De zegen en de vloek van anderen een blik in jezelf gunnen
“‘Een kwestie van het vooroordeel vóór te zijn’
'Ik moet erop anticiperen dat mijn gedrag vatbaar is voor een verkeerde interpretatie', bedenkt MO*columniste Naima Charkaoui zich. 'Want een uitschuiver straalt af op alle mensen met een migratieachtergrond.' Of hoe elke dag een kwestie is van voorkomen dat je mogelijke vooroordelen bevestigt.
Naima Charkaoui: ‘Er leven tal van associaties en veronderstellingen, vaak niet eens bewust. Door er vooraf rekening mee te houden, kan je proberen de gevolgen af te wenden. Maar dat is tegelijk een vloek en een zegen.’
© Charis Bastin
Doe ik, als iemand met een migratieachtergrond, niets dat vatbaar is voor een verkeerde interpretatie? MO*columniste Naima Charkaoui is niet de enige met angst om “fouten” te maken die vooroordelen versterken, zo schrijft ze. ‘Het is als het ware een kwestie van het vóóroordeel vóór te zijn.’ Maar dat kan een goede zaak zijn, als het aan beide kanten gebeurt.
Ik ga beginnen met een bekentenis: ik heb ooit gedanst na een terroristische aanslag. Maar niet uit blijdschap, integendeel.
Ik probeer even te reconstrueren hoe het is gegaan. Het moeten de aanslagen in Parijs in november 2015 geweest zijn. Ik zat voortdurend aan mijn scherm gekluisterd. Wachten op bericht van vrienden in Parijs dat ze veilig waren. Het nieuws volgen, terwijl in stukjes en beetjes duidelijk werd wat er gebeurd was. Ook in België werd het spannend: een week later ging Brussel in lockdown. Het waren dagen van angst, stress en bezorgdheid.
Op een bepaald moment scheen de zon. De kinderen wilden buiten, op het terras. Het leek me een goed idee: ik besefte plots hoe de spanning in huis hing en hoe onbeschikbaar ik voor hen was geweest, helemaal opgeslorpt door het nieuws. Om het goed te maken zette ik de geluidsbox buiten, zoals we wel vaker deden, zodat ze zich wat konden uitleven op de muziek. Even alle angst en zorgen loslaten.
Pas véél later heb ik beseft hoe fout dat kon overkomen. Toen spaken bepaalde politici na de aanslagen in Brussel van zogenaamd ‘dansende moslims’. En ik vroeg me plots af: zouden er buren zijn die mijn gedrag zo geïnterpreteerd hebben?
Mijn directe buren kennen me goed genoeg, daarover maak ik me geen zorgen. Maar mensen verder in de buurt, die alleen mijn origine kennen en de muziek hebben gehoord? Zou ik in hun ogen een “dansende moslim” geweest zijn, die de aanslagen waar ik oprecht kapot van was aan het “vieren” was?
Risico op misinterpretatie
Er is vaker het gevoel van verantwoordelijkheid voor een hele groep. De angst om ‘fouten’ te maken die vooroordelen versterken.
De anekdote heeft een hilarisch kantje, het typische misverstand uit een bepaald genre comedy. En hoogstwaarschijnlijk maak ik me in deze zorgen om niets. Toch verwijt ik mezelf dat ik niet oplettender was. Ik had erop moeten anticiperen dat mijn gedrag vatbaar was voor een verkeerde interpretatie.
Dat risico van misinterpretatie is direct verbonden met mijn Marokkaanse wortels. Heette ik Anneke Janssens, dan kon ik hoogstens een verwijt van ongepast gedrag krijgen, niet van sympathie met terrorisme.
Mijn verantwoordelijkheid hierin beperkt zich overigens niet tot wat mensen denken over mij persoonlijk. Een uitschuiver – misverstand of niet – straalt af op alle mensen die moslim zijn of zo gezien worden.
Het is een houding die ik wel vaker zie bij mensen met een migratieachtergrond. Het gevoel van verantwoordelijkheid voor een hele groep. De angst om “fouten” te maken die vooroordelen versterken. De alertheid om er steeds op te anticiperen. De drang om zich extra te bewijzen.
Het is de neiging toch maar te laten vallen dat je een universiteitsdiploma hebt. Of dat je hoofddoek je eigen keuze is. Net als je huwelijk trouwens. Het is telkens weer veel te vroeg op een afspraak komen, om niet volgens het eeuwige cliché de laatkomer te zijn. Nooit een keer de andere kant op kijken als iemand zijn plaats moet afstaan in de bus, ook niet als je écht moe bent. Het is de idee dat je dubbel zo hard moet werken om dezelfde kans te krijgen als een ander, en dubbel gestraft zal worden voor eenzelfde fout.
Ik hoor van mensen die met verkrampte kaken thuiskomen na een boodschap of wandeling, omdat ze voortdurend naar iedereen glimlachen. Zo willen ze toch maar duidelijk maken: ik (met mijn donkere huidskleur, mijn hoofddoek, vul maar aan) ben sympathiek, niet gevaarlijk, niet teruggeplooid (vul ook maar aan). Zelfs op een rotdag permitteren ze zichzelf geen norse blik. Op dat vlak biedt de brede mondmaskerplicht momenteel dan toch wat rust.
Een zegen en een vloek
De blik van anderen wordt zo een stuk van jezelf. Niet dat je ervan uitgaat dat iedereen racist is (merk op dat ik met deze verduidelijking alvast anticipeer op mogelijke misinterpretatie). Maar vooroordelen en discriminatie zijn wel een realiteit. En er leven tal van associaties en veronderstellingen, vaak niet eens bewust. Door er vooraf rekening mee te houden, kan je proberen de gevolgen af te wenden.
De blik van je ander in jezelf is een zegen en een vloek. Een zegen, want je kan het label ‘Maar jij bent een goede’ verdienen.
Het is als het ware een kwestie van het vóóroordeel vóór te zijn. Als persoon met een migratieachtergrond vertrek je in veel contacten immers niet van een wit blad, maar van een blad dat al grotendeels is ingekleurd. Om het plaatje te laten overeenstemmen met je persoon moet je niet alleen kleuren, maar ook veel uitgommen.
De blik van de ander in jezelf is een zegen en een vloek. Een zegen, omdat het vaak werkt. Je kan misverstanden vermijden, vooroordelen ontmijnen en je raakt verder in het onderwijs, op de arbeidsmarkt of in je sociaal leven. Als kers op de taart kan je het label ‘maar jij bent een goede’ verdienen. Een zure kers, wel.
De verantwoordelijkheid voor een hele groep geldt blijkbaar alleen voor fouten, niet voor voorbeeldgedrag. Het is een paradox die al vaker is aangekaart. Bovenal kan de blik van de ander binnenin jezelf uitputtend zijn: ze vraagt een voortdurende alertheid, legt de lat hoog, brengt angst om fouten te maken met zich mee.
Maar zolang het niet ten koste gaat van jezelf, is rekening houden met de blik van de ander best wel een sterke sociale vaardigheid. Dat is ook mijn boodschap voor mensen zonder migratieachtergrond die me vertellen dat ze de spanning herkennen die ik omschrijf. Naarmate ze zich meer over racisme informeren, gaan ze zich onzeker en gespannen voelen in divers gezelschap, bang om zich onbedoeld racistisch uit te drukken.
Ik heb begrip voor de spanning die ze voelen. Tegelijk denk ik dat het huiswerk zo wat eerlijker verdeeld is. Hoe meer vooroordelen, veronderstellingen en associaties iedereen uit zijn hoofd gomt, hoe minder mensen uit minderheidsgroepen die nog zelf moeten weggommen bij willekeurige contacten. Dan kunnen we elkaar na verloop van tijd allemaal meer ontspannen tegemoet treden.