. Als je Selassie kent, ken je vrede. Dan weet je wat liefde voor de mensheid betekent. Weet je, hij is de eerste persoon die opkwam en sprak voor de vrijheid van de hele mensheid. Onze belangrijkste boodschap is dus om zijne grote majesteit te kennen. Hij is degene die de verspreiding van peace & love in de wereld heeft gebracht. Zijn visioen zou in praktijk moeten worden omgezet over de hele wereld. We moeten allemaal mensen worden van een nieuw ras. We moeten vooroordelen overwinnen! Zijn filosofie is dat zolang een bepaald ras superieur is en een ander inferieur, men de ganse wereld moet gidsen naar een plaats waar iedereen tezamen leeft als gelijke. Als de mensen hem zouden kennen, zou de Aarde een betere plaats zijn.
GG: Verder hebben we ook culturele boodschappen. We willen Afrikanen leren hun eigen cultuur en natuurlijke bronnen meer te appreciëren. We benadrukken bijvoorbeeld dat de Kilimanjaro belangrijk is, maar milieubehoud en onrechtvaardigheid in sommigen groepen in de maatschappij, zoals waarden tegenover vrouwen en kinderen, zijn dat ook. Onze muziek wordt dus zeker gebruikt om boodschappen te verspreiden. Er is een gezegde in Swahili dat luidt Msanini kioja ja mi. Dit betekent: de artiest is de meter van de samenleving. Wij hebben ook de plicht om te luisteren naar wat er gebeurt in deze wereld en dat te verspreiden.
De artiest is de meter van de samenleving. Wij hebben ook de plicht om te luisteren naar wat er gebeurt in deze wereld en dat te verspreiden.
Zijn alle leden van de band Rastafari?
RM: Weet je, Rastafari is een manier van leven. Het is helemaal geen dreadlock-ding. We geloven in de boodschap van peace & love, tezamen leven als een eenheid, waar mensen vooroordelen overwinnen. Ik zou zeggen dat de meesten in de band leven zoals Rastafari, ja. Zo is er bijvoorbeeld onze Masaï zanger, die geen dreads heeft. Hij is een traditionele Masaï, you know. Rastafari is een manier van leven waarbij je ook je eigen cultuur kan volgen. Hij, als Masaï, past ook perfect in onze band.
Je zegt dat Rastafari een manier van leven is, maar vind je dan ook dat het spiritueel of religieus is?
GG: Ik zou zeggen… spiritueel. Rastafari heeft een spiritueel aspect, maar het is helemaal niet religieus. Religie heeft een reeks regels die men moet volgen, er is een soort van adoratie. Rasta Fari is de Afrikaanse koning van Ethiopië, en degenen die hem prijzen worden Rastafari genoemd. De koning is religieus, hij is orthodox. Dat was de eerste religie in Afrika. Nu is Rastafari een perspectief dat je aanneemt in het leven, hoe je je dagen beleeft. Wij zijn bijvoorbeeld vegetarisch. Wij doen dingen die andere mensen niet doen, maar dat is allemaal niet strikt. Het is geen doctrine.
Is het roken van weed deel van het leven van Rastafari?
RM: Ja, weed is een kruid zoals elke andere. Bijvoorbeeld de thee die we zonet hadden, citroengras, is genezend. Weed is hetzelfde, net zoals citroengras. Traditioneel kookten mensen in Afrika weed, en dronken de thee of mixten het met groenten. Als wij kinderen waren, zagen we de ouderen weed roken. Het was gekend als een medicijn voor de ouderen. Ook als kinderen ziek werden, werd de vloeistof van de plant gebruikt om hun te genezen. Als je de weed plet, en de vloeistof eruit haalt, kan dit veel lichamelijke problemen oplossen. Voor Rastafari is het ook een spiritueel kruid. Het helpt om te mediteren en diep na te denken, bijvoorbeeld bij de creatie van onze songs. Je kan ook helemaal in de stemming geraken van de gitaar, je zal niet verdwalen.
Vinden jullie weed roken belangrijk?
GG: Het is heel belangrijk. Als je rookt, dan zorgt de THC ervoor dat je high wordt. Tijdens deze high ben je in staat om je energie te kanaliseren in wat je aan het doen bent. Je kan niveaus bereiken die je normaal nooit zal halen. Weed doet je een instrument bespelen zoals je nooit tevoren hebt gespeeld. Je verrast jezelf zo telkens weer. Deze niveaus zijn belangrijk voor onze muziek.
Muziek is ook politiek
Na hun droom te bespreken, ze willen internationale bekendheid bereiken om zo hun boodschap te verspreiden, belanden we bij politieke kwesties.
Als we vandaag nog socialisme hadden, zou Tanzania andere landen helpen, en lenen aan andere landen. Maar de realiteit is dat we vandaag lenen van andere landen.
Door jullie eerste president, Nyerere, die zijn presidentschap is gestart met de onafhankelijkheid van Tanzania in 1961 en met zijn socialisme, ontwikkelde het land in zijn eigen tempo met een nationale focus. Er was niet veel connectie met de buitenwereld. Er was geen televisie tot 1994 en de radio speelde tot dan enkel lokale muziek. Denken jullie dat dit geholpen heeft in de evolutie van Tanzaniaanse muziek?
RM: De socialistische structuur die onze grondlegger Nyerere heeft neergezet was de beste structuur ooit. In deze socialistische structuur had iedereen de opportuniteit om gehoord te worden. Er was geen omkoping, geen corruptie. De gehele gemeenschap groeide tezamen. Het was trager ja, maar tenminste tezamen en gelijk. Er was geen kloof tussen rijk en arm. Als er goede muziek was van Tanzania, kreeg dit zendtijd, versta je? Als de boodschap goed zat, hielden de mensen ervan.
RM: Nyerere is afgestapt in 1985, samen met zijn ganse socialistische kabinet. Dan is het land een kapitalistisch en imperialistisch systeem geworden. Veel buitenlandse producten kwamen het land in, ook muziek. Deze muziek nam stilaan de plaats in van lokale muziek. Hetzelfde gebeurde met de buitenlandse structuren om met muziek om te gaan, wat de weg leidde richting corruptie in de muziekindustrie. Het socialisme was een goede structuur… iedereen had rechten. Als Indiër, als Rasta, eender welk religie je volgde. Nyerere accepteerde rastas. Hij zette zelfs Rastafari op belangrijke posten, en gaf hen land. Ze werden geaccepteerd in Tanzania, en daar plukken wij nog de vruchten van. Ik prijs mijn koning, en niemand valt mij hierdoor lastig. Ik kan geloven wat ik wil, en kan ervoor uitkomen. In Tanzania zijn Christenen en Moslims gemixt op een vredevolle en harmonieuze manier. Verder was er door het socialisme geen tribalisme. Er zijn ongeveer 150 stammen, maar tribalisme is er nooit geweest, geen geweld. Swahili is onze taal, en iedereen spreekt het. Als we vandaag nog socialisme hadden, zou Tanzania andere landen helpen, en lenen aan andere landen. Maar de realiteit is dat we vandaag lenen van andere landen.
GG: Telkens wanneer er economische of politieke verandering is, verandert de muziek mee. Muziek vertegenwoordigt nog steeds een groot deel van de samenleving. Het kan muziek beïnvloeden op twee verschillende manieren: voordelig en nadelig. Het voordeel is dat wanneer internationale muziek zijn intrede deed, de lat hoger is gelegd. Wij, als Warriors from the East, probeerden minstens op hetzelfde niveau muziekclips te maken. Deze uitdaging heeft ons zeker geholpen. De nadelen zijn er natuurlijk ook. Als je nu naar een radioprogramma luistert, zal je tijdens de drie uur maar een half uur lokale muziek horen. In andere landen hoor je meer lokale muziek op de radio. Er is dus een balans tussen voor- en nadelen. Soms moet je verandering gewoon accepteren.
In oktober zijn er verkiezingen en dat merk je aan heel het land. Hoe belangrijk zijn deze opkomende verkiezingen?
GG: De verkiezingen zijn heel belangrijk, omdat ze maar om de vijf jaar gehouden worden. Je krijgt de kans om te kiezen voor de leiders en voor iets dat verschillende aspecten van het leven determineert. Het is de eerste keer dat Tanzanianen een digitaal systeem kunnen gebruiken om te stemmen. Het is ook de eerste keer dat de oppositie sterk staat in het land. De regerende partij had veel macht voor vele jaren, en nu is het de eerste keer dat de oppositie sterk aan de deur komt kloppen. De politieke sfeer of het schouwspel is aanwezig op dit moment, weet je. Je kan onmogelijk nu al zeggen of die kant of de andere kant zal verkozen worden. Wat je wel kan zeggen is dat het een vredig schouwspel is. Tanzania heeft een bepaalde manier om met politiek om te gaan. Welke partij ook zal winnen, de dag blijft voortgaan. We zullen het gezamenlijk accepteren. Toch moet ik vermelden dat veel niet opgeleide mensen de reële politiek niet verstaan.
Boodschap voor de Belgen
Ik bedankt ze voor hun tijd en de wijze woorden. Ik vraag tenslotte nog of ze een laatste, kleine boodschap hebben aan de lezers in België. Ghetto Grade schudt pijlsnel het volgende uit zijn mouw:
‘Ik wil jullie graag vertellen dat er in Oost-Afrika nieuw talent is en er nieuwe vibes ontstaan. De vibes die we nu hebben zijn er voor iedereen. In België moeten ze weten dat Tanzania, het land van de Kilimanjaro, het land van de bergen en de maan, het land van Serengeti, Ngorongoro en de meest verbazingwekkende plaatsen, ook fantastische muziek en mensen heeft. We moeten deze vibes delen! Of jullie naar hier komen, of wij naar daar gaan, eens we elkaar ontmoeten zullen we ondervinden dat wij verbinden en dat we vibes zullen delen.’
Ras Magere steekt zijn duim op, alles komt goed.
Je kan de Warriors from the East volgen op facebook. Hun muziek vind je op youtube, soundcloud en myspace. Het volledige interview kan je hier beluisteren. Reacties zijn zoals steeds welkom. En voor meer informatie: jens.depelchin@gmail.com