'Nooit eerder zo druk bezig met onszelf verwezenlijken, nooit eerder zo collectief ontevreden'
“‘Als alles over jezelf gaat, dan gaat niets nog over de anderen’
MO*columniste Bieke Purnelle wordt wee in de maag van de felle focus op ons zelf bij het maken van plannen en voornemens. ‘Eet meer kurkuma en gojibessen. Wandel vijf uur per week. Leer ademen. Zelfdiscipline, zelfhulp, zelfliefde. Altijd maar dat onafschudbare, navelstarende zelf als kern en centrum van het universum.’
Aan het begin van een nieuw jaar kijken wij mensen graag naar de 365 dagen die voor ons liggen als naar de onbeschreven pagina’s van een nieuwe agenda: een roomblanke papieren zee vol kansen en mogelijkheden, maanden, weken en dagen vol geluk en voorspoed, als we maar op de juiste plek zoeken en ons stinkende best doen. Iedereen weet dat het niet waar is, maar de illusie is te mooi en te appetijtelijk om te laten liggen.
Zoals we lijstjes maken om terug te blikken, maken we voornemens om vooruit te kijken. Lijstjes zijn een louterend ritueel om komaf te maken met alles wat tegenzat, tegensprak, tegenwrong. Lijstjes om ons geheugen te doorzoeken naar deugdelijkheid en schoonheid die we mogelijks vergeten zijn te midden van de puinhoop.
Voornemens dienen dan weer om moed en hoop op te slaan, alsof we stiekem wel weten dat er ellende om de hoek ligt, ellende die wij op slinkse of overmoedige wijze zullen omzeilen. Wij wel.
Wie de hele tijd voor zichzelf zorgt, heeft handen noch tijd om voor een ander te zorgen. Wanneer alles over jezelf gaat, dan gaat niets nog over de anderen.
Psychologen, therapeuten, ervaringsdeskundigen en levensexperten allerhande overstelpen ons met tips en goede raad om ons leven nu nog beter, beter dan ooit, te leiden. Eet elke dag twee stukken fruit, liefst oranje of rood. Wandel minstens vijf uur per week. Mediteer twintig minuten per dag. Drink maximum zeven glazen wijn per week. Eet meer kurkuma en gojibessen. Volg een cursus ademen. Leer je dagen beter plannen. Vijf tips voor een opgeruimde geest. Zorg voor jezelf. Zelfzorg. Zelfbewust. Zelfhulp. Zelfdiscipline. Zelfontplooiing. Zelfliefde. Wees mild voor jezelf.
Zelf. Altijd maar dat zelf. Dat onafschudbare, middelpuntvliedende, navelstarende zelf als kern en centrum van het universum. Dat zelf dat gekneed, gesust, geplooid, gepleased moet worden tot het de juiste vorm, de correcte proporties vertoont, tot het stopt met dreinen en zeuren. Een zelf dat zo strak en groot wordt opgeblazen dat het ons het zicht ontneemt op de omgeving. Wie de hele tijd voor zichzelf zorgt, heeft handen noch tijd om voor een ander te zorgen. Wanneer alles over jezelf gaat, dan gaat niets nog over de anderen.
Mocht al dat postmodern individualisme met haar zelfcultuur alleen maar om voedzame bessen, fitness, massages en slaaphygiëne draaien, ik zou er vast niet zo wee in de maag van worden. Maar helaas: onze tere zieltjes gedijen enkel als ze vrij zijn. Vrijheid betekent vandaag onbelemmerd zijn, door niets of niemand gehinderd worden in je zelfexpressie, je zelfontwikkeling, je zelfbehoud.
Autonomie is een zegen, maar ik betwijfel of het de intentie was van de emancipatiebewegingen dat iedereen ongehinderd z’n goesting doet en geen ruk meer geeft om wat anderen voelen, ervaren en nodig hebben.
Misschien is dit de prijs die we betalen voor een economistisch samenlevingsmodel dat op welvaart, consumptie, vrijheid en autonome zelfontplooiing steunt. We kreunen en kraken onder het verpletterende gewicht van ons eindige, feilbare zelf. We weten ons geen blijf met al dat zelf, met al die zogenaamde vrijheid.
Nooit eerder waren we zo druk doende met onszelf verwezenlijken, nooit eerder waren we zo collectief en fundamenteel ontevreden.
We lijken wel pubers, klem in de egocentrische ontwikkelingsfase van de mens. Denkend dat we prima voor onszelf kunnen zorgen, maar in wezen hulpeloos. De wereld beschouwend in relatie tot ons zelf en niemand anders. Brutaal en weerspannig. Permanent op zoek naar de grens van het aanvaardbare. Permanent op jacht naar kicks, dopamine en bevestiging die we verwarren met geluk, waarna we dwangmatig nog meer geluk moeten nastreven, alsof we recht hebben op interest, omdat het nooit genoeg is, omdat we de vluchtigheid van de ervaring terecht niet herkennen als geluk.
Vrijheid blijheid is een leugen van groteske proporties die bij uitstek gedijt in zelfcultuur. Het tragische is dat niemand er gelukkig van wordt, alle beloften ten spijt.
Laten we goed voor onszelf zorgen en onszelf graag genoeg zien. Maar kunnen we alstublieft stoppen met ons zelf en onze hyperindividueelste ervaringen te optimaliseren en te cultiveren als waren het uiterst kostbare en zeldzame kasplantjes? Wie weet vinden we dan opnieuw wat tijd en de ruimte om na te denken over wat anderen nodig hebben. Om voor iets of iemand anders te zorgen. Om iets te doen dat eens niet over onszelf gaat.
Naar het schijnt word je daar zelfs gelukkig van.