Belast mij nu

Column

‘Belastingen, belastingen, belastingen, al de rest is gelul’

Belast mij nu

Belast mij nu
Belast mij nu

Besparen: dat lijkt voor velen nog altijd dé wonderpil die ons begrotingstekort als bij toverslag zal genezen, stelt MO*columnist Geert Van Istendael vast. Maar ondanks jaren van krenterigheid kampt België nog steeds met dat tekort. ‘Er rest ons slechts één middel, één.’

© Brecht Goris

Geert Van Istendael

© Brecht Goris

Besparen: dat lijkt velen nog steeds dé wonderpil die ons begrotingstekort als bij toverslag zou genezen, stelt MO*columnist Geert Van Istendael vast. Maar ondanks jaren van krenterigheid kampt België nog steeds met dat tekort. ‘Er rest ons slechts één middel om eindelijk verlost te raken uit onze begrotingsangst én om wachtlijsten én om personeelstekorten weg te werken. Één.’

Deze column is ook te beluisteren:

Op dezelfde spijker blijven hameren is soms nuttig. Wel helpt het als je af en toe een andere hamer ter hand neemt.

Welaan dan.

Op 11 december 2022 schreef ik hier een zwartgallig eindejaarsoverzicht over wat er zoal mis gaat in ons ministaatje. Mocht het u kunnen troosten, ook in de onze buurlanden en de buurlanden van die buurlanden, door wat voor regering ze ook worden bestuurd, loopt het vaak in het honderd. Maar goed, België dus:

  • wachtlijsten bij de geestelijke gezondheidszorg;

  • wachtlijsten bij de kinderopvang;

  • en bij de sociale huisvesting;

  • en bij de woonzorgcentra;

  • en bij de gehandicaptenzorg;

  • en bij de jeugdhulp;

  • wachttijden bij de ziekenhuizen;

  • te weinig leraressen en leraren;

  • te weinig kleuterleidsters en kleuterleiders;

  • te weinig verplegend personeel;

  • te weinig politiemensen;

  • te weinig brandweerlui;

  • te weinig magistraten.

‘Krijg de tering met je privatisering’, zei de wonderbaarlijke schrijfster Annie M.G. Schmidt een kwart eeuw geleden al.

Bijna alles van het bovenstaande kun je onder één noemer brengen. Kapotbespaard. Maar ondanks jaren krenterigheid kampt België in al zijn geledingen nog steeds met een begrotingstekort. Geen regering die het weggegomd krijgt. De kolommen van onze kranten staan bol van jobstijdingen over ons aller begrotingstekort.

Onze politieke journalisten raken er niet over uitgeschreven. Zij lijken collectief te geloven dat er maar één pil bestaat die onze begrotingsziekte als bij toverslag zou genezen, een wonderpil, een paardenmiddel, een wanhoopsmedicijn. Besparen.

Maar die remedie heeft een paar onverkwikkelijke bijwerkingen. Bijvoorbeeld steeds langere wachtlijsten. Bijvoorbeeld steeds nijpender personeelstekort.

In mijn eindejaarsoverzicht stelde ik de vraag: zou het niet kunnen dat wij de overheid overvragen? Ik herhaal die vraag nu. Hameren op dezelfde spijker, zie boven.

Mijn antwoord is lapidair. Niks overvragen. Ik ben ervan overtuigd dat wij allen volkomen terecht die dienstverlening vanwege allerlei overheidsinstanties verwachten. Ik wil helemaal niet dat onze overheid zich eruit terugtrekt, integendeel. Privatisering leidt alleen maar tot slechtere en duurdere dienstverlening. ‘Krijg de tering met je privatisering’, zei de wonderbaarlijke schrijfster Annie M.G. Schmidt een kwart eeuw geleden al.

En nu ga ik even een andere hamer zoeken in mijn rommelige alaambak.

In een Duits weekblad (Die Zeit, nr. 2, 5 januari 2023, blz. 29) las ik een kort stuk met als ondertitel: Eine Millionärin will höhere Steuern (Een miljonaire wil hogere belastingen). Dat verraste me.

Zodra je zegt dat belastingen progressief horen te zijn, bots je op een muur van afgrijzen.

Multimiljonairs en a fortiori miljardairs die geld willen schenken aan een of ander goed doel, dat verschijnsel is bekend. Het wordt steevast de hemel in geprezen. Ik ben niet zo kil dat ik al die muskietennetten of schooltjes in Afrikaanse dorpen veracht, alleen omdat ze gesponsord worden door bijvoorbeeld Bill Gates of aanverwante rijkaards. Een analfabeet die leert lezen of een kind dat géén malaria krijgt, is altijd goed.

Echter, zodra je opwerpt dat superrijke mensen belastingen moeten betalen zoals iedereen, en zeker als je zegt dat die belastingen progressief horen te zijn, bots je op een muur van afgrijzen.

Rutger Bregman, met wie ik het overigens op haast geen enkel ander punt eens ben, Rutger Bregman heeft het geweten toen hij vier jaar geleden in Davos zei dat bijna niemand op die wereldtop sprak over het echte probleem: belastingontwijking, begrijp, de rijksten weigeren hun deel te betalen.

De jeugdige Nederlander strooide ten overvloede zout in de wonde: belastingen, belastingen, belastingen, voegde hij eraan toe, al de rest is gelul. En hij gaf nog een sneer naar wat hij noemde ‘domme filantropie’. De wereld oppentop was niet geamuseerd.

‘Fatsoenlijk belastingen betalen’

Een paar jaar later zegt in het openbaar een Oostenrijks-Duitse mevrouw, achter-achterkleindochter van de grondlegger van BASF, zij heet Marlene Engelhorn, dat ze een miljoenenerfenis waarop ze recht heeft, situeer die tussen 10 en 99 miljoen, niet wil hebben.

De rijke erfgename roept de Oostenrijkse regering op om er eens goed over na te denken hoe ze hoogvermogende families ertoe kan brengen fatsoenlijk belastingen te betalen. In de Duitse grondwet, artikel 14/2, staat: ‘Rijkdom verplicht. Zijn gebruik moet ook het algemeen welzijn dienen. Op de vraag, waartoe verplicht rijkdom, antwoordt Marlene Engelhorn: het is de plicht van buitensporige rijkdom zichzelf af te schaffen.

Wat heet buitensporig? Dat hangt niet af van een allerindividueelste voorkeur, zoals je weleens hoort beweren. Wat in een land als buitensporig rijk wordt bestempeld, moet het voorwerp zijn van democratische discussies op het publieke forum.

De volgende stap is logisch. Samen met ander rijk volk, uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, heeft Marlene Engelhorn een beweging gesticht die taxmenow heet, wat betekent ‘belast me nu’, maar dan aan elkaar vast geschreven. Ik citeer uit de oproep die de Duitse afdeling twee jaar geleden op het internet zette:

  • vermogensbelasting voor miljoenen- en miljardenfortuinen;

  • beperking van uitzonderingsmaatregelen voor bedrijfsvermogen bij successierechten en belasting op schenkingen;

  • progressieve belastingsschalen in plaats van een eenheidstarief bij de vermogenswinstbelasting;

  • strengere regels om belastingontwijking en belastingontduiking te beteugelen;

  • heffing op vermogens indien door de schuldenrem overheidstaken niet meer gefinancierd kunnen worden.

Dat laatste vergt een beetje uitleg.

De Duitse grondwet verbiedt de deelstaten structureel nieuwe schulden te maken en de federale overheid mag nieuwe schulden maken voor ten hoogste 0,35% van het nominale Bruto Nationaal Product. Artikel 109 van de grondwet schrijft bond- en deelstaten voor dat ze hun begroting in evenwicht moeten krijgen zonder krediet op te nemen. In het dagelijkse taalgebruik noemen de Duitsers dat Schwarze Null, zwarte nul. Soms krijg ik de indruk dat de zwarte nul de diepste kern is van het hele politieke bestel in Duitsland.

Die Duitse miljonairs of miljardairs willen dus dat de goede werking van de overheid voorrang krijgt op het begrotingsevenwicht. In België klinkt dat al Pvda-achtig, in de hoge sferen van Duitsland knalt het als een ketterse vloek. Godslastering, niet minder.

Allemaal afgunst?

63 miljonairs hebben bovenstaande punten onderschreven. Duitsland telt 1,6 miljoen miljonairs. Dus een fractie van een fractie van een fractie van een fractie van een fractie van de rijkste Duitsers is het openlijk eens met die beginselen.

Je kunt de initiatiefnemers van taxmenow makkelijk wegzetten als een microscopisch clubje steenrijke padvinders. Er zitten onaangenaam jeukende vlekjes op hun welgestelde zieltjes en die willen ze met vlijt wegkrabben. De overdonderende meerderheid van hun geldgenoten heeft daar totaal geen last van, niet in Duitsland, wereldwijd niet.

Het gaat niet alleen om elementaire rechtmatigheid, het gaat om het overleven van onze democratieën.

De winsten van olieboorders en grondstoffengravers galopperen naar astronomische hoogten. De bankiers zwelgen in goudhopen. Het enige waar dat slag mensen last van zou kunnen hebben, is de werkelijk ondraaglijke gedachte aan een echte herverdeling van de rijkdom. Aalmoezen, geen probleem. Maar ons rechtmatig, door noeste arbeid opgehoopte vermogen aantasten, dat nooit, jamais, niemals. Trouwens, ieder vermoeden van een gedachte in die richting lobbyen ze efficiënt weg. ‘Bah! Allemaal afgunst.’

Daarom vind ik taxmenow, hoe minuscuul ook, belangrijk. Je kunt namelijk dat handjevol gefortuneerde idealisten onmogelijk jaloezie aanwrijven.

Zij komen zelf met argumenten voor een veel pertinenter debat dan de valse afgunstdiscussie. Het gaat niet alleen om elementaire rechtmatigheid, het gaat om het overleven van onze democratieën. Marlene Engelhorn schrijft in het elektronische mededelingenblad van een sociale dienst der protestantse kerk, Diakonie Düsseldorf (s.d.):

‘Mensen met een groot vermogen hebben ook grote macht. Ze hebben toegang tot de politiek, de economie, de media. Die invloed moet je je kunnen veroorloven en velen doen dat. Het resultaat heet lobbywerk. Dat is erg duur en in principe niet in het belang van iedereen.’

Met andere woorden, geld is de sleutel tot de cenakels van de macht en aangezien geld allesbehalve gelijk verdeeld is, is macht ook ongelijk verdeeld. Hoe meer geld, hoe meer macht. Ook politieke macht.

Een van de grootste politieke denkers van de moderne tijd, een van de grootste politieke denkers aller tijden, Alexis graaf de Tocqueville, schreef in een van zijn minder bekende werken:

Pour moi, quand je verrai des institutions démocratiques s’établir chez un peuple où régnera une grande inégalité dans les conditions, je considérerai ces institutions comme un accident passager.

(Wat mij betreft, als ik democratische instellingen zie ontstaan bij een volk waar een grote ongelijkheid heerst in de levensomstandigheden, dan zal ik die instellingen beschouwen als een voorbijgaande toevalligheid. Uit: État social et politique de la France avant et depuis 1789, blz. 24 in de uitgave van la Pléiade)

Dat zinnetje komt tot ons uit 1836. 187 jaar later blijft het brandend actueel.

Zou het afkalven van het politieke centrum en, van de weeromstuit, zou het oprukken van de extremen er misschien mee te maken kunnen hebben dat partijen van het midden zich jaren lang willoos en gedachteloos hebben laten meedrijven in de verwaarlozing van de gelijkheid? In de afbraak van de ernstige staat? In het beuken op die grootse verworvenheid van de naoorlogse Europese beschaving, de sociale zekerheid?

Zou het kunnen dat de politieke extremen terrein veroveren dankzij de schijnbaar onbedwingbare groei van de schaamteloze ongelijkheid? Dan wijst het machteloze doch dappere hoopje miljonairs van taxmenow een uitweg aan.

Ik wil er iets aan toevoegen ten behoeve van ons eigen vaderlandje.

Om eindelijk een keer verlost te raken uit onze begrotingsangst én om wachtlijsten én om personeelstekorten weg te werken, rest ons slechts één middel, één. Meer besparen kan niet, de boel kraakt nu al in zijn voegen. Meer staatsschuld mag niet. Wat schiet over? Verhoog de belastingen voor de rijkste medeburgers.

Post scriptum

Bovenstaand stuk was af toen ik in de krant (De Morgen, 11 april, blz. 5) deze kop las: Verhoog belastingen voor hoogste inkomens.

Twee doctoraatsstudenten macro-economie van Gent, Arthur Jacobs en Bakou Mertens, onthoud die namen, hebben de Belgische belastingvoeten voor de hoogste inkomens in de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw bestudeerd. Die waren véél hoger dan vandaag. En nog veel hoger zijn ze geweest in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Daar stegen ze tot 90% en meer, maar dat had Thomas Piketty ons al verteld.

De twee studenten uit Gent bepleiten een belasting_verlaging_ voor de inkomens onder 60.000 euro per jaar en boven die grens bepleiten ze een fikse verhoging. Benieuwd om de kreten te horen van de antibelastingfundamentalisten.