“‘Commandeur in de Kroonorde, Cherkaoui’
Sidi Larbi Cherkaoui kreeg vorige week het nieuws dat hij binnenkort Commandeur in de Kroonorde is. Niet echt een adellijke titel, wel een uitzonderlijk ereteken. Wat voelt hij daarbij? De vragen die journalisten stelden, werkten als een koude douche op een zonnige ochtend.
Houston, Texas, 8h30 ‘s morgens, nog net voor m’n werkdag expliciet begint. Ik lig half wakker in m’n bed en zie plots een enthousiast bericht op m’n smartphone. “Proficiat met je bekroning!”. “Oei…”, denk ik hardop “waar gaat het over?”
Al snel kom ik via het internet en de alomvattende realiteit van m’n instant social media, achter de bron van dit en van nog vele andere smjes, emails en Facebook-berichten, waarin vrienden en collega’s me proficiat toewensen. Het is reeds namiddag in België en ik heb duidelijk al wat gemist.
Oei
Koning Filip verleende burgerlijke eretekens uit. Ik ontdek op Knack.be dat ik Commandeur in de Kroonorde word. Ik ben -gelukkig- niet de enige. Ook magistrate Najat Arbib, Hafida Bachir (Voorzitster van Vie Féminine), Nabil Ben Yadir, Naima Charkaoui (directeur Minderhedenforum), historica Sophie De Schaepdrijver, Baki Topal (oncoloog KUL) en Jonkvrouw Laurence Van Ypersele De Strihou (historica UCL) worden benoemd. Fijn gezelschap!
Het dringt nog niet goed en wel door of diezelfde smartphone, waarop ik net alles aan’t lezen ben, begint te rinkelen. Ik neem op en een journalist voor een Vlaamse krant aan de andere kant van de lijn wil me al vragen stellen, de eerste is: wat ik hierover voel. “Oei”, denk ik weer… Ik ben nog niet uit bed, heb een repetitie die in 1 uur en 30 minuten begint, sta in m’n ondergoed, moet nog m’n tanden poetsen en snel gaan ontbijten; Wat voel ik…?
“Nou wel vereerd…” zeg ik overtuigd, terwijl het gevoel nog aan het binnendringen is en ik ondertussen m’n broek probeer aan te trekken. Waarop meteen de vraag komt of het feit dat er zoveel mensen van allochtone origine geselecteerd zijn bij deze benoemingen me ‘iets doet’. De derde “Oei” schiet door m’n hoofd en het is nog maar 9 uur ‘s morgens.
Migratiekilometers
Is z’n vraag dan of een allochtone origine te rijmen valt met een burgerlijk ereteken?
Is z’n vraag dan of een allochtone origine te rijmen valt met een burgerlijk ereteken? Moet ik me meer fier voelen of net minder? ‘Doet dit’ me ‘iets’? Wat bedoelt hij? Soms zijn journalisten zo moeilijk te begrijpen.
Ik leg kalm -ook al weet ik dat dit een hele dure educatieve telefoon gaat worden- uit dat migratie bij de realiteit van ons aller menselijk bestaan hoort. Dat m’n pa inderdaad meer dan 50 jaar geleden in België z’n leven heeft opgebouwd, er ook gestorven is trouwens.
Dat ik zelf in Antwerpen ben geboren en opgegroeid, dat hoewel m’n achternaam aanduidt waar sommige van m’n diepere wortels liggen, ik me identificeer als Antwerpenaar, dat m’n ma van Antwerpen is, ook m’n grootmoeder, m’n broer. Ik onderlijn ook dat meer Vlaams- of Waalsklinkende achternamen, daarom niet per se in mindere mate met ‘migratie’ zouden te maken hebben.
Zo zie ik in de lijst Sophie de Schaepdrijver, Belgische historica en geboren in Kortrijk. Als je haar leven even overloopt zie je dat ze in 1983 naar Amsterdam trok om te studeren, Europese geschiedenis doceerde in de Rijksuniversiteit Groningen, college gaf in de Verenigde Staten sinds 1999 en moderne Europese geschiedenis geeft aan de Pensylvania State University. Toch ook wel extreem migratiegedrag van deze Vlaamse dame, haar kilometerstand ligt hoger dan die van m’n pa!
Ik kan nog op honderden voorbeelden komen.
Triggerende achternaam
Zou m’n collega, Brusselse choreograaf Damien Jalet, wiens moeder uit Frankrijk komt, vragen krijgen in verband met z’n Franse origine? Ik denk het niet. Had ik m’n moeders achternaam Van Der Schueren gekregen 38 jaar geleden, dan zou de journalist deze vraag, gezien m’n blanke huid, waarschijnlijk ook niet gesteld hebben denk ik. What’s in a name…
Wat ik wil onderlijnen is dat mijn achternaam bepaalde vragen triggert bij journalisten terwijl andere achternamen dat niet doen.
Het is, zo vroeg in de morgen, een hele oefening voor me om daarover niet ongeduldig worden. “Ik hoop dat het ereteken er is als beloning voor m’n werk, en denk dat de origine van m’n pa daar niet meteen iets mee te maken hoeft te hebben”, zeg ik dan maar. Hoe een telefoongesprek plots als een koude douche aanvoelt.
Enfin, terwijl ik m’n hemd dichtknoop tracht ik rustig de situatie op te vangen en te antwoorden op z’n vragen. Het lijkt me allemaal zo evident, dat onze maatschappij in constante metamorfose is, maar ik moet accepteren dat dat niet voor iedereen even vanzelfsprekend is.
Big deal
Voor zo’n persoon is een burgerlijk ereteken in België voor een naam als Cherkaoui een grote verrassing, it’s a big deal.
Sommigen blijven cultuur, ook hun eigen cultuur, zien als een onbeweeglijke postkaart of een bevroren museumstuk. Voor zo’n persoon is een burgerlijk ereteken in België voor een naam als Cherkaoui een grote verrassing, it’s a big deal.
Me drukmaken over dit soort zinloos ‘wij/zij denken’ werkt niet, dat weet ik al heel lang. M’n eigen perspectief delen is het enige dat soms helpt: ik voel de journalist rustig meedraaien, hij volgt m’n denken, hij ziet het plots ook dat het kan, dat ik niet zo anders ben dan hem.
Mag ik nu gauw naar het ontbijt, gromt m’n maag, en m’n broer bellen! Die gaat daar gelukkig mee zijn, dat ik zoiets mag meemaken als choreograaf.
Vragen in de koets van het gegeven paard
Plots pikt de journalist de draad ergens anders op: of ik überhaubt als artiest zulk een bekroning wel waardevol acht. Dus eigenlijk, vrij vertaald: geef ik waarde aan het feit dat ‘men’ waarde geeft aan me?
Gaan plassen, dàt wil ik nu, heb ik zin om te antwoorden, maar ik hou me in, hou de telefoon op m’n schouder, doe m’n schoenveters vast en probeer hem verder te helpen met z’n artikel. Het lijkt wat op een kruisverhoor en ik ben nog geen half uur Commandeur in de Kroonorde. M’n moeder heeft me altijd geleerd om een gegeven paard niet in de bek te kijken, maar ik voel wel dat dit paard veel vragen in haar koets meedraagt.
“Hmmm… kunstenaar zijn is uiteindelijk, in het dagdagelijkse, niet zo anders dan de andere beroepen die hier worden geëerd. Appreciatie voor je werk, welk werk het ook is, is toch altijd welkom? Of mis ik een essentieel stukje uit de puzzel?” De vraag van deze journalist komt duidelijk uit een maatschappelijke bezorgdheid die ik, terwijl ik hem antwoord, probeer te plaatsen.
“Als kunstenaar ben ik me al te zeer bewust van de zwarte kant van België en ook het koningshuis. Maar dat zou ik ook zeggen als wiskundige, historicus of oncoloog. Met die kennis moet vooral een gezonde toekomst uitgestippeld worden, heel ons land leeft op de economisch positieve gevolgen van dat donkere verleden. Het hele land moet in de spiegel kijken en het koningshuis hoort daar inderdaad bij. Maar I’m not going to let it rain on my parade; ik zal ook altijd gelukkig worden als er appreciatie wordt getoond voor m’n werk. Van welke hoek dan ook. En ik kijk ernaar uit dit aan m’n moeder te vertellen!”
Interview voorbij. Geen idee of het goed was maar eindelijk kan ik ophangen na een veertigtal -dure- minuten. Nu heb ik wel weer meer vragen die in m’n hoofd beginnen rond te tollen.
Voor de verlichting: hout hakken en water halen. Na de verlichting: hout hakken en water halen
Ik merk, bij al de berichtjes die ik ontvang, dat een vriend op Facebook me vraagt of ik zo’n titel wel had moeten aanvaarden. “Is de adel niet iets uit verleden tijd, misplaatst in onze democratische maatschappij…” Tja, het is me overvallen(!), een uur geleden, wil ik hem antwoorden, maar ondertussen moet ik vooral m’n werk verder zetten, tanden poetsen, eten, jas aan, werken, leven… het gaat ook niets veranderen aan m’n dagelijks bestaan, toch?
Terwijl ik naar de dansstudio wandel moet ik denken aan die éne oude Zen wijsheid;
Voor de verlichting: hout hakken en water halen, na de verlichting: hout hakken en water halen.
Ik denk dat dit ook geldt na het ontvangen van een ereteken.