Wat wij van analfabeten kunnen leren

Blog

De moed om van nul te (her)beginnen

Wat wij van analfabeten kunnen leren

Wat wij van analfabeten kunnen leren
Wat wij van analfabeten kunnen leren

OKAN-leerkracht Lies Gallez bewondert de wilskracht en moed van jongeren die in ons land aankomen en nog moeten leren lezen en schrijven of schoolse gewoonten volgen. Hoe moeilijk moet dat niet zijn voor een puberende jongere? ‘Zij leren mij geloven in het verlangen naar een beter leven’.

meineresterampe / Pixavbay (CC0)

meineresterampe / Pixavbay (CC0)

Hoe moeilijk moet het niet zijn om als puberende jongere nog te moeten beginnen lezen en schrijven als je dat ook niet in je moedertaal geleerd hebt? OKAN-leerkracht Lies Gallez bewondert de wilskracht en moed van de jongeren die als analfabeet in ons land aankomen.

Dit jaar mag ik opnieuw lesgeven aan analfabeten. Het zijn jongeren die in hun eigen moedertaal niet kunnen lezen en schrijven. Ze komen in de OKAN-klas terecht waar ze, net als alle andere leerlingen, Nederlands leren. Het is vaak de eerste keer dat ze in hun leven naar school kunnen en mogen gaan.

Er is dus vanzelfsprekend heel veel dat zij moeten leren. En dan gaat het niet alleen over het leren van een nieuwe taal, maar ook het aanleren van bijvoorbeeld schoolse vaardigheden: een map op orde houden, een agenda correct invullen, de juiste pagina terugvinden tussen alle papieren.

In een klas is leren nooit eenrichtingsverkeer, dat maakt het net zo boeiend.

Ze worden niet alleen overladen door de informatie op school, tegelijkertijd maken ze ook kennis met een volledig nieuwe en andere maatschappij en dus ook met nieuwe waarden en normen. Voor hen is het vaak niet alleen een taalbad, maar een wereldbeeldbad en dat lijkt mij een heel ingrijpende ervaring.

Ik heb me de afgelopen dagen vaak de vraag gesteld wat ik van hen kan leren? Wat kan ik van een analfabeet leren? Want in een klas is leren nooit eenrichtingsverkeer, dat maakt het net zo boeiend. Iedereen die eraan deelneemt, verandert.

Dankbaarheid

Wat me elke les opnieuw opvalt, is de dankbaarheid waarmee die jongeren in de les zitten. Hoewel ze het vaak heel moeilijk hebben en vaak aan het staartje van de klas bengelen, zijn ze dankbaar dat ze naar school kunnen. Ze zijn dankbaar dat ze onderdeel zijn van een leerproces. Dankbaar dat een leerkracht de tijd neemt om hen iets te leren.

Uit die dankbaarheid vloeit vaak ook een vorm van oprechte beleefdheid voort. Ze zijn vaak de eersten in de rij voor we naar de klas gaan, de eersten die op een vrolijke manier ‘goeiemorgen, mevrouw’ zeggen. En de eersten die me een fijn weekend wensen.

Wilskracht en moed

Verder bewonder ik ook hun wilskracht en moed. Het is niet eenvoudig om als jongere van bijvoorbeeld zestien jaar nog te leren lezen en schrijven als je dat ook niet in je moedertaal geleerd hebt. Die jongeren hebben vaak zo’n immens grote schoolse achterstand. Ze moeten een papier leren perforeren, ze moeten een slijper leren gebruiken, ze moeten een balpen leren vasthouden, ze moeten leren dat je een werkblaadje ideaal gezien niet in een rode, maar een blauwe balpen invult.

We kunnen nooit genoeg moedige mensen hebben in België, denk ik ook vaak.

Al die dingen die wij als kinderen geleerd hebben, moeten zijn op een heel korte tijd zichzelf aanleren. De wilskracht waarmee ze dat doen vind ik fenomenaal. Al hebben zij natuurlijk ook moeilijkere dagen en al zijn ze vaak moe. Hun moeheid is - geheel terzijde - ook gegrond, als je beseft wat ze allemaal voor de kiezen krijgen.

Die wilskracht reikt ook veel verder dan wat zich in een schoolse context toont. Vaak zijn die jongeren gevlucht uit hun land van herkomst met de bereidheid en de hoop hier een beter leven te maken voor zichzelf. Ze komen letterlijk en figuurlijk vaak van ver en toch blijven ze positief.

Daarenboven hebben velen van hen hun ouders en familie achtergelaten in hun thuisland en hebben ze de weg alleen afgelegd. Dit overleef je niet zonder wilskracht en moed. We kunnen nooit genoeg moedige mensen hebben in België, denk ik ook vaak.

De uitdagingen

Als OKAN-leerkracht besef ik natuurlijk dat het niet evident is om die jongeren te laten meedraaien in een prestatiegerichte maatschappij als die van ons. Ik besef dat ze hun schoolse achterstand waarschijnlijk nooit volledig zullen kunnen inhalen. Ik besef ook dat die jongeren opbotsen tegen torenhoge vooroordelen over wie ze zijn en wat ze hier zoeken. En dat er mensen zijn die hen hier liever niet willen.

Dat laatste vind ik het moeilijkste, omdat ik die jongeren elke schooldag voor mijn neus heb, omdat ik hun inzet zie, hun bereidheid om nieuwe woorden te onthouden en te schrijven, hun dankbaarheid dat ze bijvoorbeeld het woord ‘stoel’ of ‘tafel’ kennen en dat de wereld die ze kennen opeens ook taal krijgt.

Wat zij mij geven

Zij leren mij geloven in het verlangen naar een beter leven. Zij leren mij begrijpen hoe noodzakelijk dat verlangen is en kan zijn. Zij leren mij dat dankbaarheid het begin is van alles. Zij leren mij dat moed geen hol concept is, het is geen modewoord dat in allerlei catchy citaten terug te vinden is op social media. Zij leren mij dat moed de standaard is waaraan je jezelf moet meten. Dat het je in beweging brengt in de richting van je dromen. En dat er simpelweg geen dromen zijn zonder.

Ik denk dat wij allemaal iets van analfabeten kunnen leren. Als we bereid zijn verder te kijken dan de vooroordelen, als wij hen kunnen zien voor wie ze zijn: jongeren met dromen. Zijn we dat niet allemaal ooit een keertje geweest? En doen we dat niet allemaal nog steeds: dromen?