Teleurstellende hoorzitting Kamercommissie Binnenlandse Zaken
“‘Burgerparticipatie: hoe moet het nu verder?’
Mieke Schrooten volgde de hoorzitting van de Kamercommissie over het burgerwetsvoorstel dat het collectief ‘In My Name’ indiende. Na afloop bleef ze met heel wat vragen zitten. ‘Neemt de overheid burgerparticipatie wel serieus? Wil ze wel écht luisteren?’
Mensen kijken op een groot scherm naar de hoorzitting van de Kamercommissie Binnenlandse zaken.
© Belga
Een transparanter regularisatiebeleid. Dat is wat het collectief In My Name via burgerparticipatie probeert te bereiken. Ze verzamelden voldoende stemmen om een wetsvoorstel in te dienen. Mieke Schrooten volgde de hoorzitting van de Kamercommissie. Na afloop bleef ze met heel wat vragen zitten. ‘Neemt de overheid burgerparticipatie wel serieus? Wil ze wel écht luisteren?’
Het burgercollectief In My Name lichtte afgelopen week haar wetsvoorstel voor een transparanter regularisatiebeleid toe in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. In My Name is een samenwerking tussen burgers met en zonder papieren die het regularisatiebeleid eerlijker, transparanter en humaner willen maken.
Gedragen door drie collectieven van sans-papiers en ondersteund door tientallen middenveldorganisaties klaagt het collectief de situatie van mensen zonder papieren aan en interpelleert het politici omtrent het asiel- en regularisatiebeleid. De politieke reactie op het burgerwetsvoorstel was echter even voorspelbaar als teleurstellend, vooral aan Vlaamse kant.
‘De vreemdelingenwet wordt heel rigide toegepast. En daardoor worden vandaag heel wat fundamentele rechten geschonden.’
Kati Verstrepen, advocate
Sinds eind 2020 kunnen burgers via de website van de Kamer zelf een wetsvoorstel indienen. De federale overheid voerde deze mogelijkheid in om de politieke participatie van burgers aan te moedigen. Als minstens 25.000 steunhandtekeningen een ingediend voorstel onderschrijven, wordt het besproken in het parlement.
In My Name is het eerste burgerplatform dat van die mogelijkheid gebruik maakt. Ondersteund door maar liefst 35.000 handtekeningen eiste het burgercollectief haar spreekrecht op.
Tijdens de hoorzitting vatte advocate Kati Verstrepen, voorzitster van de Mensenrechtenliga, samen waar In My Name voor strijdt: ‘De vreemdelingenwet is niet alleen bijzonder rigide. Hij wordt daarenboven ook nog eens heel rigide toegepast. En daardoor worden vandaag heel wat fundamentele rechten geschonden.’
In plaats van het criminaliseren en onderbeschermen van ‘schaduwburgers’, zoals schrijfster en juriste Rachida Lamrabet mensen zonder geldige verblijfsdocumenten noemde tijdens de zitting, pleit het burgercollectief ervoor mensenrechten als ijkpunt te nemen en vanuit dit kader rechtsuitbreiding te realiseren voor zij die momenteel rechten ontberen.
Onafhankelijke beroepscommissie
Met deze boodschap brengt In My Name een krachtige tegenstem tegen de verrechtsing en “verflinksing” van onze samenleving en politiek. Dit is trouwens geen louter Belgisch fenomeen. Veel landen moedigen hoogopgeleide migranten, toeristen, zakenreizigers en studenten aan om zich over grenzen te bewegen, terwijl het vluchtelingen en mensen zonder visum hoe langer hoe meer zo moeilijk mogelijk gemaakt wordt om dat te doen.
Om die laatste groep te weren, grijpen landen vaak terug naar hetzelfde recept: meer grenzen, meer muren, meer bewaking, meer afschrikking en een steeds striktere toepassing van de vreemdelingenwet. Het migratierecht is dan ook vaak geen recht dat bevrijdt of emancipeert. Het is eerder een amalgaam van wetten en procedures die kortwieken, beperken, controleren en disciplineren.
Concreet schuift In My Name de oprichting van een onafhankelijke beroepscommissie naar voren. Daarnaast moeten transparante criteria recht geven op regularisatie. Voorbeelden van mogelijke criteria zijn: in de onmogelijkheid verkeren om terug te keren, een vorm van kwetsbaarheid vertonen, of langdurig verankerd zijn in België. In My Name vraagt ook dat mensen die al in België zijn, hun regularisatieaanvraag ook hier kunnen indienen, wat nu volgens de wet alleen toegelaten is in buitengewone omstandigheden.
Her burgercollectief sluit hiermee aan op een pleidooi dat middenveldorganisaties en collectieven van mensen zonder papieren al jarenlang voeren. De bezettingen en hongerstakingen van het voorjaar van 2021 zitten nog vers in ons geheugen. Maar ook eerder waren er al verschillende petities, betogingen en manifestaties voor de rechten van mensen in een precair verblijfsstatuut.
Zoethoudertje?
De mogelijkheid om burgerwetsvoorstellen in te dienen laat toe om burgerengagement rechtstreeks politiek te vertalen. Op zich is dit fantastisch. Maar de politieke reacties op het burgerwetsvoorstel werpen de vraag op of de overheid zélf deze burgerparticipatie wel serieus neemt en echt wil luisteren, of het eerder als een soort van zoethoudertje gebruikt.
De weg van In My Name naar de Kamer doet alleszins het laatste vermoeden. Kafkaiaans is de juiste omschrijving voor dit traject. In eerste instantie werden de maandenlang verzamelde handtekeningen van In My Name niet aanvaard omdat ze deels digitaal en deels op papier ingediend werden. Nochtans had de overheid eerder wel met die combinatie ingestemd. De combinatie was ook een noodzaak, door allerlei technische manco’s bij de federale website.
Ook de effectieve hoorzitting zelf was teleurstellend. Aan Vlaamse kant bleven enkel Vooruit en PVDA tot het einde van de zitting aanwezig. De N-VA, de grootste partij in Vlaanderen, en DéFI kwamen niet eens opdagen. Ook de populistische reactie – en de mislezing van het wetsvoorstel – van de andere meerderheidspartijen doet vragen rijzen over de politieke sérieux rond burgerparticipatie.
Begrippen als illegalen, aanzuigeffectief, grenzenloosheid en overspoeld worden, werden veelvuldig in de mond genomen, en niet alleen door het Vlaams Belang.
Typerend was de uitspraak van Tim Vandenput (Open VLD) die de voorstellen van In My Name onrealistisch, onhaalbaar en contraproductief noemde. ‘Wie zonder enig realiteitsbesef de deuren wagenwijd open wil zetten voor instroom en die instroom drastisch wil laten toenemen en wie het overtreden van onze regels en wetten wil belonen met een algemene regularisatie en wie de uitstroom op basis van onbespreekbare criteria wil lamleggen, die stelt zich eigenlijk buiten het debat’, was zijn reactie.
Wie van discoursanalyse houdt, kon zich helemaal uitleven op deze zitting. De terminologie waarmee kwistig in het rond gestrooid werd tijdens deze zitting, was frappant. Begrippen als illegalen, aanzuigeffectief, grenzenloosheid en overspoeld worden, werden veelvuldig in de mond genomen, en niet alleen door Vlaams Belang.
De politieke partijen leken de zitting vooral te gebruiken om hun partijstandpunt rond migratie nog eens op tafel te leggen, en sloten inhoudelijk weinig aan bij de concrete voorstellen van In My Name.
Vlaams Belang kantte zich, voorspelbaar, volledig tegen het burgerwetsvoorstel. Ecolo-Groen, PVDA-PTB en Les Engagés steunen de geest en de centrale eisen van het burgerwetsvoorstel. De PS, Open VLD, CD&V en Vooruit verdedigden het huidige beleid en benadrukten dat zij geen collectieve regularisatie willen – iets waar het burgercollectief expliciet niet om vroeg.
De vraag die vooral blijft hangen, is: ‘hoe moet het nu verder?’ Welk politiek vervolg krijgt dit allereerste wetsvoorstel van ongebonden burgers in België? Maar ook, hoe zal de politiek er in slagen om de kloof met de burger te dichten in plaats van de verbinding met de burgers nog verder te doen afbrokkelen?