“‘Zeshonderd gemeenschapstuinen’
In een zwoel New York staan de aubergines en paprikas er mooi bij, en dat in oktober in open lucht. Elke immigrantengroep teelt zijn eigen rassen in talrijke community gardens of gemeenschapstuinen.
Braakland ingepalmd
Na twee dagen van bezoeken aan Urban Farming initiatieven hier in New York is het me duidelijk dat community development –in Vlaanderen noemen we dat opbouwwerk- een grote rol gespeeld heeft en nog speelt. Dat ‘opbouwen’ mag je gerust letterlijk nemen, we hoorden al drie keer een gelijkaardig verhaal: wijken gaan achteruit in tijden van economische crisis, vastgoedeigenaars laten percelen ongebruikt liggen, buurtbewoners gaan er iets nuttigs mee doen en organiseren zich rond die plek.
De stad New York ziet dat alles gebeuren, aanvankelijk met lede ogen maar als blijkt dat die plekken een nuttige rol spelen om de wijk weer leefbaar te maken geeft de stad haar zegen en steun. Dat wordt algauw een grootschalig experiment omdat dit een grote stad is (9 miljoen inwoners) met veel dynamiek. Zo vertelde Edie Stone, directeur van Green Thumb (een programma van de Dienst Parken en Recreatie, NYC) dat in de jaren 70 maar liefst 600 gemeenschapstuinen ontstonden op braakliggende, verlaten terreinen, soms heel kleine maar wel gekoesterd door de buurt.
‘De Stad heeft daar dan parkgebied van gemaakt. De buurt kan beslissen wat er gebeurt, onze enige eis is dat het een tuin is, goed onderhouden en geregeld open voor het publiek.’ Op de vraag of er ecologisch getuinierd wordt is het antwoord dat het niet verplicht is, maar dat de tuiniers met succes in die richting geleid worden dankzij workshops en doordat de stad materiaal levert. Dat is in de eerste plaats grond en compost, want er wordt overal gewerkt met bedden van een voet hoog omdat de zuiverheid van de bodem hoogst onzeker is.
Toen we door Brooklyn wandelden hebben we verschillende van die ‘GreenThumb’ tuintjes gezien, en bijna overal hing er een bordje ‘deze groenten zijn te koop op de boerenmarkt’ want inderdaad, wat de tuiniers zelf niet opeten, verkopen ze. Deze marktjes op straathoeken zijn een idee van burgemeester Bloomberg, die in het kader van de strijd tegen obesitas en diabetes veel meer verse groenten en fruit de stad wou in krijgen. Blijkbaar slaagt de gewone handel er niet goed in om dat te doen aan een betaalbare prijs.
Een plek om je thuis te voelen
Midden jaren 90 was er ook crisis wat in de wijk East New York leidde tot werkloosheid, criminaliteit, wie kon trok weg en hun plaats werd ingenomen door immigranten. Rijk waren die niet, maar ze brachten uit hun thuisland wel de kennis en goesting voor het tuinieren mee. ‘Ons United Community Centre werkte met hen om dit Farm Project te beginnen. We zien de talrijke jongeren als een resource, bieden hen een stage aan op de Farm zodat ze een centje verdienen en tegelijk opgeleid worden om voedsel te telen en verkopen met als rode draad de themas ‘voedsel- en milieurechtvaardigheid’’, vertelt een trotse projectleider Sarita Daftary.
Als ze eraan toevoegt dat voor de jongeren deze tuin een bekende, veilige plek is waar ze zich kunnen ook op sociaal vlak kunnen ontwikkelen, denk ik aan de theorie van ‘sociotechnische netwerken’: een object (tuin) of techniek (biologisch tuinieren) is vaak van doorslaggevend belang om op sociaal vlak dingen in beweging te zetten.
Morgen: daktuinen met en zonder dak