“‘Ziel en bloed voor Abdullah’
‘We keken naar Tunesië en dachten: dit kunnen wij ook’, zegt Mohammad Qubeilat, één van de jongeren van de stam Bani Hamida uit het zuid-Jordaanse Dhiban. Bij elke revolutie is deze stad er als eerste bij en met de Arabische lente was dat niet anders. De Jordaanse lente begon in Dhiban, bij een paar actieve en politiek bewuste jongeren. Mohammad organiseerde de allereerste protesten in januari 2011, en stond zo mee aan de basis van een beweging die kan uitgroeien tot een ernstige uitdaging voor de Jordaanse monarchie.
Onderweg naar deze wieg van de Jordaanse lente horen we op de radio: ‘De koning is de beste garantie op vooruitgang en sociale vrede!’ Is dat zo? ‘Weten jullie niet dat hier in 60 kilometer omtrek geen één bankautomaat is’, zegt onze taxichauffeur verbaasd als we in Dhiban zeggen dat we platzak zijn. Je zou hier nochtans geen onderontwikkeling verwachten: de stammen in het zuiden zijn de steunpilaar van de monarchie, de achtertuin van de koning. Een verstandig leider onderhoudt zijn eigen achterban.
De brandende koning
Mohammad had ons uitgenodigd naar de wekelijkse demonstratie van zijn beweging in Dhiban, maar als we aankomen, zien we banners met steunbetuigingen aan de monarchie. Stilaan beseffen we dat we in een pro-Koning betoging zijn terecht gekomen. ‘Gisteren heeft Odei Abu Issa, een jongen uit onze beweging en één van mijn ex-leerlingen, een portret van de koning verbrand. Het is de eerste keer dat zoiets gebeurt! We willen nu geen olie op het vuur gooien en hebben onze betoging afgelast’, zegt Mohamed aan de telefoon, terwijl we in de regen op het centrale plein de opbouw zien van een feest. Stoelen op een rij, een geluidsinstallatie.
‘De stam Bani Hamida verklaart zijn trouw aan de monarchie, ongeacht wat gisteren gebeurde’, verklaart een banner. De sfeer is defensief. In een hoekje van het plein staat een 50-tal mannen met de traditionele rode Jordaanse keffyieh. Jongeren ontvouwen trots een groot portret van de koning, terwijl iemand in een microfoon keelt. Telkens als het woord ‘koning’ valt, weerklinkt gejuich. ‘Zeg in naam van België dat alles in Jordanië veilig is dankzij de koning’, dringt één van de mannen aan. We bedanken vriendelijk. Op auto’s zien we de koning en al zijn talenten: als soldaat, als sjeik, als jager,…
‘Wij offeren ziel en bloed voor de koning’, beginnen de mannen plots te scanderen. Veel ziel voelen we niet, het lijkt wel een geprogrammeerd nummer. ‘Wij roepen hetzelfde, maar voor Jordanië’, zegt Mohammad.
Mohammad groeide op in een politiek nest. Zijn vaderskant is communistisch, zijn moederskant islamistisch. Hijzelf is out of the box blijven denken. Ook zijn protestbeweging is apolitiek en gegroeid uit populaire frustratie over verwaarlozing. Die frustratie slaat vandaag om in angst. ‘Achter dit theater zit vooral onwetendheid en angst voor het onbekende. Zo zie je maar hoe één incident twee kampen creëert, al wilt onze beweging niet polariseren tussen pro- en anti-koning. Odei’s daad verrast zelfs ons!’
De volksbeweging
Mohammad schudt dan ook naarstig handjes met de oude mannen, hij is één van hen. ‘Hier staan vooral acteurs: ex-militairen, mensen van de geheime diensten en hun families. Maar er zijn ook mensen die vorige week met ons meededen! Verbrand een portret van de koning en je schrikt hen af, leg hen uit waarom de koning de bron van hun problemen is en ze halen het portret zelf weg.’ Mohammad en zijn beweging gaan van huis tot huis om uit te leggen waarom vrije verkiezingen en scheiding der machten kunnen leiden tot de ontwikkeling van Dhiban, en dat iedereen eigenlijk hetzelfde wil.
‘We kunnen in onze slogans en boodschappen nooit sneller gaan dan het bewustzijn van het volk, want dan zouden we de bevolking van onze beweging vervreemden. Daarom moeten we aan bewustmaking doen en een volksbeweging creëren. Mensen hier hebben weinig toegang tot internet en onafhankelijke nieuwsbronnen. Wij leggen uit waar de echte oorzaken liggen van de moeilijke economische situatie en armoede in Dhiban. Bijvoorbeeld: een betere controle op corruptie zal leiden tot de ontwikkeling jouw eigen buurt, en corruptiecontrole is het best gegarandeerd door een scheiding der machten en democratie. Abstracte concepten leggen we uit met concrete voorbeelden.’
Een volksbeweging op de been krijgen, lijkt een constante evenwichtsoefening. ‘Soms moeten wij aan bewustmaking doen, maar soms worden wij ook meegetrokken door acties van inwoners waar wij geen vat op hebben. Bijvoorbeeld Odei’s actie. Zo worden de grenzen van de aanvaardbare kritiek stap voor stap uitgebreid. Of raken mensen vervreemd van onze beweging omdat ze denken dat wij die actie hebben georganiseerd.’
Het sociaal contract
Wie zijn die pro-koning krachten? En waarom is democratie beter als de stammen toch speciale voordelen krijgen? Met die vragen trokken we naar de campus van Jordan University, op zoek naar jongeren van belangrijke stammen in Jordanië. We zien banners van de jaarlijkse verkiezingen voor de studentenraad: ‘Stam x feliciteert x voor zijn verkiezing in de raad.’ Jaarlijks leiden deze verkiezingen tot vechtpartijen tussen studenten van verschillende stammen.
Het is niet lang zoeken vooraleer we Majdi vinden, van de stam Bani Sakhr, de grootste en meest invloedrijke stam in Jordanië. Zijn vader werkt op het ministerie voor sociale ontwikkeling en is verantwoordelijk voor het toekennen van de studiebeurzen. Majdi woont in Mwaqqar, een slaperig dorpje in de woestijn ten oosten van de hoofdstad Amman. Iedereen in het dorp is van de stam Bani Sakhr.
In Mwaqqar bezoeken we politieagent Alaa Hamad in zijn ouderlijk huis. Zijn vader maakte als eerste van zijn familie de overgang van een bedoeïenentent naar een huis. ‘Dat is nog maar één generatie geleden’, zegt Alaa. Amper 65 jaar geleden bestond Jordanië niet als land. De Hashemitische dynastie die uit de Arabische woestijn was gekomen, moest een legitimiteit bouwen.
‘We krijgen gratis gezondheidszorg, studiebeurzen voor onze kinderen’, zegt Alaa. Veel stamleden belanden op hoge posities binnen het regime. ‘De stam Braizat bedankt de koning voor de promotie van ons stamlid Firas Braizat in het leger’, zei een banner ook in Dhiban. Hoofd van de stam Bani Sakhr Faisal Fayez was lang eerste minister en Nayef Fayez is vandaag minister van toerisme. Door grote stammen speciale voordelen te geven, bindt de Jordaanse monarchie de bevolking aan zich. Zo wordt al jaren in Jordanië aan politiek en machtsverdeling gedaan.
Posities en sociale voordelen voor de stammen, in ruil voor loyauteit aan de monarchie. Dat sociaal contract bereikt stilaan zijn houdbaarheidsdatum. De speciale voordelen kosten de staatskas tonnen geld. Firas Sharaf, de voorzitter van de Jordaanse Centrale Bank die het aandurfde om dat aan de kaak te stellen, werd ontslagen. En economische ontwikkeling blijft uit. Zelfs Alaa is niet immuun voor de droom van een beter leven: ‘Met de prijsstijgingen moet ook mijn vrouw gaan werken. Ik wil ook graag een eigen huis en auto.’ Hij legt de schuld voor economische moeilijkheden (nog) niet bij de koning. ‘Jordanië is arm want we hebben een tekort aan natuurlijke grondstoffen’, zegt hij zoals vele Jordaniërs. Mohammad Qubeilat’s huisbezoekjes in Dhiban moeten die misvatting bijstellen.
Het wantrouwen
Mohammad brengt ons tot bij een uitgedroogde rivier in een desolaat maanlandschap in Dhiban. ‘We hebben 30 waterbronnen, iedereen leefde van het land’, zegt Mohammad. ‘Die mensen in de pro-koning betoging hadden hier boerderijen, maar emigreerden of gingen voor de staat werken nadat de regering de landbouw vernielde. Door het water af te leiden naar de hoofdstad, maakte de overheid onze bevolking afhankelijk van het systeem. Vroeger zag je hier bossen. Scholen organiseerden hier bosklassen! Allemaal voorbij! We zouden rijke boeren kunnen zijn.’
Voor zijn job bij Mercy Corps volgt Mohammad het Jordaanse waterbeleid op de voet. Aan de Wala Dam, die vijf jaar geleden werd aangekondigd als grote investering om de landbouw te reanimeren, zien we enkel een herder met wat schapen. ‘De enige boerderij in de verte is van de ex-minister van landbouw. De dam is cosmetisch, net zoals de hervormingen!’ grapt Mohammad cynisch. Een overheid zou haar bevolking in staat moeten stellen goed te leven, van de eigen hulpbronnen te genieten. ‘Maar onze overheid stal al onze hulpbronnen om ons afhankelijk te maken, opdat we zouden smeken om wat we al hadden.’
In de gietende regen ligt Dhiban er treurig, grijs en miserabel bij. Regenwater sijpelt langs de vuile trappen die leiden naar het hoofdkwartier van Mohammad’s beweging, een klein internetcafeetje. Er staat een 8-tal computers. Samen met zijn collega’s warmen we ons aan een gasvuurtje. ‘We willen geen plotse verandering zoals in Egypte en Tunesië. Als je denkt dat er na het wegvallen van de monarchie plots democratie komt, ben je verkeerd’, zegt Mohammad berekend. ‘Een machtsvacuüm in Jordanië wordt vast en zeker opgevuld met chaos en conflict tussen oorspronkelijke Jordaniërs en Palestijnse Jordaniërs. We willen een graduele, maar authentieke overdracht van de macht van de koning naar het volk. Dat is het vertrekpunt voor verdere hervormingen.’
‘Veel mensen haken af, ze willen zich niet uitsloven om de islamisten met de prijzen te laten lopen: zie Egypte en Tunesië! Anderen sloten zich dan weer aan bij de moslimbroeders omdat ze daar de krachtigste oppositie zien. Maar wij willen niet geassocieerd worden met de oppositie. Er is een groot wantrouwen tegenover de politieke oppositie. De islamisten zouden zomaar hun protesten stoppen als sommige van hun eisen ingewilligd worden. Kijk maar naar de gesprekken tussen de koning en de Palestijnse beweging Hamas: met de eventuele terugkeer van Hamas naar Jordanië wil het regime de islamisten tevreden stellen. Maar daarmee hebben wij nog geen echte democratie! Politieke partijen hebben niet het belang van het land voor ogen, maar hun eigen politieke belangen. Partijen die jarenlang deel uitmaken van het systeem vertrouw ik niet.’
Het echte buskruit
3 jongeren van Mohammad’s beweging ontmoetten de koning bij zijn bezoek aan de stammen van Dhiban in juni vorig jaar. ‘Hij deed weer maar eens veel beloftes’, zegt Mohammad. ‘Sindsdien wachten we nog steeds op concrete resultaten. Hij kwam hier met een hele kolonne. De constante negering van beloftes heeft een nieuwe woede gecreëerd. Het brengt een revolutionaire geest. Ik ben die trage hervormingen beu! Verandering nu! De overheid heeft nu een gouden kans, nu de verwachtingen van de bevolking nog niet extreem zijn. Anders gaan steeds minder mensen geloven dat verandering ooit kan komen via hervormingen. Spontane incidenten zullen elkaar in sneltempo opvolgen en dat kan de geheime dienst moeilijker controleren dan georganiseerde vrijdagbetogingen. Mensen zullen steeds meer gaan geloven in de val van de monarchie… dat zou een rampscenario zijn. We hopen dat het nooit zover moet komen.’
Zoals in Tunesië zijn armoede en verwaarlozing hier het echte buskruit. ‘Zuid-Jordanië zou de rijkste regio moeten zijn, maar ga eens naar Tafila’, raadt Mohammad ons aan. ‘Daar zal je nog diepere armoede vinden. De ontploffing is onvermijdelijk.’
Pieter Stockmans, Majd Khalifeh
Dit artikel is onderdeel van het project “Tussen vrijheid en geluk”.
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be_