Busje komt zo (of helemaal niet)

Column

De maand van Liesbeth Gijsel

Busje komt zo (of helemaal niet)

Busje komt zo (of helemaal niet)
Busje komt zo (of helemaal niet)

Een tijd geleden was MO*columniste Liesbeth Gijsel in Londen. Het gemak waarmee je er de metro neemt, is jaloersmakend. In België is dat anders. De recepten voor succes zijn bekend, alleen: zolang die bus niet populair is, vallen er met investeringen blijkbaar weinig stemmen te rapen.

© Konstantinos Tsanakas

Liesbeth Gijsels: Al jaren wordt er bespaard op De Lijn. De grote partijen mikken allemaal op de zogenaamde middenklasse, en die zit niet op de bus. Behoort u tot de middenklasse? Die ‘hardwerkende Vlamingen’ waar de politiek het altijd over heeft? Zullen we morgen allemaal de bus nemen en onze ervaringen bekend maken?

© Konstantinos Tsanakas

Een tijd geleden was MO*columniste Liesbeth Gijsel in Londen. Het gemak waarmee je er de metro neemt, is jaloersmakend. Vijf minuten wachten is al lang, en je raakt zowat overal. In België is dat anders. De recepten voor succes zijn bekend, alleen: zolang die bus niet populair is, vallen er met investeringen weinig stemmen te rapen.

Ik was dertien en ik haatte de bus. Drie kwartier duurde mijn reis naar de middelbare school. Drie kwartier in een vaak propvolle, warme bus waar de adem van mijn medereizigers tegen de ramen plakte en mijn neiging tot wagenziekte zich ten volle kon ontplooien.

Zodra het kon, schakelde ik over op de fiets. Die bus heb ik sinds het derde middelbaar alleen nog genomen als het niet anders kon.

Echte haat is het niet meer, maar ik vermijd de bus nog steeds. Niet dat ik daarom vaak de auto neem – van autorijden krijg ik namelijk stress.

Nee, ik wring me in duizend bochten om toch met trein of fiets te kunnen. Bus of tram: ze staan in de file, komen te laat of zijn afgeschaft.

De weinige keren dat ik bus of tram nam, was omdat de fiets écht niet lukte.

En veel regulier aanbod is er ook al niet. Ik woon in Antwerpen, maar raak sneller te voet aan het Centraal Station – een wandeling van een dikke twintig minuten – dan met de bus. Ruim tien jaar geleden wijzigde de route van de enige bus die mijn wijk aandoet en richting station rijdt. Lees: ze werd langer.

Daarbovenop rijdt diezelfde bus wegens werkzaamheden al maanden niet meer door de wijk, maar stopt hij enkel nog aan de rand ervan. En de tram? De dichtstbijzijnde haltes bevinden zich op een kwartier lopen. Voor ouderen die naar de winkel willen, is er nu een “winkelbus”, een initiatief van een vereniging voor zieken en hun mantelzorgers.

Geen kinderwagens

Voor professionele afspraken nam ik tot voor kort wel eens de bus, aansluitend op een trein. Tot ik Bluebike ontdekte – deelfietsen die je ontleent aan het station en er na afloop weer terugzet.

De weinige andere keren dat ik bus of tram nam, was omdat de fiets écht niet lukte. Bijvoorbeeld toen mijn kinderen baby’s waren en nog niet achterop konden.

Eén keer mocht ik koudweg niet opstappen – ‘De bus is vol, mevrouw’. De volgende kwam (als er geen file zou zijn) pas twintig minuten later – de tijd die het me zou kosten om te voet naar huis te gaan, ware het niet dat ik een vermoeide peuter en een kinderwagen met baby moest meenemen. Een andere keer reed de tram mijn halte voorbij, ook al had ik gebeld.

Zelfs de Britse krant The Guardian raadde in een recent toeristisch artikel over Antwerpen af om het openbaar vervoer te nemen om je te verplaatsen.

Veel trams waren simpelweg geen optie, want in de zestig (!) jaar oude toestellen die nog steeds in Antwerpen rondrijden, geraak je niet als je een kinderwagen mee hebt.

De metro dan maar? Niet overal zijn liften of roltrappen. Steeds weer moest ik rekenen op de goodwill van medereizigers om de kinderwagen samen op of af de trap te sleuren. Het deed me inzien wat het moet zijn om in een rolstoel te zitten of slecht te been te zijn.

Ik heb niet de indruk dat het inmiddels veel beter gaat. Integendeel zelfs. De afgelopen tijd zijn wellicht nog nooit zoveel bussen afgeschaft geweest – personeelstekort en corona, weet u wel. Zelfs de Britse krant The Guardian raadde in een recent toeristisch artikel over Antwerpen af om het openbaar vervoer te nemen om je te verplaatsen, ‘while the trams and buses can be irregular’. Een understatement.

Neem de fiets, raadt de Britse journalist aan. Ik kan hem geen ongelijk geven. Hoewel er nog steeds ruimte is voor verbetering, is het voor mij veruit de beste manier om me te verplaatsen. De afgelopen jaren kwamen er in mijn buurt tientallen nieuwe, brede fietspaden, fietsostrades en fietsbruggen bij. Politici pronken er graag mee – en terecht.

De fiets is hip, de bus is dat niet

Waarom wordt dezelfde inspanning niet gedaan voor bus en tram? Mijn hypothese? Het publiek. Met de bus of tram rijden is niet hip; fietsen is dat wel. Dat was niet altijd zo.

Mobiliteitsexpert Kris Peeters verwoordde het onlangs zo in een interview: eind jaren ‘90 (toen hij fietsambassadeur was in Antwerpen) was het idee dat alleen mensen die geen auto kunnen betalen, met de fiets rijden. Vandaag laten hoogopgeleiden zich graag zien met hun speedpedelec of koersfiets. Ook als ze een auto op de oprit hebben staan. Zes op de tien Vlamingen fietsen tegenwoordig naar het werk.

Geldt nu dat alleen mensen die geen auto of fiets hebben, de bus nemen? In mijn omgeving – een bubbel van hoogopgeleide stadsbewoners – hebben velen geen auto. De fiets is een vanzelfsprekendheid; de bus is meestal zelfs geen overweging waard.

De recepten voor succes zijn bekend.

Toch geloof ik dat het tij kan keren, net zoals dat met de fiets is gebeurd. Een tijd geleden was ik in Londen. Het gemak waarmee je de metro neemt, is jaloersmakend. Vijf minuten wachten is al lang, en je raakt zowat overal. Het publiek bestaat uit een doorsnede van de bevolking – van scholier tot zakenman. Je ziet duidelijk wanneer de volgende metro eraan komt.

Ik nam er zelfs de bus. Zo’n dubbeldekker. Met airconditioning, genoeg plaats en een plek vooraan aan het raam waar ik alles kon overzien.

De recepten voor succes zijn bekend. Vrije bus- en trambanen, meer aanbod, toegankelijke en schone infrastructuur, en vooral: betrouwbare doorkomsten.

Zodra tram of bus je sneller brengen waar je moet zijn dan de auto of de fiets, zal de populariteit de hoogte in schieten. Maar: zolang die bus niet populair is, vallen er met investeringen weinig stemmen te rapen.

Al jaren wordt er bespaard op De Lijn. De grote partijen mikken allemaal op de zogenaamde middenklasse, en die zit niet op de bus.

Behoort u tot de middenklasse? Die ‘hardwerkende Vlamingen’ waar de politiek het altijd over heeft? Zullen we morgen allemaal de bus nemen en onze ervaringen bekend maken?