De maand van Latifah Abdou
“‘Code switching, ofwel de constante strijd om niet tot een stereotype te worden herleid’
Waarom kiezen de ouders van MO*columniste Latifah Abdou steevast voor Driehoek, in plaats van Drijhoek als ze het hebben over de Kempische wijk uit hun buurt? ‘Wij konden het ons niet veroorloven om dialect te spreken. Het moest ten allen tijde Algemeen Nederlands zijn.’
Latifah Abdou: ‘Een deel van jezelf wegcijferen is een langdurige en intense inspanning.’
© Konstantinos Tsanakas
Waarom kiezen haar ouders steevast voor Driehoek, in plaats van Drijhoek als ze het hebben over de Kempische wijk uit hun buurt? Het is een vorm van code switching, legt MO*columniste Latifah Abdou uit. Het is een manier om je vanuit een minderheidsgroep aan te passen, om erbij te kunnen horen. ‘Wij konden het ons niet veroorloven om dialect te spreken. Het moest ten allen tijde Algemeen Nederlands zijn.’
Ik groeide op in een huishouden waar Nederlands, Frans en Kinyarwanda (de nationale taal in Rwanda, red.) werd gesproken. Bovendien was dat in de Kempen, dus kwam er nog een charmant accent bij.
Ik ben het gewend om de overgang te maken tussen die drie talen. En naargelang de context komt dat Kempische accent soms ook nog eens van pas. Dat schakelen tussen verschillende talen en/of dialecten wordt binnen de sociolinguïstiek code switching genoemd.
Je taal en/of dialect aanpassen aan de context is iets wat iedereen doet. Maar voor mensen uit gemarginaliseerde groepen zoals vrouwen, geracialiseerde personen, queer personen en personen met een beperking, gaat code switching om meer dan alleen taal. Het gaat ook over je gedrag, hoe je jezelf voorstelt en hoe je je uitdrukt tegenover een dominante groep.
“Les evolués_”,_ de “beschaafde” Congolezen
Een concreet voorbeeld hiervan is te vinden in het koloniale Congo. Zo was er een groep Congolezen die les evolués werd genoemd. Het was een sociale categorie van hoger opgeleide Congolezen die ook Frans spraken. Maar niet alleen die taal en opleiding waren een belangrijke vereiste om bij de evolués te behoren, het was ook essentieel om de westerse waarden, normen en gedragspatronen aan te nemen.
De evolués genoten dezelfde burgerlijke rechten als witte kolonialisten. Ze mochten zich overal begeven, ook in de witte wijken die doorgaans verboden terrein waren voor de Congolezen.
Maar dat betekende nog geen gelijkheid, met gelijke sociale en politieke rechten voor de evolués. Het overnemen van de westerse gewoonten en waarden was slechts een stap in het verkrijgen van gelijke rechten.
Les evolués waren onderhevig aan huisbezoeken en ondervragingen, om na te gaan of er bijvoorbeeld wel met mes en vork werd gegeten.
Ook Patrice Lumumba maakte deel uit van deze groep. Net zoals andere evolués was hij onderhevig aan huisbezoeken en ondervragingen om na te gaan of hij de Europese standaarden en levensstijl wel respecteerde. De controles dienden om na te gaan of ze wel afstand namen van de lokale “primitieve” gewoonten en zich aansloten bij de “beschaafde” Europese gewoonten. Of er, bijvoorbeeld, wel met mes en vork werd gegeten.
Het fenomeen van code switching ging bij evolués dus ook over het aanpassen van gedrag, gewoontes, waarden en normen. Het Congolese volk werd in het koloniale tijdperk als onbeschaafd beschouwd en stereotypes over de “onbeschaafde zwarte Afrikaan” werden gevoed en bevestigd. Code switching ging voor hen ook om het ontsnappen aan die racistische stereotypes om gelijke burgerlijke rechten te verkrijgen.
“Drijhoek”
Dit voorbeeld uit Congo maakt de historische oorsprong van raciale stereotypen duidelijk. Maar onze hedendaagse samenleving staat helaas nog bol van die stereotypen die ervoor zorgen dat er aan code switching gedaan wordt.
Zo betrap ik me er vaak op dat ik aan de telefoon bewust stiller praat, om te ontsnappen aan het stereotype dat zwarte mensen zo luid zijn. Al op mijn vijftiende had ik een eerste vakantiejob om aan mijn cv te werken, me bewust van de structurele obstakels van racisme en seksisme waar ik als zwarte vrouw mee in aanraking zou komen. In mijn achterhoofd hou ik vaak rekening met het foutieve beeld van Afrikanen die lui zijn, een beeld dat ik wil ontkrachten.
Ik doe, zoals vele anderen, ook aan code switching tussen talen en dialecten. Thuis waren mijn ouders streng wat taal betreft. Ik moest Algemeen Nederlands spreken, de juiste lidwoorden in het Frans gebruiken en het Kinyarwanda op z’n minst passief verstaan. De focus lag het sterkst op Algemeen Nederlands en Frans. Dialect werd vermeden.
Vlak bij mijn ouderlijk huis was er een wijk die Drijhoek heet. Drij is ook wel het lokale dialectwoord voor drie. Maar hoewel de naam van de wijk Drijhoek is, zeiden mijn ouders consequent Driehoek en verbeterden ze mijn broers en ik wanneer we Drijhoek zeiden.
Wij konden het ons niet veroorloven om dialect te spreken. Het moest ten allen tijde Algemeen Nederlands zijn. Niet voor de taal an sich, maar wel omwille van het idee erbij te horen, serieus genomen te worden en niet tot een stereotype te behoren. Constant ons uiterste best doen was essentieel. Dat maakt code switchen geen keuze, maar eerder een kwestie van overleven.
“Gezelligheid”
“Erbij horen” gaat bovendien niet alleen om erkend of gezien worden. Het gaat er ook om de bestaande norm en context niet te verstoren.
Aminata Cairo beschrijft dat in haar boek Holding Space op de meest heldere manier. Cairo is een academicus, schrijver en danser. Ze is ook de persoon waar ik het afgelopen jaar het meest over fangirl en wiens boek ik aan iedereen aanraad. Ze benadert diversiteit en inclusie vanuit een verhalend perspectief, wat het heel krachtig en vernieuwend maakt.
Bijvoorbeeld wanneer ze in haar boek schrijft over het moment dat een professor een racistische opmerking maakte. Niemand in haar klas antwoordde, dus raapte ze al moed bij elkaar om hem erop aan te spreken. De professor wimpelde haar snel af, maar na de les kwamen klasgenoten influisteren dat ze gelijk had. ‘Waarom hebben jullie dan niets gezegd? Waarom hebben jullie me niet bijgestaan?’, was haar antwoord.
Gezelligheid gaat in deze context niet over een fijne tijd hebben. Het is een soort kracht die een participatie kan belemmeren en onderdrukkend kan zijn.
Cairo gebruikt hiervoor de term “gezelligheid”. Haar opmerking verstoorde de racistische context die in de klas gecreëerd was door de professor, die zich in een dominante, leidinggevende positie bevond. Gezelligheid gaat in deze context niet over een fijne tijd hebben. Het is een soort kracht die een participatie kan belemmeren en onderdrukkend kan zijn.
Ik herken die context. Vaak bevind ik me op plekken waar ik de enige zwarte vrouw ben. Als er dan iets seksistisch en/of racistisch wordt gezegd heb ik twee opties. Ik kan de “goede vrede” bewaren, ofwel “de gezelligheid”, en het aan mij laten voorbij gaan. Nadien zal ik me wel afvragen waarom ik niets heb gezegd. Of ik kan iets zeggen en de hele sfeer, “de gezelligheid”, verstoren.
Dat maakt me dé verantwoordelijke voor de gezelligheid in de groep. Wil ik erbij horen, de gezelligheid vrijwaren en ontsnappen aan het stereotype beeld van de “moeilijke zwarte vrouw”, dan kies ik best voor de eerste optie. Code switching gaat om een deel van jezelf onderdrukken zodat je de norm niet verstoort en geaccepteerd te worden.
Wie niet deel uitmaakt van een gemarginaliseerde groep, is eraan gewend om zich te allen tijde in een gezellige context te bevinden. Net zoals ik als zwarte vrouw het gewoon ben om me in eens niet-gezellige context te bevinden.
Het eist zijn tol
Maar een deel van jezelf wegcijferen is een langdurige en intense inspanning. Het heeft invloed op je algemeen welbevinden en prestaties. Het bevestigt bovendien dat ik me moet aanpassen om serieus genomen te worden en ergens een kans te maken.
Een deel van jezelf wegcijferen is een langdurige en intense inspanning.
Zou ik Nederlands met een woordje Frans of Engels spreken, zou dat erop wijzen dat ik het Nederlands niet goed beheers, niet dat ik drietalig ben. Doet een wit persoon dat, wijst dat er alleen op dat die persoon drietalig is.
Het vertaalt zich bij mij bijvoorbeeld ook in het kiezen van een haarstijl. In het achterhoofd speelt altijd: ‘de vlechten mogen niet te speciaal zijn’. Je wilt jezelf kunnen zijn, maar er ook bij horen. Dan lijkt het alsof die twee niet verenigbaar zijn.
Code switching is voor personen uit gemarginaliseerde groepen niet zo onschuldig en heeft een invloed op de mentale gezondheid. Ondanks het gebrek aan onderzoek naar het fenomeen kan ik dat, net als vele anderen, bevestigen.