25 mei 2014: In de buik van het beest

Column

25 mei 2014: In de buik van het beest

25 mei 2014: In de buik van het beest
25 mei 2014: In de buik van het beest

Geert Van Istendael hield een dagboek bij van de dag dat we driemaal moesten kiezen. Het verslag van een tocht die begint in de hel en via een bejaard trio leidt naar de buik van het beest in de Leopoldwijk, waar een Britse reporter onverstoord de stelling aanhoort dat de sociale zekerheid de pijler is waarop de Europese constructie rust. Intussen gebeuren er vreselijke ongelukken.

Eerst het belangrijkste, al is het dan gisteren gebeurd. Een onbekende is het Joods Museum in de Brusselse Miniemenstraat binnengedrongen en heeft er met een kalasjnikov drie mensen doodgeschoten. Joodse organisaties waarschuwen ons al tijden. Het antisemitisme is helemaal terug – indien het ooit weggeweest zou zijn. Tot en met de grofste excessen.

De Rtbf wijdde daar een extra-uitzending aan om half zeven en meldde dat geen enkele Vlaamse politicus tot dan toe gereageerd had. Complete onzin. Ze hadden wél gereageerd, Peeters, Rutten, Van Besien et les autres. Dat gaat tegenwoordig op Twitter, maar dat doet er niet toe, de veroordeling was ondubbelzinnig en unaniem.

Ik hou zeer van de Rtbf, maar dit is barslechte journalistiek. Op de redactie moet je in zulke omstandigheden dat soort berichten lezen. Er loopt veel te veel razendsnel binnen, maar zo werkt nu eenmaal hedendaagse journalistiek.

Nee, er is geen excuus.

Erger zelfs, dit is stemmingmakerij van het laagste allooi. Men maakt misbruik van een antisemitische schanddaad om te suggereren dat de Vlaamse politieke wereld fataal getekend is door racisme, meer specifiek door antisemitisme – al sinds de jaren ’30 van vorige eeuw, weet u wel. Daarom stemmen die Ménapiens  toch massaal voor de N-VA, of niet soms?

Nee dus.

De kloof tussen fascist en conservatief

Om ieder misverstand vooraf uit de weg te ruimen: ik ben absoluut géén vriend van De Wever en zijn medestanders. Ik vind zowel de sociaal-economische als de nationalistische agenda van de N-VA verderfelijk.

Maar ik heb wel al een keer met luider stemme de N-VA verdedigd, in het Frans, omdat ik te maken kreeg met Franstaligen die complete nonsens uitkraamden over die partij.

Maar ik heb wel al een keer met luider stemme de N-VA verdedigd, in het Frans, omdat ik te maken kreeg met Franstaligen die complete nonsens uitkraamden over die partij. Zij noemden, verblind door vooroordeel en dus niet gehinderd door enige kennis van zaken, de N-VA un parti fascisant.

Nou wil ik voetstoots aannemen dat ze daar bij de N-VA stevig rechts zijn en zonder de geringste twijfel nationalistisch en dat ze tot vervelens toe Theodore Dalrymple of misschien Roger Scruton citeren. Maar laten we wel wezen, tussen een fatsoenlijke conservatief en een rauwe fascist gaapt een peilloze moordkuil.

Er zijn genoeg behoudsgezinde burgerheren en burgerdames geweest die zich met bewonderenswaardige moed hebben verzet, vaak totterdood, tegen de demonen die niet lang voor mijn geboorte Europa in hun ban hielden.

Terug naar 25 mei

’s Morgens naar het schooltje achter de kerk gewandeld om te stemmen. Op straat de statige Duitse dame en de bedaagde Poolse weduwe begroet die eveneens op weg zijn. Allebei mede-Brusselaars en mede-Belgen.

We treffen het deze keer. Geen lange rijen mopperende staatsburgers. De mensen van het bureau zijn tweekleurig en netjes tweetalig. Het laatste is het begin van de hoffelijkheid in de Brusselse rimboe. Het eerste is gewoon wat Brussel al geruime tijd is. Neem de metro en kijk.

Vijf minuten later sta ik weer buiten.

Vijf minuten plichtvervulling in vijf jaar tijd, het is toch niet te veel gevraagd. Ik ben een groot voorstander van stemplicht, niet alleen omdat aan ieder recht een plicht beantwoordt, maar ook omdat je zo min of meer te weten komt hoe de bevolking reageert op beleid.

Tegen heug en meug, met geringe belangstelling en zo kan ik nog een dozijn bedenkingen bij elkaar schrapen, en waarschijnlijk moeten we andere, aanvullende systemen bedenken, maar dit blijft: iedereen moet op voet van gelijkheid aanschuiven bij het stemhokje. Ten minste die ene dag zie je wat de Franse revolutionairen van 1789 misschien bedoeld hebben met hun égalité.

’s Middags belt een Hollandse mevrouw om me te vragen of ik mijn licht niet wil laten schijnen over de verkiezingen. De Belgische, vraag ik, want onze noorderburen begrijpen niet al te veel van ons rare vaderland. Nee, de Europese in heel Europa, zegt ze gul. En in het Engels. Want het is voor Al Jazeera.

Ik krijg al visioenen van 1001 nacht, afgewisseld met ontploffende jihadi’s, maar ze zegt heel zakelijk: vanavond om half elf in het Europese parlement. Ik hoop nou maar dat er omstreeks dat uur al uitslagen bekend zullen zijn. Weet ik veel hoe snel ze tellen in Letland of Portugal. Of in België.

Heel Vlaanderen zou dagelijks een portie TV-Brussel moeten oplepelen.

Ik moet trouwens vooraf naar het verkiezingsprogramma gaan dat TV-Brussel zendt vanuit Muntpunt. Ook al mijn licht laten schijnen. Overigens, TV-Brussel is een schitterende stadszender, alert, spits, grappig, zwanzend, alles gemaakt met zeer draaglijke lichtheid. Helemaal wat je nodig hebt in zo’n stad waar je geen kop of staart aan kunt vinden en andere ledematen al evenmin. Heel Vlaanderen zou dagelijks een portie TV-Brussel moeten oplepelen.

Om vier uur gaat mijn radio aan. Verbazend vlug lopen de eerste cijfers binnen. En de tweede. En alle volgende. Jaren geleden heb ik zelf meegewerkt aan verkiezingsuitzendingen. Voor tv. Twee herinneringen.

E vriëd aksedent

Eén. De resultaten liepen haperend, tergend traag of helemaal niet binnen.

Twee. Vanaf de eerste vijf, zes zag je de hele tendens van de kiesbeurt al uitgetekend. Ik heb het zelfs eens meegemaakt dat je na één enkele uitslag al kon zien wat het zou worden. Alleen gaven die eerste cijfers een wat extreem beeld, als het ware een karikatuur van de uitslag. Dat extreme vlakte af zou in de loop van de avond, pieken en dalen gingen eruit, maar de grote lijnen klopten. Altijd.

De N-VA had, wat we in Brussel noemen, e vriëd aksedent gedaan.

Dus, na een half uurtje wist ik het wel. De N-VA had, wat we in Brussel noemen, e vriëd aksedent gedaan. Ze had het Vlaams Belang opgevreten met huid en haar. De grenslijn van dertig procent was nog slechts een vage herinnering. Op naar veertig. De Decker in de touwen gemept. De Groenen goed geboerd, biologisch natuurlijk.

Voor de andere partijen was het maar zo zo, met kleine, grappige afwijkingen. West-Vlaanderen kleurt een beetje rood, mevrouw De Block is de koningin van Pajottenland. Wallonië? De PS blijft glansrijk overeind, heeft alleen last van jeuk op de linkerflank.

Et Bruxelles dans tout ça?

Om kwart voor negen sta ik in Muntpunt. Loop Guido Fonteyn op het lijf. Hij kent Wallonië tot de laatste bergbeek, de laatste ijzergieterij, de laatste maître du feu. En nog veel meer. Wat Brussel betreft: idem dito.

Dra staan we aan een lessenaar, drie bejaarde heren, genaamd Polspoel, Fonteyn en Van Istendael. Hee, TV-Brussel, zijn er geen vrouwen die lichten laten schijnen? En er woont een boel volk in Brussel dat jonger is dan vijfenzestig. Het is mogelijk dat ik me vergis, maar ik denk toch dat ik die af en toe zie. Bij de bakker. In de supermarkt. Waarom staan die hier niet?

Maar goed. Wij hebben natuurlijk ervaring te koop.

Dat blijkt meteen uit de analyse die Fonteyn ten beste geeft. Niet alleen, zo zegt hij, houdt de PS stand, maar er bestaat ook zoiets als een apparaat van de PS dat zich ver buiten de partij uitstrekt en te vinden is in alle mogelijke domeinen van het Waalse leven. Waar je ook kijkt, de PS heeft onderhand zowat 100 jaar bestuurservaring.

De N-VA is piepjong en razendsnel gegroeid. En die partij zou land en landstreek moeten leiden?

De N-VA heeft die niet. Alla, een beetje Vlaamse regering nu en nog minder in een paar gemeenten. De N-VA is piepjong en razendsnel gegroeid. En die partij zou land en landstreek moeten leiden?

Dat is een risico, jazeker. maar ook een kans. We kunnen niet anders dan dat risico nemen. Trouwens, ik herinner me plots dit. Bij de Britse verkiezingen vlak na de bevrijding toeterden de conservatieven (letterlijk, met een reusachtige spreekbuis voor hun beschaafde snor, staande in dure auto’s) over de socialisten: they are not fit to govern. Ze zijn niet in staat te regeren. De conservatieven verloren die verkiezingen.

Polspoel vraagt me of ik niet bang ben dat de N-VA het departement Cultuur zou gaan leiden. Nee, ik ben verdorie niet bang. Al dat gebibber en gejank in de cultuursector voor iemand die er nog niet eens is! Een nationalist zal bij uitstek moeten bewijzen hoe hoog hij onze geweldige Vlaamse cultuur kan opstoten in de vaart der culturen.

Slappe opkomst

We bekijken wat al binnen is gelopen van de Brusselse uitslagen. De PS houdt stand. Ecolo krijgt een zware deuk. Het Vlaams Belang verdwijnt. Hoera.

De VLD is de grootste Vlaamse partij. Ik stem niet voor hen, maar ontegensprekelijk hebben de Vlaamse liberalen in Brussel uitstekend personeel. Heel België kent intussen de kwinkslagen én de efficiëntie van Guy Vanhengel, zijn nuanceringen, zijn zin voor compromis. Maar wie kent de rationaliteit van Els Ampe? Of de zeer intelligente, slagvaardige Khadija Zamouri, ik hoop maar dat ze een zetel haalt ergens?

De Brusselaars zijn dan toch nog een béétje verstandig, zegt iemand.

Het mooiste vinden we alle drie dat de N-VA het bij de Brusselse Vlamingen véél minder goed doet dan buiten Brussel. De Brusselaars zijn dan toch nog een béétje verstandig, zegt iemand.

Metro in. Afstappen op Maalbeek. Gedreun in de verte. Ik kom op het Luxemburgplein, voor het Europees parlement. Er staat een kolossaal podium, her en der hangen kolossale schermen waarop de resultaten van de Europese verkiezingen per deelstaat te zien zouden moeten zijn, er deint een kolossale massa mensen over het plein. Op de schermen verschijnt voorlopig alleen het percentage van de opkomst per land. Ik zie hoe slap de opkomst was in Slowakije, Nederland en nog een paar andere democratieën en ik ben trots dat België koppig vasthoudt aan de opkomst_plicht_.

Al Jazeera

De Nederlandse mevrouw is op de afspraak. Ze voert me de burcht van Europa binnen, richting plenaire zittingzaal. We werken ons niet zonder moeite door de massa mensen heen. De hele zaal (meer dan zevenhonderd plaatsen) zit stampvol. Journalisten.  Op de balkons: horden camera’s. Ik word voorgesteld aan een bijzonder vriendelijke Britse gentleman. Hij werkt voor Al Jazeera.

Ik heb nog geen enkele uitslag gezien, zeg ik hem. Ik ook niet, antwoordt hij minzaam. De Nederlandse mevrouw probeert me toegang te verschaffen tot haar computer. Dat is buiten de waard gerekend. Wat elektronica betreft, heb ik niet twee, maar een paar dozijn linkerhanden. Op het scherm verschijnen allerlei raadselachtige boodschappen, vermoedelijk uit andere sterrenstelsels, maar ik slaag er niet in één enkele uitslag op te roepen.

Alle partijen hebben natuurlijk gewonnen, ook als ze een pandoering hebben gekregen.

Op het podium verschijnen één na één de fractieleiders van dit parlement (dat eigenlijk de naam parlement niet waardig is: de verkozenen hebben niet eens initiatiefrecht). Alle partijen hebben natuurlijk gewonnen, ook als ze een pandoering hebben gekregen. Guy Verhofstadt jubelt in uiterst bedenkelijk Engels dat de opkomst bij deze Europese verkiezingen hoger ligt dan bij de vorige (ver onder één procent hoger en de vorige opkomst in 2009 was catastrofaal laag).

Ik begin me zeer onbehaaglijk te voelen bij de vertoning, zowel van de politici vooraan als van de honderden journalisten om me heen. Er zijn nog steeds geen resultaten. Waarover gaat het hier eigenlijk? Op welke feiten baseren ze zich?

Verhofstadt jubelt over de nederlaag van de PVV in Nederland. Hij baseert zich op de exit polls. Later zal blijken dat die de uitslag van de PVV schromelijk hebben onderschat. Wilders doet het niet briljant, maar houdt toch redelijk stand. En er zijn in Nederland ook eurosceptici op links.

E vriëd aksedent in Frankrijk

Intussen is duidelijk dat Marine Le Pen e vriëd aksedent doet in Frankrijk. De links eurosceptische Syriza is de grootste in Griekenland. De Deense Volkspartij springt omhoog, de Oostenrijkse Vrijheidspartij springt omhoog. De Britse anti-Europapartij van Nigel Farage zou de grootste van het land worden. Meer dan dertig procent van de Europese burgers heeft duidelijk tegen het afbraakbeleid van Commissie en Centrale Bank gestemd, en dan hebben we het nog niet eens over de brave groenen en sociaal-democraten.

Her en der zijn woorden te horen als weirdo, Spinner, locos, irresponsables. Aha, dus wie de euvele moed heeft tegen zijn eigen ondergang te stemmen, is gek. Ik moet oppassen dat ik niet boos word.

We zoeken de cameraman van Al Jazeera op. Het interview kan beginnen. Waarom, ja, waarom zouden duizenden en duizenden boze burgers op extreem links of rechts stemmen. Zijn die wel zo extreem?

Ik zeg dat het sociaal-economisch programma van zogezegd extreem rechtse partijen vaak linkser is dan dat van de sociaaldemocraten. Dat wie wind zaait, storm oogst. Als je met de financiële karwats hele volkeren tot de bedelstaf veroordeelt, dan krijg je deze verkiezingsuitslag, en het verbaast me eigenlijk hoe gematigd de Europeanen nog gestemd hebben.

Beter communiceren? Slechter communiceren dan de Europese Commissie, dat kan volgens mij niet. En nee, je moet vooral niet proberen een onaanvaardbaar beleid beter uit te leggen. Dan zullen de burgers alleen maar beter snappen hoe onaanvaardbaar het wel is. Je moet je hele beleid omgooien. Hoe dan wel? De sociale zekerheid mag je niet slopen, want de sociale zekerheid is de pijler waarop de Europese constructie rust. Je moet de sociale zekerheid juist verdedigen, propageren, versterken.

Gelukkig is de meneer van Al Jazeera een Brit. Hij laat niets merken. Pokergezicht. Of, zoals ze vroeger in de Engelse aristocratie zeiden: stiff upper lip. Héél professioneel. Achter de camera dondert een schijnwerper de grond op. Hij geeft geen krimp. Goeie journalist.

De volgende dag

Langzaam lopen de cijfers van de voorkeursstemmen binnen. De Brusselse Vlamingen moeten toch eens een gewetensonderzoek doen. Wat stellen wij nog voor, democratisch gesproken? Volgens de gegevens die ik nu heb, heeft de derde verkozene die de N-VA in het Brusselse parlement toegewezen krijgt tien voorkeursstemmen.

Maar hoera, Yamila Idrissi heeft het gehaald. Zij is een van de allerbeste leden van het Vlaamse Parlement. Mag van mij morgen Minister van Cultuur worden.

En misschien heeft Annalisa Gadaleta, Vlaams, Brussels, groen, die op de derde plaats bij Ecolo stond, haar kamerzetel alsnog in de wacht gesleept. Zij zou dan het enige Vlaamse kamerlid uit Brussel worden. Hoezo? Dat was na de splitsing van BHV toch onmogelijk!?! Quod non.