Ze hebben me niet meer nodig.

Hilde Ghyoot

25 juni 2013
Blog

Ze hebben me niet meer nodig.

Ze hebben me niet meer nodig.
Ze hebben me niet meer nodig.

Niet dat ze mij ooit nodig hadden al zou dat m’n ego strelen. Misschien wel de middelen, de inspiratie en ondersteuning. Maar na vier maanden lijkt het project klaar om losgelaten te worden. Niet helemaal hoop ik, zij misschien ook. In vier maanden tijd, met wederzijds respect en inzet, ben ik blijkbaar heel erg betrokken geraakt.

De eerste workshops in de coöperatieve La Nortena waren als alle andere, een verkenning van de mogelijkheden van ‘koken met sesam’. De groep van vrouwen benoemde hun droom om een ‘bakkerij’ op te richten. Geen bakker komt zo ver weg zijn goed verkopen. Of toch, op dinsdag of donderdag komt een minicamionette een beperkt aanbod brood verkopen. Maar tijdens het regenseizoen geraakt geen enkel vervoersmiddel over de rivier.

Binnen de raad van bestuur van de coöperatieve worden vragen gesteld, mogelijkheden geopperd, een kader geschetst, lijnen afgebakend en uiteindelijk een doelstelling geformuleerd: met een beperkte groep vrouwen, binnen de coöperatieve, een mini-onderneming oprichten die zich specialiseert in het bereiden, verkopen en distribueren van een aantal van de aangeleerde sesam-lekkernijen. Drie jongvolwassenen om ‘u’ tegen te zeggen formuleren het hele project, gaande van de achtergrondgeschiedenis en motivatie over een marktanalyse tot het formuleren van doelstellingen en de begroting van de nodige middelen.  Ze dromen voorzichtig, want het fonds is voorlopig beperkt. Nochtans is er reden om te dromen. 7 jaar al probeert deze coöperatieve het hoofd boven water te houden. Ze zijn kleinschalig, verafgelegen en de producenten zeer verspreid, worden geconfronteerd met de verleiding van betere prijzen bij de concurrentie, hebben geen eigen opslagplaats noch bureau, laat staan een vrije ruimte om deze droom te realiseren. Internationale projecten zijn hier zeldzaam en tot nog toe niet van blijvende duur wegens gebrek een middelen en opvolging. De enkele werknemers werken voor een minimumloon, vervoer van de sesam van bij alle verspreide producenten tot bij Del Campo vraagt veel organisatie en is duur, vrouwen hebben geen eigen inkomen, zijn zelden zelf eigenaar van land en dus vrijwel helemaal afhankelijk.

15 ‘uitverkoren’ vrouwen worden uitgenodigd. Mogelijkheden en motivatie tot medewerking worden afgetast, het kader geschetst en ideeën verder uitgeklaard. Ik mag weer even meedoen, extra opleiding geven aan de vrouwen om hen klaar te stomen zelfstandig de bereidingen te klaren. En eer aan deze vrouwen die kort nadien laten weten dat ze een nieuwe lading ingrediënten nodig hebben!

Niet dat het allemaal van een leien dakje loopt. Het basismateriaal moet van ver worden aangevoerd. Van hoe verdubbelen of halveren van ingrediënten hebben zij geen pap gegeten. 15 vrouwen die baas zijn in eigen keuken moeten in deze gezamenlijke onderneming één enkel recept volgen. Een haalbaar en eerlijk verdeeld werkrooster zal moeten worden opgemaakt, een goeie boekhouding bijgehouden en een blijvende coördinatie. Maar de capaciteiten zijn aanwezig en vooral ook de motivatie en goeie moed. Er is ook een stevige backstage, waar ik gelukkig eveneens deel van mag uitmaken. Maar mijn taak bestaat uit niet meer dan mogelijkheden aanwijzen en samen op verkenning gaan, goeie praktijkvoorbeelden zoeken en laten ervaren. En het werkt, werkelijk. Als een spons worden de bruikbare nieuwigheden geabsorbeerd en samengebracht met eigen kennis en ervaring.

Ik ben er zeker van, met wat extra voeding zal ‘Delicias Sesamo’ een stevige boorling zijn.

Ze zijn me zo dankbaar, ik hen ook. Hun wereld draait verder, ook zonder mij, voor enkelen misschien een klein beetje beter.