Onderwijs, het verbrokkelende fundament van de samenleving
“‘Code rood in de klas: ‘Ik wil geen gratis laptops, ik wil meer mensen’’
MO*columniste Bieke Purnelle vindt het verbijsterend hoe slordig we omgaan met de mensen die een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van onze kinderen. 'Zonder gemotiveerd, maatschappelijk geapprecieerd en bekwaam personeel stort ons onderwijs in elkaar als een kaartenhuis.'
Bieke Purnelle
© Brecht Goris
Goed onderwijs is het fundament van de samenleving, de potgrond waarin mensen kunnen opgroeien tot volwaardige burgers. Maar de waarde die we zogenaamd hechten aan ons onderwijs is nergens zichtbaar, schrijft MO*columniste Bieke Purnelle. Van mensen die excelleren een prioriteit vinden zou je verwachten dat ze begrijpen wat de basisvereisten zijn voor doeltreffend en duurzaam leren.
‘Hoe is het?’ ‘Drúk!’ ‘Oh, bij jou ook? Idem hier. Echt niet te doen.’ ‘Spreken we eens af?’ ‘Goh, graag, maar het zal ergens in december zijn. Mijn agenda ontploft.’ Dat vat de teneur samen van de gemiddelde chat- en sms-conversatie met vrienden tegenwoordig.
‘Eigenlijk is het best ironisch’, antwoord ik een vriendin met wie ik al weken probeer af te spreken. ‘Eindelijk kunnen we elkaar weer zien, en nu hebben we geen tijd.’
Sinds het openbare leven weer op gang is getrokken, bevind ik mij een soort flessenhals, waarin anderhalf jaar uitgestelde events, congressen, symposia, kennisdagen en debatten samenstromen met de “gewone” najaarsplanning. Het enthousiasme om opnieuw samen na te denken, ideeën uit te wisselen en bij te dragen aan de samenleving zou me blij maken, tenminste als ik niet zo moe en opgejaagd was.
Bijna krijg ik heimwee naar de eventarme tijd van een jaar geleden, toen avonden, weekends en agenda’s gespaard bleven van professionele activiteiten allerhande en wandelen of fietsen het enige was wat ons naar buiten dreef. Het gras is altijd groener aan de overkant, zo blijkt maar weer.
Een bescheiden social media-onderzoekje naar werkdruk en stress vertelt me dat ik niet alleen ben. De oorzaken van het geploeter blijken divers:
Chronisch personeelstekort. Te veel langdurig zieken. Onderbezetting. Het wegvallen van vrijwilligers die helpen met mantelzorg. Stijgende vraag. Inhaaldrang. Achterstand. Verloren inkomsten die gecompenseerd moeten worden. Efficiëntiewinst door telewerk die resulteerde in gewoon meer werk, en sinds de terugkeer naar kantoor voor overwerk zorgt. Het wegvallen van de tijdelijk verworven flexibiliteit.
‘Doorbijten. Gaat wel weer over’, zegt iemand dapper en optimistisch.
Ik wilde graag een stukje schrijven over die werkdruk en het hamsterrad waar we met z’n allen in rond rennen. Tot ik merkte dat opvallend veel leerkrachten me een bericht stuurden. Het waren geen opbeurende berichten. Sommige zou ik ronduit alarmerend noemen.
Meer dan 1500 openstaande vacatures, en niemand die ze wil.
Een van de sectoren waar de uitputting zich scherp laat voelen is dan ook het onderwijs. Anderhalve maand ver in het schooljaar krijgen schooldirecties hun lesroosters niet bij elkaar gepuzzeld. In sommige scholen zitten leerlingen tot 18 uur per week in de studiezaal omdat er geen leerkrachten beschikbaar zijn om hen les te geven. Meer dan 1500 openstaande vacatures, en niemand die ze wil. Daar bovenop vallen leerkrachten vaker dan gemiddeld uit door ziekte, vaak langdurig.
Het staat in schril contrast met de platgekauwde clichés omtrent veel vakantie en weinig werken. Een van de belangrijkste jobs ter wereld, maar niemand wil er nog aan. 37 % van de starters stapt er al snel weer uit. In Gent riep de schepen van onderwijs burgers op om zich te melden als vrijwilliger om het schrijnende personeelstekort in de scholen op te vangen. Nobel en pijnlijk tegelijk.
‘Op de twee scholen waar ik werk voel ik, na het enthousiasme en de goede moed van de eerste weken, vooral gelatenheid. Iedereen loopt op de toppen van z’n tenen en probeert de neus boven water te houden’, vertelt een vriendin in het onderwijs.
Zonder gemotiveerd, maatschappelijk geapprecieerd en bekwaam personeel stort ons onderwijs in elkaar als een kaartenhuis.
Na 27 noodberichten in die trant vind ik m’n eigen stress meteen een stuk minder ernstig.
De waarde die we zogenaamd hechten aan ons onderwijs is nergens zichtbaar. 112 miljoen wordt er bespaard op een sector die noodlijdend is, waarvan het grootste deel uit de pot die bedoeld was om het lerarentekort tegen te gaan. Er werden wel gratis laptops beloofd waar niemand om vroeg. ‘Ik wil geen gratis laptops, ik wil meer mensen’, zei een andere kennis.
Ik vind het werkelijk waar verbijsterend hoe slordig we omgaan met de mensen die een cruciale rol spelen in de ontwikkeling en opvoeding van onze kinderen. Van de kinderopvang tot de scholen is de rode draad dezelfde: mensen zwoegen, zwalpen en vallen uit. Ondersteuning en middelen zijn schaars, personeel is er al veel te lang te weinig, en de appreciatie voor het werk is ook al geen incentive, tenzij we de driejaarlijkse paniek over onze ranking in de PISA-rapporten beschouwen als een motiverende factor.
Van mensen die excelleren een prioriteit vinden zou je verwachten dat ze bereid of in staat zijn om te begrijpen wat de basisvereisten zijn voor doeltreffend en duurzaam leren. Zonder gemotiveerd, maatschappelijk geapprecieerd en bekwaam personeel stort ons onderwijs in elkaar als een kaartenhuis. Een scenario waarin kinderen uit welgestelde gezinnen opgevangen worden door nanny’s en in dure privéscholen belanden, terwijl de rest het maar bekijkt, is niet ondenkbaar, en vooral niet wenselijk.
Goed onderwijs is het fundament van de samenleving, de potgrond waarin mensen kunnen opgroeien tot volwaardige burgers. Het is de sleutel van de poort naar de toekomst. Goed onderwijs is een recht en een noodzaak. Dat we zo weinig geven om de mensen die van dat onderwijs een succesverhaal moeten maken is dan ook bedroevend en zorgwekkend.
Hoe we de devaluatie van het leerkrachtenberoep verhelpen en ervoor zorgen dat onze kinderen begeleid, onderwezen en ondersteund worden door gezonde en gelukkige mensen die van hun beroep houden: het zou een van de belangrijkste debatten van het jaar moeten zijn.