'We leggen evenveel kilometers af, maar zijn zoveel verder weg van huis'
“‘Zonder vliegtuig naar Sicilië’
Wereldblogster Anneke Verbruggen ging als vrijwilligster bij Climaxi, een sociale klimaatorganisatie, op studiereis naar Sicilië. Dat deed ze zonder te vliegen. Ze doet verslag van haar vliegtuigloze reis naar een eiland in het zuiden van Europa.
© Anneke Verbruggen
Wereldblogster Anneke Verbruggen ging als vrijwilligster bij Climaxi, een sociale klimaatorganisatie, op een intrigerende studiereis naar Sicilië. Maar als klimaatactivist kan reizen een uitdagende onderneming zijn. Hoe zet je je principes om in de praktijk? Hoe raak je zonder vliegtuig op een eiland in het zuiden van Europa?
Toen ik een uitnodiging kreeg voor een studiereis in Sicilië, moest ik niet lang nadenken. Natuurlijk ging ik mee.
Sinds twee jaar ben ik vrijwilliger bij Climaxi Antwerpen, een sociale klimaatorganisatie. Als onderdeel van onze werking houden we elke vrijdag- en zaterdagnamiddag een winkeltje open in de Peperfabriek in Antwerpen, waar we Eco&Fair-producten verkopen. Een aantal van die producten komen vanuit Sicilië, onder andere wijn van Libera Terra, via Dirk.
Diezelfde Dirk stuurde ons ook de uitnodiging voor de studiereis in Sicilië, gericht aan verkopers van producten van Libera Terra, een Siciliaanse antimaffiacoöperatieve. Hij is onze reisgids, kenner en liefhebber van alles wat met Sicilië te maken heeft. Hij is leraar ICT in het secundair onderwijs, maar daarbuiten is hij de drijvende kracht achter Antico Sapore. Zij verspreiden in België Siciliaanse producten van organisaties die de strijd met de maffia aangaan.
Zo werden wij dus uitgenodigd voor dit bezoek. Met drie, Anouk, Filip en ik, gingen we in op dit voorstel. Anouk en ik zouden met de wagen gaan.
Kamperen en vegetarisch eten
Vol goede moed vertrokken we in een witte camionette met uitklapbaar bed in de laadbak. Want als klimaatactivisten konden we toch moeilijk het vliegtuig nemen? We vertrokken op vrijdagnamiddag om drie uur, en moesten op zaterdagavond om acht uur de ferry nemen in de haven van Genua. Drie dagen na ons vertrek zouden we op Siciliaanse bodem staan.
Toen we in Frankrijk honger kregen, besloten we de eerste pijl richting restaurant te volgen. Veel was er niet te zien in het kleine dorpje in de Franse Ardennen, enkel een donker en schamel uitziend restaurant. Maar de ijskoude wind dreef ons er naar binnen.
Anouk is vegetariër, en die komen niet helemaal aan hun principiële trekken in traditionele gelegenheden als deze. De principes moesten dus even overboord, en we bestelden een lekkere vis en malse kalkoenfilet.
Met een voedzame maaltijd achter de kiezen was onze energie weer op peil en konden we verder. Via een handige app kwamen we terecht op een mooie staanplaats naast een kanaal voor ons tijdelijk huis op wielen.
Om die ene slechte recensie in de app maakten we ons niet druk — die kwam er omdat de hond van onze voorgangers in de sluis naast de slaapplaats was gevallen. Maar de koude baarde ons meer zorgen. Het was lichtjes aan het sneeuwen en de temperatuur in de auto leek onder nul te zakken.
Onze overnachtingsplek had maar een recensie gekregen. Omdat de hond van onze voorgangers in de sluis naast de slaapplaats was gevallen.
© Anneke Verbruggen
Een camionette met matras erin heeft veel voordelen, maar goed geïsoleerd was hij niet. Ik trok zo veel mogelijk kleren aan en viel in een rusteloze slaap, af en toe bibberend wakker schietend.
Gelukkig komt er aan elke nacht een einde. Maar ons plan om al picknickend in de auto te ontbijten, verdween al snel toen we de vijf centimeter dikke sneeuwlaag op het dak van onze “slaapkamer” zagen liggen. Zo kwamen we toch nog terecht in een wegrestaurant.
En daar waren we niet de enigen. Een meute skilustige Belgen vergezelde ons in de rij voor het toilet, de koffie en de croissants. Het gaf ons wel de tijd om onze verkleumde botten te warmen voor we onze tocht verderzetten.
Het bleef sneeuwen terwijl het landschap rond ons veranderde, van Ardense heuvels naar dichte bossen in de Jura naar besneeuwde toppen in de Alpen. We bereikten de Mont Blanc met de nodige koffiepauzes en eindelijk kwamen we aan in Italië. Ah, we droomden van zonnige badplaatsen, wijngaarden en de smaakvolle Siciliaanse keuken. Maar het duurde nog een hele tijd voor we de sneeuw achter ons konden laten en de glinsterende zee zagen.
Anouk had tot op dit punt de hele tijd met de auto gereden. Ik heb zelf wel een rijbewijs, maar het was ongeveer vijf jaar geleden dat ik nog eens achter het stuur had plaatsgenomen. De besneeuwde kronkelwegen hadden plaatsgemaakt voor rechte lanen richting zee, dus hier durfde ik het nog eens aan. We haalden Genua zonder extra blutsen in onze auto.
© Anneke Verbruggen
Wachten
In Italië ontdekten we al snel dat reizen met een ferry vooral neerkomt op wachten. Onderweg hadden we al bericht gekregen van de ferrymaatschappij: de boot zou pas om 4 uur ’s nachts vertrekken, ‘wegens slechte weersomstandigheden’.
We kwamen mooi op tijd aan en zetten ons achteraan de lange rij auto’s op de kade. Toen we net waren ingedut, werden we wakker gemaakt voor de controle van onze tickets. Waarna we weer moesten wachten.
Uiteindelijk kwamen de auto’s voor ons in beweging. We startten de motor en volgden in een slakkengangetje de lange rij voertuigen die een voor een de buik van de ferry inreden. Tussen de auto’s door reden Italiaanse mannen met hoge snelheid en hoog testosterongehalte containers naar binnen.
Toen het eindelijk onze beurt was om binnen te rijden, werden we gestopt. Waarom werd ons niet uitgelegd, maar we gaan ervan uit dat onze geliefde camionette niet in de puzzel paste die daarbinnen werd gelegd. Auto’s van kleiner formaat mochten doorrijden, vrachtwagens reden pronkerig voorbij, maar wij kwamen niet aan de beurt. Waren het misschien maffiosi, die voorrang kregen op onbenullige toeristen?
De vrachtwagenchauffeurs die halsbrekende manoeuvres uitvoerden en rakelings langs onze motorkap scheerden, hadden plezier bij het zien van de benauwde gezichten van die twee ragazze in dat witte camionnetje.
Als laatste mochten we dan toch de boot inrijden. Dat bleek achteraf ook een voordeel, want bij aankomst in Sicilië mochten we er als eersten weer af.
Twintig uur tijd moesten we zien in te vullen op de deinende boot. We haalden de verloren uren slaap in, en tot onze vreugde werden we niet zeeziek. De volgende ochtend scheen de zon en genoten we op het dek van de warmte op onze lijven, die de sneeuw van een paar uur eerder nog niet vergeten waren.
Scènes uit vervlogen tijden
De ferry had alles in huis om het reizigers naar hun zin te maken: restaurants, bars, een casino, een cinema, winkels en zelfs een theater. Al was er maar één bar open, en ’s avonds ook een restaurant . De rieten stoelen in de bar, de gouden leuningen en de marmeren vloeren deden ons denken aan scènes uit vervlogen tijden, waarin gegoede Italianen de boot naar hun buitenverblijf in Sicilië namen. Was er een moord gebeurd en een detective met snor iedereen beginnen ondervragen, het had me niets verbaasd.
Hoewel we evenveel kilometers aflegden als onze reisgenoten die het vliegtuig namen, zijn wij zoveel verder van huis.
De glorie was vervaagd, de boot werd niet meer gebruikt door een bourgeoisie uit vervlogen tijden. Het clientèle bestond daarentegen uit sjacheraars met wagens vol prullaria, hippies met campers allerhande en vliegtuigmijdende honden met hun baasjes.
We vulden de lange uren met lezen, cocktails drinken, yoga op het dek (die we snel staakten wegens te veel nieuwsgierige blikken) en medereizigers gadeslaan en proberen doorgronden.
© Anneke Verbruggen
Zoveel verder van huis
Drie dagen na ons vertrek uit België waren we op onze bestemming. We hebben evenveel kilometers afgelegd als onze studiereisgenoten die het vliegtuig namen, maar wij zijn zoveel verder van huis.
Wie het vliegtuig niet neemt, moet er wel heel wat voor over hebben: in de eerste plaats tijd. En wij moesten in dit geval onze portemonnee plunderen: niet enkel om benzine en ferrytickets mee te kopen, maar ook de tol onderweg is niet om mee te lachen.
Ook onze biologische klok heeft eronder geleden, omdat we ‘s nachts reisden. Na onze aankomst op Sicilië, om middernacht, parkeerden we naast een drukke expresweg en vielen we als een blok in slaap. We droomden van de maffiosi en van de antimaffiosi die we hoopten tegen te komen tijdens deze studiereis.
De volgende dag zouden we rondgeleid worden door Palermo, met speciale aandacht voor de maffia in de stad. Wie de antimaffiabeweging wil begrijpen, moet eerst de maffia doorgronden. Maar dat was voor de volgende dag.