Boer zoekt bastaard

Toen onze voorouders hun eerste kunstzinnige graffitiwerk aan een grot toevertrouwden, stond de landbouw nog niet eens in de steigers. Wouden golden als rijke meeneemrestaurants. Diverse wildfilets dartelden vrij rond, al dan niet vergezeld van mammoetsaus. De overgang van wilde kost naar zorgvuldig telen wordt algemeen erkend als een mijlpaal voor de ontwikkeling van onze beschaving. Maar voor het overkomen van klimaatverandering en nieuwe planten- en dierenziektes blijft de landbouw afhankelijk van wilde variëteiten, schrijft Hans Van Dyck.

Tam, tammer, mens

In dienst van de landbouw hebben we een hele batterij planten en dieren van wild naar tam verhuisd, inclusief onszelf. Al beleeft u nu en dan wilde avonden, u en ik zijn volgens alle normen tamme primaten. Een fraai staaltje van zelfdomesticatie. Tarzan werd langzamerhand ingeruild voor de stilzittende nerd met tokkelkastje. Een soort vrijwillige batterijkip.

De wolfjes en hun leider

Het temmen van andere dieren stond al op ons prehistorisch palmares. Honden liggen al aan onze zijde van toen de boer en tuinder in ons nog niet ontkiemd was. Het relaas van onze trouwste viervoeter gaat minstens 30.000 jaar terug in de tijd. De boerenstiel hooguit 10.000 jaar.

Tam maken is één ding, domesticatie is echter een proces van langere adem. Langdurig samenleven met Homo sapiens blijkt niet zonder gevolg. De wolf kreeg een echt hondenleven. Genetisch onderzoek bevestigde recent dat alle honden van de wolf afstammen. Maar hoeveel wolf zit er nog in een chihuahua met roze tutu en verlengde wimpers? Domesticatie is evolutie op speed. Geen wonder dat Darwin er erg door gebiologeerd was.

Wie bij de hond slaapt…

Maar is domesticatie eenrichtingsverkeer? Hoe zit het met de omgekeerde effecten? Heeft het samenleven met dieren ook de mens veranderd? Het valt gedragswetenschappers op dat onze levensstijl meer van een wolvenroedel heeft dan van een apenkot.

Door dieren te kweken ging de mens als boer intensief samenleven met kippen, eenden, varkens en co. Die beestenwinkel stond garant voor een rijk assortiment van virussen en andere ziektekiemen. Landbouw gaf ons dus niet alleen stabiel, zij het minder divers, voedsel, maar ook een hele rist van ziekten. Wie bij de hond slaapt…

Graantje meepikken

De eerste stap van domesticatie hoeft niet per se door de mens gezet te worden. Wellicht vormden de voorouders van onze honden geen willekeurige steekproef uit de wolvenroedel. Het betrof exemplaren die als mee-eters rond mensen hingen. Hondje spelen helpt dan meer om aan de kost te komen dan agressieve wolventrucs. If you can’t beat them, join them, heet dat onder strategen.

Doorheen een evolutionaire bril bekeken hebben honden het erg slim aangepakt. Ze ontwikkelden van menselijke concurrenten tot mee-eters die getolereerd werden, en uiteindelijk tot hartsvrienden die vertroeteld worden.

Een groeiend deel van onze honden verdient objectief gezien het biologisch label van “sociale parasiet”. Met de pootjes omhoog in de sofa, duur voer uit blik, af en toe wandelen tegen overgewicht, en dat allemaal op kosten van het baasje dat in de waan is de touwtjes stevig in handen te hebben. Il faut le faire.

Boerenmier

Al horen ze het niet graag in Rome, qua dierenkennis gaat de Bijbel wel vaker kort door de bocht. ‘De dieren, ze zaaien noch maaien…’

Niet dus. Landbouw blijkt niet uniek voor onze soort. Bladsnijmieren zeulen de godganse dag met vers geknipte blaadjes naar hun nest. Die blaadjes zijn voer noch decoratie. Ze vormen de kweekbodem voor… champignons. De vruchtlichaampjes worden door de werkmieren geoogst en gegeten.

De mieren zijn erg gesteld op de producten van eigen kweek. Omgekeerd is deze getemde zwam alleen nog maar te vinden in de perkjes van de mieren.

Kunstzinnig hoen

Een fascinerend geval is de kip. Ieder volk kweekte zijn variant: cultuur verpakt in een stukje natuur. Domesticatie, rassen, kruisen en de mix van natuur en cultuur met de kip als object en vooral als metafoor vormen de creatieve tuin van kunstenaar Koen Vanmechelen.

In zijn Cosmopolitan Chicken Project, waarvoor hij recent de befaamde Golden Nica Award won, staat de kracht van hybridisatie centraal. Het begon met een Mechelse koekoek maar die werd gekruist met kippenrassen van over de hele wereld.

Ons ingebakken hokjesdenken zet hybriden al snel enkele trapjes lager op de waarderingsschaal. Het kunstproject van Vanmechelen waaraan ook genetici en immuniteitsspecialisten meewerken, toont net de kracht van de bastaard. Die benadering staat haaks op de courante aanpak bij telers. Rassen zitten in het keurslijf van de onverbiddelijke standaarden. Ideale maten vormen het credo, varianten door elkaar haspelen is als vloeken in de kerk.

Maar ook Moeder Natuur zelve bezigt de bastaard-aanpak om nieuwe soorten te vormen. Dat gebeurt vaker dan vroeger werd gedacht. Er zijn recente voorbeelden bij wilde planten en tropische vlinders.

Bakje wilde troost

Voor het leven op aarde is diversiteit de levensverzekering. Zonder genetische variatie kan evolutie niet aan de slag. Maar met dit belangrijk biologisch principe wordt in de moderne landbouw vaak een loopje genomen. Monoculturen van één wondervariant zijn de regel. Dat is erg risicovol gokwerk. Want zo’n wondermaïs of -melkkoe kan vandaag wel een held zijn, maar alle helden vergaan.. alleen Elvis blijft bestaan.

Bij klimaatverandering en nieuwe ziekten zal de genetische diversiteit uit traditionele rassen en wilde varianten onze gepatenteerde kasplantjes uit de landbouw nog meermaals moeten depanneren. De verzekering voor onze landbouwgewassen en -dieren van de toekomst huist dus in belangrijke mate in de natuur buiten het landbouwareaal.

Uw kopje koffie vormt een voorbeeld. De wilde Arabica-soorten zitten in tropische bossen. Of hoe we wilde biodiversiteit ook in dienst van de toekomstige landbouw beter rijk dan kwijt zijn.

Hans Van Dyck is hoogleraar gedragsecologie en natuurbehoud aan het Earth and Life Institute  van de UCL (Louvain-la-Neuve).