Is het vandaag de dag nog wel gepast om alcohol te schenken in een professionele context?
“‘Alcohol en werk, dat gaat gewoon niet samen’
Iedereen heeft het ooit wel eens gekregen als geschenk of als bedanking: een sierlijke fles wijn of bubbels. Warda El-Kaddouri heeft daar vragen bij: ‘Is het vandaag de dag nog wel gepast om alcohol te schenken in een professionele context?’
Warda El-Kaddouri
© Brecht Goris
Iedereen heeft het ooit wel eens gekregen als geschenk of als bedanking: een sierlijke fles wijn of bubbels. Op een pensioenviering, een huwelijksjubileum, een verjaardag of gewoon als attentie bij een bezoekje.
Misschien was het wel je favoriete wijn. Zo eentje die je eigenlijk te duur vindt om voor jezelf te kopen zonder aanleiding, maar wel af en toe meeneemt als cadeautje voor een dierbare.
Of misschien heeft de persoon in kwestie een volledig verkeerde inschatting gemaakt en heb je een wijn gekregen waar je je neus voor optrekt. Zo eentje die je het liefst zo snel mogelijk weer aan iemand weggeeft.
Hoewel ik zelf geen alcohol drink, kan ik me wel iets inbeelden bij het feestelijk gevoel dat zo’n fles in een intieme context met zich mee kan brengen. Maar als het me wordt aangeboden als geschenk in een professionele context, moet ik altijd even slikken. Is het vandaag de dag nog wel gepast om alcohol te schenken (pun intended) in een professionele context?
Ik ben er zeker van dat de organisatoren de beste bedoelingen hadden en er geen seconde bij stil stonden dat ik misschien helemaal geen alcohol dronk.
Ik was net een week meerderjarig toen ik voor het eerst een fles in ontvangst mocht nemen. Op een podium voor tweehonderd klappende en juichende ouders en grootouders. Hun oogappeltjes hadden zonet een dansoptreden gegeven en tijdens de finale van de twee uur durende show werden alle choreografen en dansleraren – waaronder ikzelf – in het zonnetje gezet… met een fles dure champagne.
Op die leeftijd had ik liever extra drinkgeld (pun intended) gehad. Ik ben er zeker van dat de organisatoren de beste bedoelingen hadden en er geen seconde bij stil stonden dat ik misschien helemaal geen alcohol dronk. Maar toch sta ik tot op de dag van vandaag een beetje versteld van zoveel gebrek aan originaliteit en empathie.
Ondertussen is het me al ontelbare keren overkomen. Ik ben ergens te gast, als spreker, als jurylid of als trainer, en op het einde van de samenwerking krijg ik een fles cadeau. Het brengt me altijd in de meest awkward situaties en ik doe altijd mijn opperste best om het niet te laten zien. De persoon in kwestie heeft tijd, moeite en geld geïnvesteerd in het uitzoeken van een geschenk, een extraatje, een attentie.
De fles weigeren kan onvriendelijk of ondankbaar overkomen. De fles aannemen of nadien weggeven aan iemand anders gaat eigenlijk in tegen mijn ethische principes. Niet alleen drink ik zelf geen alcohol, het liefst wil ik ook geen alcohol ontvangen en schenk ik het ook nooit aan anderen.
En toch kies ik altijd voor het politiek correcte glimlachen, bedanken en aannemen – om de fles dan ergens te dumpen in de hoop dat er een nietsvermoedende lucky finder langskomt.
Dat we er over een tiental jaar op zouden terugkijken alsof we elkaar een pakje sigaretten schonken.
Vorige week overkwam het me weer. Dit keer met een collega-journalist, die zelf een geheelonthouder is nadat hij merkte dat hij zijn alcoholconsumptie moeilijk onder controle kreeg. Na onze workshop ontvingen we een witte wijn met bubbels. ‘Om de vakantie alvast in te zetten!’
We keken elkaar bewust niet aan om een proestende lachbui te voorkomen en glimlachten vriendelijk als boeren met kiespijn. Een week voordien hadden we nog een tirade gehouden over hoe ongepast we alcohol als zakelijk relatiegeschenk vonden. Dat we er over een tiental jaar op zouden terugkijken alsof we elkaar een pakje sigaretten schonken. Alcohol en werk, dat gaat gewoon niet samen.
Het lijkt zo simpel. ‘Sorry, ik vind het enorm sympathiek dat je deze fles voor mij hebt uitgezocht, maar ik drink niet. Misschien kan je er iemand anders blij mee maken?’ Een enkele keer voelde ik me comfortabel genoeg om het uit te spreken, waarop de persoon in kwestie wat verbaasd en zelfs licht geprikkeld reageerde: ‘Maar jij bent toch hoogopgeleid en modern?’
Hij was zo geconditioneerd om te geloven dat islam en moderniteit onverzoenbaar zijn. In zijn verbeelding was een moderne moslim – whatever that may be – een niet-praktiserende moslim, een verlichte moslim, een alcoholdrinkende moslim. En ik kwam dat beeld – onbedoeld van mijn kant en onverwacht van zijn kant – ontkrachten. Het was kwetsend en beledigend. Niet de alcohol, maar de onderliggende veronderstelling.
Mijn voorstel? We hebben als Belgen echt veel specialiteiten en lekkernijen om trots op te zijn en die makkelijk te geven zijn. Laten we die sierlijke en feestelijke flessen alcohol reserveren voor de mensen die het dichtst bij ons staan op die intieme momenten dat er iets te vieren valt en laten we ze ver weg houden van alle zakelijke en professionele situaties.