Vakantie?
“‘‘We gaan vluchtelingen toch niet in hotels laten logeren?’’
Een Spaanse Rode Kruis-medewerkster wordt verwenst, bedreigd en beledigd omdat ze een migrant een troostende knuffel gaf. Zover is het ondertussen gekomen. De verdraagzaamheid tegenover mensen die ellende ontvluchten is tot een dieptepunt gezakt, merkt wereldblogger Pablo Alonso.
“new Brussels” wordt volop ontwikkeld. De prijzen van flats en lofts de pan zullen er binnenkort de pan uitswingen.
© Pablo Fernandez Alonso
Misschien hebt u wel gehoord van Luna. Een foto van deze Spaanse Rode Kruis-medewerkster ging vorige week viraal. Het beeld toont deze dame terwijl ze een uitgeputte man, net aangespoeld op een Spaans strand na een waarschijnlijk traumatische tocht, een knuffel geeft.
A Red Cross volunteer consoling a migrant in Spain’s north African enclave of Ceuta.
@BernatArmangue pic.twitter.com/2S6TqqsaAn
— ian bremmer (@ianbremmer) May 20, 2021
Ze doet hem voelen dat niet iedereen hem heeft afgeschreven. Dat er ook voor hem nog wat menselijkheid overblijft. Dat hij geen uitschot, maar een wezen met emoties is. En dat zij klaar staat om hem op te vangen en de eerste zorg te geven.
Mooi, denken u en ik waarschijnlijk. Een normaal, empathisch gebaar. Dat is dan helaas buiten de krochten van de social media gerekend. Het regende verwensingen, bedreigingen, beledigingen aan haar adres. Ze is zelfs moeten onderduiken en staat nu onder politiebescherming.
U leest het goed: omdat ze het waagde een man, daarenboven een Afrikaanse man, een migrant, in de armen te sluiten, is ze haar leven niet meer zeker.
De laatste weken bereikten ons weer al te bekende beelden van vluchtende mensen die proberen ons continent te bereiken. Lampedusa opnieuw overspoeld, pushbacks van lekke bootjes terug naar internationale wateren door de overheid van een EU-lidstaat, groepjes jonge mannen die vanuit Marokko de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla proberen te bereiken en hardhandig door “onze” politie worden teruggeranseld.
Af en toe slaagt zo’n beeld erin toch nog te verbazen. De besproken foto van Luna bv, of nog die foto van een jongen die, enkel ondersteund door aan elkaar geregen opgeblazen ballonnen – zo van die dingen die wij hier op verjaardagsfeestjes gebruiken, drijvend probeerde Fort Europa binnen te komen.
‘Opvangen ja, maar dan wel uit het zicht en ergens in onherbergzaam gebied’.
Er is ook verbazing van een andere soort. Zoals van die toeristen op Gran Canaria die met lede ogen moesten aanzien dat “hun” hotels voor een deel (een klein deel overigens) werden opgevorderd om de talrijke migranten op de Canarische Eilanden op te vangen. Die migranten, vertelden ze aan een journaliste, moesten zelf maar voor onderdak zorgen en dat doen op plekken waar ze het vakantieplezier niet vergalden. Ze vonden het zelfs volstrekt normaal om dat luidkeels aan die mensen op de hotelbalkons te laten weten.
Precies dat item op het avondjournaal heeft in mijn familie- en kennissenkring nog voor de meeste commotie gezorgd. Het zou kunnen dat zij, wetende dat migratie een thema is dat me na aan het hart ligt en waar ik me voor inzet, het diepst van hun gedachten over deze materie voor zich houden. Kwestie van de lieve vrede te bewaren.
Maar raken aan het heilige recht op onbezoedelde vakantie zonder confrontatie met de minder fraaie kanten van het leven aan de stranden van de Middellandse zee? ‘Ho maar … waar ging dit naartoe? Dat moest ik toch toegeven? Opvangen ja, maar dan wel uit het zicht en ergens in onherbergzaam gebied.’
Dan zou ik die het ongetwijfeld goedmenende mensen uit Knokke, Brugge, Gent en Tervuren willen meenemen naar enkele stukjes Brussel waar sommige van “die migranten” uiteindelijk terechtkomen nadat ze van Lampedusa, Ceuta, Sicilië, de Canarische eilanden of waar ook zijn verder getrokken.
Ze zullen zich moeten haasten, want diezelfde stukjes Brussel maken deel uit van “new Brussels” dat volop wordt ontwikkeld en waar binnenkort de prijzen van flats en lofts de pan uit zullen swingen. In het kleine stukje aan de haven waar de foto boven dit artikel werd genomen, komt zelfs een schattig buurtparkje!
Op dat lapje grond komen de geur, het zweet, de angst, de wanhoop, het verdriet, de schamelheid, het laten varen van elk beetje decorum samen. Als je vol schroom aan de rand van het gebied komt staan en kijkt of je niet iets kan betekenen voor iemand. Met een klein gebaar, net zoals Luna dat heeft gedaan. Om te laten zien dat ze niet door iedereen als uitschot worden beschouwd ook al wonen ze op een quasi vuilnisbelt.
Mooi uit het zicht, dat wel. En niemand zal het in zijn hoofd halen om in het Brusselse havengebied op vakantie te gaan.