Wervelreis naar Brazilië 2015

Blog

Wervelreis naar Brazilië 2015

Wervelreis naar Brazilië 2015
Wervelreis naar Brazilië 2015

Zoals menig Vlaming ken ik Brazilië van het sierlijke voetbal, de opzwepende samba en het bedreigde Amazonewoud. Via Luc Vankrunkelsven hoor ik het eerst van de Cerrado. Is het een gewas, een drank, een diersoort of de naam voor een onbekende beweging? Niets van dit alles. Het blijkt een 2 miljoen vierkante kilometer uitgestrekt savanne-gebied te zijn, in het hart van Brazilië.

En het gebied is bedreigd door de opkomst van sojaplantages, zoals elke goede Wervelsympathisant ondertussen weet.

Nooit stond ik er echter eerder bij stil dat de strijd voor het behoud van dit gebied ook de strijd is van de stemlozen en de armen. Deze link wekt mijn nieuwsgierigheid.

Ik moet er dan ook niet lang over nadenken bij de uitnodiging voor de tweede Wervelreis. Een unieke ervaring want een kleine groep van vijf mensen heeft de luxe als een soort familie van gelijkgezinden te kunnen reizen. Naast Luc en Lívia, carioca (= inwoonster van Rio de Janeiro) van origine, én Brazilië-experten, reizen nog Maryse en Chantal met ons mee.

Inheemsen en de biodiversiteit van de Cerrado

De eerste dagen van het verblijf dompelt ons onder in de Braziliaanse geschiedenis en cultuur, te beginnen in Paraty en Rio de Janeiro. Een geschiedenis die grotendeels terug gaat tot het begin van de kolonisatie, omstreeks 1500. Wat voorheen gebeurde met de inheemse bevolking wordt amper belicht, tenzij in slecht onderhouden en armtierig opgestelde musea. Kentekenend voor wat later ook de minzame aandacht voor de Cerrado zou blijken.

Kijken aan de zijlijn wordt moeilijk, eigenlijk onhoudbaar.

Link

Lees ook: Ook het universum heeft zijn prijs in Brazilië

Aandacht voor de biodiversiteit van de Cerrado blijkt immers eveneens aandacht voor de inheemsen maar ook voor de vissers, de kleine boeren, de volken die leven van de opbrengst langs de oevers, kortom mensen die de pracht van de savanne liefhebben en niet afhankelijk (willen) zijn van de grootindustrie.

Als Wervel de link wil leggen tussen boeren, consumenten en natuurbehoud dan heeft ze mij als consument alleszins in de strijd voor het behoud van de Cerrado weten te overtuigen. Kijken aan de zijlijn wordt dan moeilijk, eigenlijk onhoudbaar. En daarbij spelen niet enkel emotionele elementen mee, maar vooral rationele.

Het meest krachtige argument tegen de monocultuur hoor ik van Arturo en Teresa, boeren in een ruraal gebied nabij Brasília, Brazlandia, te midden van de Cerrado. Hun paradijselijke boerderij heet -terecht- Sítio Alegria (Plaats van Vreugde)! Het domein telt 28 hectaren waarvan 20 onontgonnen bosgebied en 8,6 gecultiveerd land, waarop er meer dan 80 gewassen worden geteeld. Wat eens uitgeput was door conventionele landbouw, is nu een schitterend voorbeeld van agroforestry.

Een plek van vreugde en hoop

Arturo legt met het nodige enthousiasme uit dat de opbrengst per hectare op basis van agroforestry groter is dan die van de sojaplantages. Ik schrik en vraag of hij dat even wil herhalen, of hij zich niet vergist. Is hij niet iets te enthousiast? We krijgen immers in Europa steeds het verhaal te horen dat het net andersom is. Als landbouwingenieur is Arturo zeker van stuk en herhaalt met een lichte, bescheiden glimlach zijn bewering. Bovendien schaft dit domein aan verschillende families werk door hun arbeidsintensieve manier van werken. En, vervolgt hij, de producten worden grotendeels verkocht op de lokale markten. De cirkel is rond.

Aan de rand van zijn gecultiveerd terrein vinden we enkele Eucalyptus-bomen. Exoten die ingevoerd werden vanuit Australië en over gans de Cerrado worden aangeplant om de ontbossing tegen te gaan. Omdat hij zoveel water opzuigt, zorgt deze boom echter voor een extra uitdroging van het land, dat reeds met watertekort dreigt te kampen en dat wegens de oprukkende waterverslindende gewassen zoals soja en suikerriet. Of deze boom niet een vloek is op zijn boerderij? Ja en neen, zolang het maar bij een paar exemplaren blijft.

Deze snelgroeier doet hier enkel dienst voor eigen gebruik in de woningbouw en om er bedden en ander meubels van te maken. Er is voor de rest genoeg biodiversiteit op de site dat dit compromis nog net kan.

We verlaten onder een plenzende regenbui -op het einde van het regenseizoen- deze site met elk een heerlijk gevoel en een lekker pakje zelf geteelde en gebrande koffie. Nooit gedacht dat regen zo zalig kon zijn. Sítio Alegria is niet enkel een initiatief van vreugde maar vooral van hoop!

Inspirerende voorbeelden in Goiânia

Diezelfde hoop mogen we ervaren in en om de miljoenen- en universiteitsstad Goiânia, 173 km ten zuidwesten van Brasília. We bezoeken er twee krachtige organisaties, een gouvernementele en een niet-gouvernementele, respectievelijk Amma (Agência Municipal Do Meio Ambiente) en Cedac (Centro Desenvolvimento Agroecológico do Cerrado).

Baru, een typische proteïnerijke Cerrado-noot, sojavervanger en misschien wel hét symbool voor de strijd van de organische polycultuur in de Cerrado.

Amma heeft als taak het opstellen, uitvoeren en coördineren van het milieubeleidsplan, gericht op duurzame ontwikkeling binnen het gemeentelijk grondgebied. We ontmoeten er Pedro Wilson Guimarães (°1942), advocaat, socioloog, professor én politicus.

Als gedreven voorzitter is hij meteen duidelijk: als agro-ecologie een kans wil maken, dan zal het ook afhangen van het beleid. Mensen als Pedro, met het nodige charisma en geliefd bij het volk, kunnen deze beweging hoopvol vooruit stuwen. Zijn gewicht werpt hij alleszins in de schaal!

Bij CEDAC krijgen we tekst en beeld van ondermeer Isidoro Revers, voormalig medewerker van Dom Tomás Balduino, bisschop, bevrijdingstheoloog en pleitbezorger voor de volken van de Cerrado.

Cedac, opgericht in 2000, wil de kleine onafhankelijke boeren een stem geven, hen verenigen in coöperatieven en de opbrengsten van hun agroecologische oogsten commercialiseren. Ik sta versteld van de rijkdom aan talloze Cerradotypische producten, uit een gebied dat voor de beleidsmakers geboekstaafd staat als dor en afgeschreven. Als voorbeeld krijgen we een potje (h)eerlijke Baru-noten mee. Baru, een typische proteïnerijke Cerrado-noot, sojavervanger en misschien wel hét symbool voor de strijd van de organische polycultuur in de Cerrado.

Sympathieke steun op diplomatiek niveau

Hoogtepunt van de reis is de ontvangst, een paar dagen eerder, op de Belgische Ambassade in Brasília. De vriendelijke ambassadeur weet op een onverschrokken wijze bij een 70-tal aanwezigen, onder wie enkele collega’s uit Nederland, Kroatië, Tsjechië en Duitsland, de gevoelige snaar van de Cerrado en de familiale landbouw aan te raken. Luc en Lívia krijgen de eer om uitgebreid het probleem te schetsen. De film ‘Het ritme van de rups’ wordt voor het eerst integraal geprojecteerd.

Tot onze vreugde kunnen de ontroerende, maar ook vaak ontnuchterende beelden op veel bijval rekenen — al hadden velen iets anders verwacht. De interesse van het gros van aanwezigen gaat immers meer uit naar de natuur an sich en minder naar de idealistische boer die deze natuur tracht te vrijwaren. Toch komt de boodschap binnen. De titel van de film, gebaseerd op een oud lied uit de Cerrado, geeft meteen aan dat de hoop op de komst van de vlinder niet te stuiten is, op voorwaarde weliswaar dat wij de rups niet verpletteren. Om de rups zijn leven te laten, met andere woorden de Cerrado te vrij-waren van inmenging van buitenaf en daardoor ondermeer de klimaatopwarming tegen te gaan, is lobbywerk naar het beleid meer dan nodig. Dat vragen de bewuste boeren uit de Cerrado. Meer nog, ze willen dit lobbywerk eveneens internationaliseren. Daarom vroegen ze Wervel om steun. De voordracht en de film op de ambassade betekenen hierin ontegensprekelijk een belangrijke stap!

Slavernij vroeger en nu

We sluiten de reis af in Salvador da Bahia en duiken er, samen met Eduardo Hoornaert, onder in het ontstaan en de ontwikkeling van de stad, een bakermat ook van slavernij. De Pelorinho (het oude stadsgedeelte) van Salvador ademt, naast een heerlijke sfeer van ambachtelijke winkels, vooral geschiedenis! Of slavernij, die sinds 1888 is afgeschaft, nadien niet meer bestond of nog bestaat? Eduardo antwoordt in de lijn van onze vermoedens. En ik blijf van de ene verbazing in de andere vallen. Toevallig stuit ik op een webstek, waar ik het volgende lees:

‘Naar schatting leven er op deze manier zo’n 25.000 tot 50.000 slaven in Brazilië.’

‘Brazilië is één van de grootste exporteurs van vlees ter wereld. Het grootste deel van grote vee-ranches liggen in het Amazonegebied, in het noorden van Brazilië. Veel arme mannen die geen werken hebben, komen naar dit gebied in de hoop werk te vinden. Maar in plaats daarvan worden ze gedwongen om voor niets te werken. De omstandigheden op de ranches, waar ze terecht komen, zijn vaak heel slecht: zonder schoon water, of sanitaire voorzieningen en de arbeiders dragen wekenlang dezelfde kleding.’

‘Ze moeten zich wassen in hetzelfde water als het vee. Wie probeert te vluchten wordt tegengehouden (neergeschoten?) door gewapende bewakers. De mannen kunnen dus geen kant op. Naar schatting leven er op deze manier zo’n 25.000 tot 50.000 slaven in Brazilië. Dat deze misstanden kunnen blijven bestaan heeft te maken met het feit dat de ranches vaak midden in het oerwoud liggen, helemaal afgesloten van de buitenwereld. Het is voor de overheid in die gebieden erg moeilijk om controles uit te voeren. Door het gebrek hieraan kan het ook gebeuren dat de rancheigenaren steeds meer delen van het oerwoud kappen, om koeien te kunnen houden. Op deze manier verdwijnen er jaarlijks duizenden hectaren woud.’

Onderweg krijg ik nog een cliché-mail van mijn zoon: ‘Of het eten lekker is in Brazilië?’ Daar moest ik niet lang over nadenken: ‘Ja, het is superheerlijk én rijkelijk!’ Zelfs voor een doorwinterde vegetariër als ik. In een vleesetend land als Brazilië kostte het me, in tegenstelling van wat je zou denken, geen moeite om een vierpoter niet in mijn mond te laten verdwijnen. Er waren immers veelvuldige alternatieven voorhanden. De meesten waren voor mij zelfs nieuwe, overgeweldigende ontdekkingen, zoals de bovenvermelde baru-noot! Misschien moeten we wel in de toekomst van deze noot een deugd maken? Zou ze in België kunnen verkocht worden als symbool van de strijd voor het behoud van de Cerrado? Ze is alleszins meer dan de moeite waard om te kraken!

Deze bijdrage werd geschreven door Herman Wauters. Vrijdag 29 mei vanaf 18u vindt de terugkomavond van Wervel plaats in Belgaleiro, Goudsbloemstraat 50, Leuven.