De pijn van afscheid nemen

Column

De pijn van afscheid nemen

De pijn van afscheid nemen
De pijn van afscheid nemen

Sachli Gholamalizad houdt niet van afscheid nemen, bekent ze in haar nieuwste column. ‘Afscheid impliceert verandering. En iedere verandering boezemt me uiteindelijk toch angst in, want wat volgt er na dat afscheid? Wordt het beter? Of slechter?’

Ook al sta ik ervoor open en laat ik de verandering toe, het moment van afscheid nemen betekent altijd ook weer een hoofdstuk afsluiten. Loslaten. Een gedeelte van jezelf laten doodgaan. Herinneringen die mettertijd zullen vervagen en misschien zelfs helemaal verdwijnen. En dat doet pijn. Verdergaan is niet per se altijd beter. Maar ook daar moeten we soms doorheen.

Ik ben net terug uit Madrid en zoals altijd als ik net weer terug thuis ben, voel ik me zwaarmoedig. Een combinatie van verschillende factoren. Afscheid nemen van mijn nichtjes en neefje die nu in Madrid wonen, valt me altijd zwaar. Ik wil hun lieve gezichtjes en jeugdige energie vaker in mijn leven hebben. En terugkeren naar die eeuwige grijze luchten, met de wind die genadeloos door je botten snijdt en je doet ineenkrimpen van de kou, maakt me nu ook weer niet gelijk heel vrolijk. De gedachte dat dit nog maar het begin is van een lange winter. Dat de winter nog niet eens begonnen is. En dat de lente ook maar gewoon een andere benaming van de herfst is. Het duurt dus altijd even voor ik weer kan wennen aan thuis zijn.

Maar wat en waar is thuis?

Eigenlijk woont bijna niemand van mijn familie nog in België. Mijn ene broer woont al een tiental jaren in Nederland. De andere broer woont met zijn gezin in Madrid. Mijn ouders reizen steeds vaker en langer terug naar Iran en mijn oma is er net enkele jaren geleden weer naartoe verhuisd, na 20 jaar hier te hebben gewoond. Ook mijn oom, die eerder als een 3de broer aanvoelt, en die evenlang als oma in België heeft gewoond, woont nu al 5 jaar in Los Angeles met zijn gezin.

Geen vaste roots hebben, impliceert ook een grotere vrijheid om te bewegen en los te staan van nóg meer verwachtingen van buitenaf.

Dit waren en zijn nog steeds mijn roots. De kern van onze familie. Buiten hen rest mij misschien een handjevol familieleden, verspreid over deze planeet, die ik eerder als verre kennissen zie dan als mijn eigen vlees en bloed. Dit deert me niet echt. Ik heb nooit anders gekend. Dit kan ik aan. Geen vaste roots hebben, impliceert ook een grotere vrijheid om te bewegen en los te staan van nóg meer verwachtingen van buitenaf.

Maar het gemis van deze kern kwelt me soms wel. Ik kies mijn vakanties steeds bewuster uit. Ga ik op “vakantie” of ga ik op bezoek bij familie? Mijn oma is nu de 90 voorbij. Ze kan niet meer blijven heen en weer reizen. De kans dat ze haar zoon in Amerika zal kunnen gaan opzoeken, is zeer onrealistisch. En hij kan het land niet uit. Hij heeft er namelijk voor gekozen om in Amerika als illegaal te verblijven. Liever illegaal in Amerika en toch gezien worden als een mens, zegt hij, dan als illegaal behandeld te worden in het land waar hij de nationaliteit van draagt. Ook al begrijp en respecteer ik zijn keuze, het doet me toch verdriet dat hij hier nooit zijn draai heeft kunnen vinden, na al die jaren.

Ik herinner me nog heel goed het moment van afscheid nemen aan de luchthaven. Uiteraard heb ik alles gefilmd toen. Jarenlang heb ik niet anders gedaan dan mijn familie vastleggen, omdat ik wist dat er een dag zou komen dat we afscheid zouden nemen van elkaar. Al was het nooit uitgesproken, en wisten we niet waar naartoe de wind ons heen zou voeren. Maar dat de dag zou komen, heb ik altijd geweten. We dragen allemaal die rusteloosheid in ons mee. Nergens is de ultieme eindplek. We zijn allemaal eeuwig zoekende.

Dit afscheid wilde ik dus niet aan me laten voorbij gaan. Elke seconde wilde ik in mij opnemen. Alsof het niet symbolischer kon, verhuisde oma op exact dezelfde dag naar Iran als mijn oom met zijn gezin naar Amerika. Tot op vandaag valt het me nog steeds zwaar om naar de beelden te kijken van dit pijnlijke afscheid. Mijn neefje van 7 jaar vraagt aan zijn moeder waarom zijn oma zo moet huilen bij het afscheid nemen. Onschuldig als hij is, beseft hij niet dat hun “keuzes” van landen niet verder (ideologisch) uit elkaar konden liggen en ervoor zouden zorgen dat ze elkaar niet meer in levende lijve zullen terugzien. Ach, de willekeur van politieke spanningen. En het leven daartussen. Ook hij kent nu de pijn van het afscheid nemen.

Gedoemd om telkens weer afscheid te moeten nemen

Het is hetzelfde soort afscheid dat mijn moeder zich nog steeds levendig herinnert van toen wij 30 jaar geleden vertrokken uit Iran, om kort daarna ons leven hier te beginnen. Mijn opa wilde eerste geen afscheid nemen. Hij weigerde ons te komen uitzwaaien aan de taxi. Hij was kwaad op mijn moeder dat ze vertrok. Dat ze zijn kleinkinderen van hem wegnam. Uiteindelijk, net als in een film, vlak voor de taxi vertrok, is hij nog zijn deur uitgekomen om ons zijn zegen te geven, van op afstand en met glazen ogen. Er kwam geen knuffel aan te pas. Dat viel hem te zwaar.

Er kwam geen knuffel aan te pas. Dat viel hem te zwaar.

We hebben hem uiteindelijk nooit meer teruggezien, want hij is 5 jaar later gestorven, ironisch genoeg de nacht voor hij het vliegtuig zou nemen naar België om ons te komen opzoeken. Eindelijk had hij een reisvisum kunnen bemachtigen na al die jaren, maar het was de spanning die hem uiteindelijk fataal is geworden.

Het lijkt of mijn familie gedoemd is om telkens opnieuw afscheid te nemen van elkaar, en telkens weer doorheen dat verdriet te gaan. Telkens in andere stadia. En telkens met nieuwe generaties die veel te vroeg leren wat afscheid nemen inhoudt. Alsof we een soort van rust vinden in het thuisloos zijn. Zou het?

Op zulke sombere en grijze herfstdagen denk ik weer vaker aan mijn oma en dat ik graag even bij haar zou willen zijn. Haar gewoon even dicht bij me te hebben, haar zachte gerimpelde hand vast te houden, haar te voelen, te ruiken, en stiekeme kusjes te geven in haar nek terwijl ze het uitschatert van de kriebels. Dan wil ik een namiddag bij haar langs kunnen gaan voor de lekkerste oma-lunch en een Iraanse thee als afsluiter. Om erna samen met haar een wandeling te maken door het park en de eendjes te voeren met oud brood. Om dan weer, terug in haar huisje, op mijn aandringen, haar nagels te lakken, en haar lippen te stiften, want dat vindt ze stiekem altijd zo leuk.

Terwijl ze eerst theatraal tegenstribbelt en zegt dat het een doodzonde is dat vrouwen zich maquilleren en hun nagels lakken. Want ook dat verhaal moet ze altijd vertellen, het is haar tenslotte zo lang aangepraat. Om daarna bewonderend en met vochtige ogen naar haar eigen mooi gelakte nagels en gestifte lippen te kijken en toe te geven dat ze het toch wel prettig vindt om zo verzorgd te worden. Dat ze blij voor me is dat ik niet in die tijden en omstandigheden als zij ben opgegroeid. Dat ze trots op me is, dat ik ben wie ik wil zijn, zonder concessies te hoeven doen.

En altijd weer sluit ze haar woorden af met die guitige schaterlach van haar, alsof haar eigen wijsheid haar van de wijs brengt. Als kers op de taart zal ze dan haar laatste gedicht voor me voordragen. Helemaal fier en in haar nopjes en met pure sérieux gebracht. Ik ben dankbaar een van de enige mensen in haar leven te zijn aan wie ze haar zelfgeschreven gedichten voordraagt. Het zijn altijd variaties van verhalen over het gemis van haar kinderen, ver weg van haar. En ook hierna zal ze alles snel weglachen en zich duizend maal verontschuldigen. Alles om maar niet toe te laten dat we haar zouden bewonderen.

Mijn lieve oma, die vanaf haar vroege jeugd niet anders heeft gekend dan mishandelingen te moeten doorstaan van haar vader, haar moeder, haar broer, haar oom en later door haar man en haar schoonmoeder. Mijn oma, die tegen haar wil van school werd gehaald om een man te huwen die ze niet eens kende. Mijn oma, die 5 kinderen op deze wereld heeft gezet, waarvan eentje niet ouder dan een jaar is geworden. Mijn oma, die mij heeft geleerd dat al het leed van de wereld haar niet kapot heeft kunnen maken. Mijn oma, die nog steeds lacht als een jong meisje en iedere dag dankbaar is dat ze leeft en gezond is.

Op zulke dagen wou ik dat ik, heel eventjes maar, naar haar kon gaan en mijn hoofd in haar zachte hals kon nestelen.

Op zulke dagen wou ik dat ik, heel eventjes maar, naar haar kon gaan en mijn hoofd in haar zachte hals kon nestelen. En uithuilen. Dat ik het leven soms niet goed snap. Dat ik het moeilijk heb met afscheid nemen. Maar dan weet ik dat zij met al haar liefde en zachtheid me zal troosten als geen ander, en me doen inzien dat dit de paden van het leven zijn en dat liefde het enige middel is dat helpt ons erdoorheen te sleuren. Zachte, pure, vergevingsgezinde liefde.

Ook ik draag haar verhalen in me en met me mee. En ik draag de verantwoordelijkheid om haar lijden om te zetten in minder lijden. Want dankzij alle generaties vrouwen voor mij, heb ik de kansen gekregen die ik nu heb. En ook al heb ik vroeg moeten leren wat afscheid betekent, ik weet evengoed dat afscheid ook staat voor wedergeboorte, voor een nieuw begin. Soms moet je daar doorheen om opnieuw jezelf te kunnen uitvinden, te weten waarom je leeft. En ook ik geraak door dit eigenste sombere moment en zal snel genoeg weer genieten van mooie momenten. Want dat is de kracht en schoonheid van dit aardse bestaan.