‘Welkom in België’: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij

Blog

Eindelijk kan Aziz zijn vrouw en drie kinderen weer in de armen sluiten

‘Welkom in België’: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij

‘Welkom in België’: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij
‘Welkom in België’: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij

Goed nieuws uit de kringwinkel van Avelgem. Eindelijk kan Aziz, medewerker van blogger Rino Feys, zijn vrouw en drie kinderen opnieuw in de armen sluiten. Dankzij solidariteit, steun en medewerking, soms uit de meest onverwachte hoek, kwam aan de maandenlange lijdensweg onlangs een einde.

Rino Feys: ‘Aziz bracht een taart voor ons mee, om te vieren dat zijn familie eindelijk in België is toegekomen.’

© Rino Feys

Het is namiddag. Wie nu pauze heeft, zit in stilte taart te eten. Zoals gewoonlijk videobelt Aziz met zijn vrouw. Toch is alles anders nu. 
Het grootste verschil met enkele weken geleden is dat zijn vrouw en kinderen zich vandaag niet enkele duizenden kilometers van hier bevinden maar op een afstand van nog geen 500 meter.

Zijn kinderen zitten niet in een hotelkamer af te wachten, maar kunnen naar school. De warme maaltijd die hij deze middag at, werd niet door hemzelf maar door zijn vrouw bereid. Hij praat met haar, kijkt liefdevol naar zijn smartphone, voelt mijn blik en knikt glimlachend naar me, waarna hij zachtjes verder praat.

Ze zijn hier, eindelijk, gearriveerd. Hij stuurde me een foto, die zaterdagmiddag, vanop de luchthaven. Een selfie met z’n gezin op de achtergrond; die opluchting in z’n gezicht! Het was spannend tot het laatste moment. De dag dat zijn familie hier voor het eerst binnenkwam: de ogen van de kinderen groot om alles te kunnen zien.

Hij stelde ons, de collega’s hier op het werk, aan zijn familieleden voor maar ze kenden onze gezichten. We hadden elkaar al meermaals gadegeslagen via dat kleine schermpje tijdens hun vlucht of toen ze in die hotelkamer logeerden in Caïro in afwachting tot ze verder mochten reizen.

Bloedstollend

Maar nu zagen we elkaar in het echt. De twee meisjes, 11 en 9, keken nu vol koortsige verwachting om zich heen. Zijn zoon, 4,5 jaar oud, hing aan vaders broek. Ik maakte snel een rekensommetje: het kind was nog geen jaar oud, de laatste keer dat hij het in zijn armen hield.

Daarachter stond hun moeder, zijn vrouw. De ogen in dat jonge gezicht verraadden dat ze uitgeput was. We moesten elkaar lezen want we spraken elkaars taal niet. Een zachte blik waarin ik naast nieuwsgierigheid ook dankbaarheid zag. De kennismaking voelde heel intens aan, na de vele maanden lang vol onoverkomelijke problemen.

De ogen in dat jonge gezicht verraadden dat ze uitgeput was.

De hele ploeg hier leefde met Aziz mee. Al vanaf die bloedstollende dag in het voorjaar toen zijn vrouw en kinderen onder begeleiding van zijn broer het vaderland verlieten. Vanuit het door religieuze extremisten gecontroleerd gebied in Jemen naar Egypte. In een taxi over slechte wegen, met talloze checkpoints waar gewapende mannen hun papieren met argwaan bestudeerden.

Gelukkig werkte het alibi: een operatie die enkel in het buitenland uitgevoerd kon worden, en kwamen ze na een urenlange uitputtende rit in de luchthaven aan waar ze het vliegtuig namen naar Egypte. Aziz stond rood van de opwinding en toonde me gruwelbeelden van enkele dagen daarvoor, toen er op dat vliegveld nog een aanslag was gepleegd.

Maar alles verliep voorspoedig en tenslotte kwamen ze in het hotel aan. We wisten toen nog niet dat hun verblijf daar niet enkele weken maar meer dan 7 maanden zou duren.

Zoveelste tegenslag

Na een lange lijdensweg door misverstanden en slechte communicatie met vreemdelingenzaken kwam eind augustus het bericht dat de procedure opnieuw verder kon worden gezet. Daar hadden we 5 maanden op gewacht.

Twee weken later arriveerde de uitnodiging om de dna-testen te betalen, 200 per persoon, dat was dus 1000 euro. Hij kreeg het geld bij elkaar, maakte het bedrag over en vervolgens werd zijn familie uitgenodigd om de testen te laten afnemen in het testcentrum van de Belgische ambassade in Caïro.

De eerste afspraak misten ze, hoewel ze meer dan op tijd vertrokken waren. Een taxichauffeur die dacht dat hij met toeristen te doen had, besloot voor wat extra omzet te zorgen door een grote omweg te maken waardoor ze te laat kwamen.

Door de speaker van zijn gsm kon ik horen hoe de dokter ginds tekeer ging tegen de radeloze vrouw en kinderen.

Mijn medewerker stond met tranen in de ogen bij me terwijl ik dankzij de speaker van zijn gsm kon horen hoe de dokter ginds tekeer ging tegen de radeloze vrouw en kinderen. Haar smeekbedes haalden niets uit, er moest een nieuwe afspraak gemaakt worden.
 
De zoveelste tegenslag voor het gezin maar een mailtje naar de ambassade waarin de situatie werd uitgelegd zorgde ervoor dat ze zich een week nadien opnieuw mochten aanbieden. Die ochtend nam de vrouw geen risico en vertrok om vijf uur ’s morgens met haar kinderen voor een wandeling van ruim anderhalf uur, om daarna 3 uur te wachten aan de deur van het testcentrum. Gelukkig verliep alles deze keer gesmeerd.

Twee weken later was het zijn beurt en moest Aziz naar het Erasmus ziekenhuis in Brussel om een dna-test af te leveren. Daar zei de dokter van dienst dat het normaal tussen de 2 en 4 weken duurde voor het resultaat bekend was en hij bericht zou krijgen. Maar een maand later was er nog steeds geen nieuws.

Na de euforie van de eerste weken zaten alle leden van het gezin weeral op hun tandvlees. Het had allemaal al veel te lang geduurd, de rek was eruit.

‘Altijd te laat, nooit eens te vroeg,’ zei hij terneergeslagen, ‘mijn kinderen huilen en mijn vrouw is boos op mij’. We moesten hem opnieuw moed inpraten, wijzen op waar hij ondertussen vandaan kwam,  op de keren dat alles aan een zijden draadje had gehangen en de vele hindernissen die al overwonnen waren. Nog even op de tanden bijten, het einde kwam in zicht.

Het laatste obstakel

Nog geen uur later kreeg hij gelukkig de verlossende mail waarin stond dat zijn familie toestemming kreeg om af te reizen. Zijn gezicht klaarde helemaal op. Nu was het enkel nog een kwestie van geld voor de vliegtickets.

Dat bleek het laatste obstakel. Door de lange tijd dat hij zijn gezin op hun schuiladres had moeten onderhouden terwijl hij zelf ook ergens moest wonen en in zijn dagelijkse onkosten voorzien, had hij alle krediet bij iedereen opgebruikt.

‘Ik moet nu al meer dan 10.000 euro terug betalen aan vrienden. Niemand kan of wil me nog iets geven.’

Daarnaast was het 1 november en bij het OCMW hadden veel medewerkers geprofiteerd van de feestdag om die week wat extra vakantie op te nemen zodat mijn mailtjes onbeantwoord bleven.

‘Ik moet nu al meer dan 10.000 euro terug betalen aan vrienden. Niemand kan of wil me nog iets geven.’

Samen keken we hoeveel het zou kosten om zijn familie van Caïro naar hier te laten vliegen, de prijs schommelde per persoon rond de 350 euro en er was geen korting voor de kinderen.

Hij vertelde me over een organisatie die vluchtelingen hielp wiens familie naar hier mocht komen. Ze gaven geen geld maar zorgden voor de nodige vluchtbiljetten.

Hij had de tip van een vriend gekregen en toonde me het mailtje dat hij had gestuurd: ‘Geachte, kunt u me helpen om mijn familie naar België te laten komen?’ Het leek me een beetje naïef om daar op te hopen maar ik zweeg.

Maar de dag nadien kwam hij breed glimlachend binnen en toonde me het bericht dat hij van die organisatie ontvangen had. Daarin werd om een kopie van de paspoorten van zijn familieleden verzocht en zij zorgden voor de rest. Ik kon mijn ogen niet geloven.

Even later kwam een mailtje van zijn begeleidster bij het OCMW die op vakantie was maar haar inbox geregeld checkte. Tijdens een online overleg met enkele collega’s had ze een oplossing gevonden zodat ze hem alsnog het geld voor de reis konden voorschieten, wat ondertussen niet meer nodig was. Zo was nog maar eens bewezen: als de nood het hoogst is, is de redding nabij.

Het allergelukkigste toeval

Nog zo’n allergelukkigst toeval: dat het appartement dat hij op het oog had, dat weekend vrij kwam waardoor hij kon verhuizen van de studio waar hij nu woonde naar een plek waar plaats genoeg was voor het hele gezin.

Terwijl zijn familie zich klaarmaakte om aan de lange reis naar België te beginnen, verzamelden we alle door hem gekochte en in de Kringwinkel opzij gezette meubelen. We laadden ze in het busje dat het OCMW geregeld had waarna ze naar zijn nieuwe woonst vertrokken om daar samen een inboedel te vormen.

Zijn gezichtsuitdrukking doet nog steeds vreemd aan, zozeer waren we vervreemd van zijn glimlach.

Een in allerijl opgetrommeld team van vrijwilligers hielp ter plaatse met het uitladen en naar boven brengen. De rest van de dag knutselde hij kleerkasten en kinderbedden in elkaar. Af en toe stuurde hij een foto van iets dat niet klopte en dan telefoneerden we om advies te geven. Er mankeerden ook enkele stukken maar midden in de nacht liet hij weten dat het opgelost was, hij had de ontbrekende elementen teruggevonden.

Merkwaardig genoeg kun je daar niets van zien op de foto’s die hij nam toen zijn gezin arriveerde. Zijn kinderen liggen glunderend met hun mutsen en jassen aan in hun luttele uren daarvoor nog maar pas geïnstalleerde bedden. Een kleine 30 uur waren ze naar hier onderweg.

Vandaag bracht hij een taart voor ons mee. En cola voor iedereen. Zijn gezichtsuitdrukking doet nog steeds vreemd aan, zozeer waren we vervreemd van zijn glimlach. Als een uitgedoofde ster waarin nieuw leven geblazen wordt. Hij heeft dezelfde taart gekocht voor zijn familie en toont me een foto. Alleen het opschrift verschilt: ‘Welkom in België’.