Boer met een groen hart? Jazeker! Maar geen bioboer

Column

De maand van Liesbeth Gijsel

Boer met een groen hart? Jazeker! Maar geen bioboer

Boer met een groen hart? Jazeker! Maar geen bioboer
Boer met een groen hart? Jazeker! Maar geen bioboer

De schoonbroer van MO*columniste Liesbeth Gijsel is landbouwer. Waarom hij geen bioproducten teelt, had ze hem eens gevraagd. Maar het antwoord bleek veel minder eenvoudig dan de vraag.

© Konstantinos Tsanakas

Liesbeth Gijsel: ‘Overschakelen op biolandbouw, dat is ook een beetje opnieuw beginnen en alles wat je hebt opgebouwd laten vallen.’

© Konstantinos Tsanakas

Mijn zus woont op een boerderij. Het is er heerlijk toeven naast de ezel in de boomgaard, tussen de velden met tarwe, spelt, aardappels en worteltjes.

Haar man besloot enkele jaren geleden om fulltime landbouwer te worden en de boerderij van zijn ouders verder te zetten. Net als mijn zus is hij bio-ingenieur. Allebei hebben ze een groen hart. Ja, er moet veel gerichter bemest worden (en dat doen ze). Ook pesticiden zien ze liefst zo weinig mogelijk.

Om zijn inkomen aan te vullen – en omdat hij graag experimenteert –, startte mijn schoonbroer daarnaast een bakkerij aan huis op. Hij maalt zijn eigen tarwe en bakt er brood en koffiekoeken van. Die zijn zo puur mogelijk, zonder broodverbeteraars bijvoorbeeld.

Waarom schakelt hij niet over op bio, vroeg ik hem eens. Want dat is milieuvriendelijker. Bovendien kun je er meer aan verdienen want de prijzen voor bioproducten zijn hoger.

Een simpele vraag, maar het antwoord is dat helemaal niet.

Niet dezelfde opbrengst of kwaliteit

Biologisch boeren brengt risico’s met zich mee. De opbrengst ligt vaak een pak lager dan bij conventionele landbouw. Er worden andere rassen gebruikt, die onder meer beter bestand zijn tegen ziektes maar die ook minder renderen.

Voor tarwe is kunstmest afschaffen lastig. Want dierlijke mest moet op een andere manier worden uitgereden, waardoor de jonge plantjes kapotgereden worden.

Om het even technisch te maken: tarwe wordt normaal gezien drie keer bemest. In een droog voorjaar lukt de eerste keer nog met dierlijke mest, maar voor de tweede en derde gift niet meer. Er bestaan biokorrels die met een strooier toegediend kunnen worden, maar die zijn heel duur.

Ook de kwaliteit kan minder zijn dan die van conventionele tarwe. Zal het biologische graan goed genoeg zijn om lekker brood van te bakken?

Overschakelen op biolandbouw, dat is ook een beetje opnieuw beginnen en alles wat je hebt opgebouwd laten vallen.

Kortom, de teelt is arbeidsintensiever, de opbrengst ligt vaak lager en voor de kwaliteit is het afwachten. Boeren krijgen voor hun biologische producten weliswaar een hogere prijs, maar zal die de duurdere productiekost dekken? Zullen klanten in de bakkerij meer willen betalen voor hun brood?

En wat met de consument in de supermarkt? Het aantal bioboeren in Vlaanderen groeit langzaam maar gestaag. Jaarlijks schakelt een 65-tal boeren over. Maar zal ook de vraag volgen, nu het leven duurder wordt en de consument misschien meer naar zijn portemonnee kijkt dan naar het milieu?

Producenten moeten hun waar kwijt kunnen, niet alleen aan de consument maar in de eerste plaats aan afnemers die bio willen kopen. Dat is een ander circuit dan dat van de conventionele verwerkingsbedrijven. Dat betekent dus nieuwe contacten zoeken. Een beetje opnieuw beginnen, dus, en alles wat je hebt opgebouwd laten vallen.

Een jarenlang proces

En dan is er nog de wetgeving rond biologisch boeren. Zodra je de beslissing hebt genomen, kun je je aanmelden om een biolabel te krijgen – en dus de bijbehorende prijzen te kunnen vragen.

Van dag op dag moet je dan de regels voor de biolandbouw volgen. Dat wil zeggen: andere rassen kopen, andere technieken toepassen, andere ziektebestrijding gebruiken.

Maar op dat moment ligt het label er nog niet. Want de omschakeling, zo stelt de regel, duurt twee tot drie jaar. Elk jaar is er controle. Pas als dat proces helemaal is afgerond en als alles is goedgekeurd, volgt het biolabel. In de tussentijd zit je met heel wat kosten om de omschakeling waar te maken, maar nog steeds met de lagere prijzen voor klassieke landbouwproducten.

De slotsom? Het is toch niet helemaal een definitieve ‘nee’ voor mijn schoonbroer. Ik zei al dat hij een liefhebber is van experimenteren. Op een klein stuk grond wil ik wel eens wat biologische gewassen uittesten, zegt hij.

Misschien eten we binnenkort biologische boterkoeken van de hoevebakkerij.