“‘Waarom de stem van het Zwitserse volk niet xenofoob is’
Zwitserland ligt me na aan het hart. Mijn schuldige voorliefde voor het vaderland van banken en kaas zal wel te maken hebben met jeugdsentiment. Gelukkige herinneringen aan eindeloze zomervakanties, ik mag hopen dat veel mensen die kunnen koesteren. Vaak gelden ze stranden of een voorvaderlijke boerderij, bij mij gaat het over sneeuwtoppen en schuimende bergbeken. Nee, zulke ongetwijfeld al te glanzende, nauwelijks nog realistisch te noemen beelden uit je vervlogen leven krijg je niet zomaar uit je systeem.
Ik hou van Zwitserland, dat mag je niet luidop zeggen als er zich een links iemand in een straal van drie kilometer om je heen bevindt. Vooral in Frankrijk krijgen progressieve lieden al gauw het schuim om de mond als je op bedaarde toon meedeelt, mais moi, j’aime la Suisse. Zij voelen zich mijlenver verheven boven dat grove bergvolkje, wat, rationeel bekeken, nogal raar is, de meeste Zwitsers wonen hoger dan de meeste Fransen.
Toen de Eedgenoten op 9 februari ja zeiden tegen een voorstel dat massale immigratie wil inperken, was het hek helemaal van de dam, niet alleen bij weldenkend links, maar misschien nog sterker bij weldenkend rechts. Europese commissarissen trokken wit weg van woede, niet weinig journalisten betwijfelden het vermogen van de Zwitsers om rationeel te denken (bv. in de Morgen, 11 februari en De Standaard , 14 februari, maar ook in buitenlandse kranten).
Hoofdartikels en commentaren dropen van een stuitend soort verlicht paternalisme. De razernij van Eurocommissarissen en hun hofhouding verbaast me allang niet meer. Het woord tegenspraak hebben zij jaren geleden geschrapt uit hun vocabularium. Laten wij nooit vergeten dat democratie alleen kan leven bij gratie van tegenspraak.
Oudste democratie
Blijkbaar zijn wij in de Europese Unie vergeten dat Zwitserland de oudste democratie van Europa is. O zeker, de Grieken hadden de primeur. Zij ontwikkelden vijfhonderd jaar voor de geboorte van Jezus al een systeem dat de democratie nabij kwam. Het is nuttig dat feit in herinnering te brengen, zeker nu het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank eendrachtig hun hun even ultraliberale als destructieve dictaten opleggen aan de Griekse δῆμος, (dèmos, volk). Maar de Griekse volksheerschappij verzonk en zou meer dan tweeduizend jaar begraven blijven onder de centenaarsdruk van Romeinse, Byzantijnse en Ottomaanse imperia.
De Zwitsers echter hebben, op een episode van enkele jaren na, hun democratische traditie gehandhaafd van 1300 tot vandaag. Mensen die zelf wilden beslissen over hun dagelijkse dingen en die hun landheer slechts duldden voor zover hij die beslissingen respecteerde, dat was in die tijd revolutionair.
Het waren de boeren uit de Alpendalen die eden van wederzijdse hulp en bijstand zwoeren om hun boerenvrijheid te verdedigen. Voor zover historici het kunnen nagaan, betrof het vooral het dorpsnotabelen, meestal voorzitters van de Landsgemeinden. In zo’n landsgemeente bespraken en regelden alle volwassen mannen uit een gebied de publieke zaak. De voorzitter werd door de leden van de landsgemeente verkozen. In sommige kantons is de gewoonte nog steeds levendig. In het kanton Glarus en het halfkanton Appenzell Inner Rhoden komt de landsgemeente elk jaar bij elkaar. Aan de vergaderingen nemen nu ook vrouwen deel (in Appenzell pas sinds 1990).
Om de oerkern van het eedgenootschap is een hele mythologie geweven, niet van goden en demonen, nee, een republikeinse, door en door democratische mythologie. We kennen allemaal het verhaal van de volksheld Wilhelm Tell, maar er zijn veel meer verhalen in omloop.
Strijd
Al snel voegden zich steden bij het oorspronkelijke boerengenootschap. In de tweede helft van de zestiende eeuw was het huidige grondgebied al afgebakend, op enkele kleine randgebieden na. Ze hadden hun rechten en vrijheden met hand en tand verdedigd, de Zwitsers, en vechten kónden ze. Ze aarzelden niet het op te nemen tegen de grootsten der aarde.
Welk vorstenhuis heeft in de geschiedenis van Europa meer macht uitgeoefend dan de Habsburgers? De Zwitsers hakten het leger van de Habsburgers liefst twee keer in de pan, bij Morgarten en bij Sempach. De Bourgondische hertog Karel de Stoute heeft wél de trotse stad Luik bedwongen en verwoest, maar de Zwitsers bedwongen hém, alweer twee keer, bij Grandson en bij Murten.
De godsdienstoorlogen doorstonden ze betrekkelijk ongeschonden en dat was geen evidentie. Diezelfde oorlogen hebben onze zuidelijke Nederlanden geruïneerd. De Zwitsers vonden een compromis. Elk kanton (en in Graubünden zelfs de gemeente) besliste welke godsdienst zou gelden binnen zijn grenzen. Er waren zelfs streken waar katholicisme en reformatie naast elkaar werden geduld.
De vraag dringt zich op of de middeleeuwse organisatie van de openbare zaak niet democratischer was dan de zogezegd modernere staatsvormen die daarna kwamen.
Ik zeg niet dat de Zwitsers elkaar voortdurend teder zaten te aaien. Het ging er vaak genoeg niet zachtzinnig aan toe. De stedelijke patriciërs bijvoorbeeld drukten volks oproer zonder pardon de kop in. Maar de losse statenbond die Zwitserland was, vormde een anomalie te midden van de steeds strakker absolutistisch en centralistisch geregeerde Europese staten, een relict uit de middeleeuwen leek het wel. De vraag dringt zich op of de middeleeuwse organisatie van de openbare zaak niet democratischer was dan de zogezegd modernere staatsvormen die daarna kwamen. Misschien waren het wel de Zwitsers die al die eeuwen gelijk hadden – onvolmaakt gelijk, maar toch, gelijk.
In 1798 vielen de Fransen binnen, zoals ze binnenvielen in al hun buurlanden, en stichtten la République Helvétique, een dure naam voor een ordinaire vazalstaat van Frankrijk. Dat is de korte episode waar ik daarnet op alludeerde, toen de Zwitsers de zeggenschap over hun eigen lot uit handen moesten geven. Hadden ze de Habsburgers op de knieën gedwongen, tegen Napoleon Bonaparte waren ze niet opgewassen.
Grazende kinderen
Na de val van Napoleon nam Zwitserland een nieuwe vorm aan (Bundesvertrag / Pacte Fédéral). De aartsconservatieve restauratie, die de orde van voor de Franse Revolutie wilde herstellen, hield Europa in haar greep – ook de nieuwe politieke ordening van Zwitserland draagt daar sporen van, want de grote mogendheden zetten het kleine land herhaaldelijk onder druk.
Vanaf 1830 brokkelde de restauratieve dwang snel af en wonnen democratische hervormingen veld. Zonder slag of stoot ging het niet. De geschiedenis van die jaren ligt bezaaid met meedogenloos onderdrukte opstandjes. De tegenstellingen tussen stad en platteland, tussen oude en nieuwere kantons, tussen conservatieven en liberalen, waren niet bezworen. Vergeten we ook niet dat Zwitserland toen straatarm was. In 1816-17 woedt regelrechte hongersnood. Er zijn berichten overgeleverd over kinderen die graasden als schapen.
In 1847 barst in Zwitserland een heuse burgeroorlog uit, de Sonderbundskrieg. Enkele conservatieve, katholieke kantons willen zich afscheiden en een afzonderlijke bond (Sonderbund) vormen. De liberalere kantons sturen er het leger op af onder leiding van generaal Dufour. De nederlaag van de scheurmakers is totaal, maar men houdt het redelijk beschaafd. Dufour zei: Il faut sortir de cette lutte non seulement victorieux, mais aussi sans reproche, we moeten niet alleen als overwinnaars uit deze strijd komen, maar ook zonder blaam. Honderdvijftig mensen verliezen het leven.
Het jaar erna krijgt Zwitserland een nieuwe grondwet. De statenbond wordt vervangen door een bondsstaat. In Franse, jacobijnse ogen blijft die hopeloos versnipperd, de Eedgenoten vinden de nieuwe centralisatie nog net draaglijk. Wat tot op heden blijft, is dat een Zwitser zijn kanton beschouwt als zijn staat. Hij zegt bijvoorbeeld la repubblica di Ticino. Het kantonale archief van Aargau heet der Staatsarchiv Aargau en de ingezetenen van het kanton Vaud hebben het steevast over l’Etat de Vaud. In Genève zegt men kortweg la république en geloof me vrij, die heeft als hoofdstad niet Bern.
Eerste volksraadpleging
Eigenlijk had ik moeten schrijven: de Zwitsers gaven zichzelf een nieuwe grondwet. Want in 1848 organiseren ze de eerste volksraadpleging voor het hele Eedgenootschap. Volksraadplegingen waren eeuwen lang in de traditie geworteld, maar dan uitsluitend met plaatselijke draagwijdte. In 1848 geeft de bevolking haar mening van Schaffhausen tot Chiasso, van Müstair tot Porrentruy. De Eedgenoten voegen een nieuw, breder hoofdstuk toe aan een eeuwenoude gewoonte. Sedert 1848 hebben ze die gewoonte verbreed en uitgediept.
Het is niet niks, zo’n referendum. Samen met de stembrief krijg iedere stemgerechtigde burger de aanbevelingen van alle partijen en, alsof dat nog niet genoeg was, verstrekt de overheid een brochure waar in de pro’s en de contra’s objectief worden uiteengezet. Dat heeft gevolgen voor het dagelijkse leven. Weken van tevoren ontspint zich een levendige discussie op straten en pleinen, in cafés en huiskamers en ook in kranten en druk bekeken tv-programma’s als Arena (Duitstalig) en Infrarouge (Franstalig).
Ik kan het weten, want naaste familie van me is nog niet zo lang geleden tot Zwitser genaturaliseerd en neemt nu volop deel aan het democratische debat in de oudste democratie van Europa.
Inburgering
Niet onbelangrijk detail: je wordt in de eerste plaats Eedgenoot van de gemeente waar je woont, daarna van het kanton (volgens de Zwitsers zelf de ware staat) en pas via het kanton van het volledige Eedgenootschap. Naar aanleiding van de inburgering in je kanton word je geacht een plechtigheid bij te wonen tijdens dewelke de kantonale minister van binnenlandse zaken of de kantonspresident je persoonlijk welkom komt heten, handdruk en praatje incluis. Het kan misschien een suggestie zijn voor Kris Peeters en Geert Bourgeois.
Andere evenmin onbelangrijke details: naturaliseren kost je geld en ze stellen vooraf allerlei vragen over de geschiedenis en aardrijkskunde, niet alleen van het hele land, maar ook van je eigen dorp of stad. Dat familielid van me was al jaren dorpsgids op de plek waar hij woonde, hij zat dus gebeiteld. Het spreekt vanzelf dat je de taal moet spreken. In la Suisse romande is dat niet meteen een probleem, maar in Spiez of Herzogenbuchsee of vergelijkbaar schilderachtige oorden kunnen ze moeilijk doen als je de plaatselijke variant van het Zwitserse Duits niet machtig bent.
Dus, wanneer meneer Blocher, de leider van de behoorlijk rechtse Schweizerische Volkspartei, die het initiatief voor het referendum van 9 februari heeft genomen, zegt dat inburgering twee generaties in beslag neemt, is dat niet zomaar ruwe rechtse praat voor de vaak. Het is veeleer een realistische inschatting van een feitelijk gegeven. Trouwens, is het bij ons wezenlijk anders?
24 % buitenlanders
Ergo: die Zwitsers, dat is me een xenofoob zootje bij elkaar. Zo wil het de goegemeente buiten het land, zeker sinds dat onbegrijpelijke referendum van 9 februari.
Baarlijke nonsens. De bevolking van de Confoederatio Helvetica bestaat voor 24 procent uit buitenlanders. Heuse buitenlanders, niet mensen van onmiddellijk buitenlandse afkomst met een Zwitsers paspoort. Hoeveel was dat weer in Vlaanderen volgens de laatste cijfers? In heel België is hooguit 20 procent van allochtone afkomst. Er is gewoon geen vergelijking mogelijk.
Heel wat buitenlandse commentatoren wilden de volledige Zwitserse bevolking niet zomaar veroordelen. Opgelucht wezen ze erop dat slechts 50,3 procent het voorstel dat de massale immigratie beperkt wil zien, had goedgekeurd. Maar zij vergaten te vermelden dat in het door en door democratische Zwitserse systeem van volksraadplegingen die simpele meerderheid niet volstaat. Daar bovenop dient een meerderheid van kantons in één richting te stemmen, voor of tegen, al naargelang. Die meerderheid werd ruimschoots bereikt.
Ja maar, riepen de bedroefde commentatoren, de steden, die hebben toch lekker nee gestemd! En vooral in grote steden als Basel en Zürich hadden de beschaafde stedelingen nee gezegd. Zij waren het toch die de zwaarste lasten van de buitenlandse toevloed moeten dragen.
Nu bestaat zoiets als een grote stad in heel Zwitserland niet. De volkrijkste stad, Zürich heeft een pak minder inwoners dan Antwerpen en dat kun je al nauwelijks een stad noemen. Maar afgezien daarvan, de commentatoren verzwegen het grootste deel van de waarheid. De allermeeste gemeenten binnen stedelijke agglomeraties stemden ja. De kleinere steden stemden ja. Op de kantons Zürich en Basel-Stadt na stemde het volledige gebied dat grenst aan Duitsland ja.
Maar op het platteland, daar stemden ze natuurlijk ja, juichten de commentatoren! De minachting voor de boerenbuiten was tastbaar. Juist, het platteland stemde met een stevige meerderheid ja. Behalve dan toch in Franstalig Zwitserland. Dus ook die vaststelling houdt slechts gedeeltelijk steek. Daarbij verliest men uit het oog dat Zwitserland een der meest verstedelijkte en geïndustrialiseerde landen ter wereld is. Wie ooit het noorden des lands, laten we zeggen de streek van Solothurn, Winterthur, Frauenfeld, Baden en Bülach doorkruist heeft, liefst in de auto, liefst bij regenweer, liefst tijdens de avondspits, is voorgoed verlost van elke illusie over lieflijke alpenweiden en eenvoudige houten boerderijtjes.
Wat je wel kunt zeggen is dat Franstalig Zwitserland anders gestemd heeft dan, wel, dan bijna de hele rest van het land. Dat gebeurt wel vaker. Het heeft overigens niets met Latijnse cultuur te maken. In Ticino, waar de mensen Italiaans spreken, stemde 68 procent voor de beperking van massale immigratie. Ze worden daar overspoeld door wanhopige Italianen die zwaar onder de prijs willen werken. Die zouden volgens de kromme redenering van zovele buitenlandse hoofdredacteuren allemaal in de landbouw komen werken, zeker. Wie ooit de streek tussen Bellinzona, Lugano en Locarno heeft bezocht, weet wat het woord verstedelijking betekent. Gelukkig zijn bergen en meren er verrukkelijk mooi, dat scheelt een hoop.
Stemmen tegen belastingverlaging
Mijn familielid-Eedgenoot zegt me dat Zwitsers netjes en stipt gehoorzamen, zolang ze zelf de regels hebben mogen bepalen waaraan ze gehoorzamen. Dat betekent niet dat ze gemakzuchtig zijn of kortzichtig. Ze hebben ooit tégen belastingverlaging gestemd. Zou je in België eens moeten proberen. In 2001, dus ettelijke jaren voor de financieel-economische crisis uitbrak, stemden ze met een overdonderende meerderheid voor een rem op de staatsschuld.
Echter, zodra iemand van buitenaf regels wil opleggen, worden ze wantrouwig en zeggen ze, ondanks massieve pogingen van regering en partijen om hen te overtuigen, uiteindelijk toch nee. Zoals deze keer. Of zoals die keer in 1992, toen het voltallige Zwitserse establishment de burgers onder druk zette om het land te laten toetreden tot de Europese Economische ruimte en vervolgens op zijn bek ging.
Wij, burgers van de EU, kunnen ons haast niet meer voorstellen dat regels niet door verre, schimmige instanties zouden worden opgelegd. Voor ons is Europa zowat synoniem van alles waar je geen vat op hebt. De Zwitsers, met eeuwen democratie in hun genen, zouden dat niet pikken. En dat kan links draaien of rechts, maar beslissen, dat doen ze zelf.
Vorig jaar bijvoorbeeld haalde een voorstel om de schandalig hoge vergoedingen van ceo’s af te toppen een mooie meerderheid. Het initiatief kwam niet van een bende linkse radicalen (bestaan die in Zwitserland?), maar van een nijvere ondernemer, de heer Minder. Hij leidt een familiebedrijf in het kanton Schaffhausen. In de buurlanden stond links uitbundig te applaudisseren. Bij dit referendum heeft de heer Minder ja gestemd. Is hij gemuteerd van verlicht links strijder tot abjecte vreemdelingenhater? Hij is nooit een van beiden geweest. Hij is een democratische Zwitser die nadenkt en zijn eigen oordeel vormt.
De dag na zo’n volksraadpleging schrijven de kranten, van de Neue Zürcher Zeitung tot de Tribune de Genève: Le Souverain a décidé, der Souverän hat gesprochen. De Soeverein, dat is het volk. En wat de Soeverein beslist, dat zal de regering ook doen, want de regering is de dienares van het volk. Zo gaat dat in de oudste democratie van Europa.
De vrijheid van de andersdenkende
Ik heb hier bewust niets geschreven over alle bezwaren die ik tegen Zwitserland koester en dat zijn er vele. Eén ding wil ik zeggen tegen iedereen die zich walgend van het land afwendt: Zwitserland is niet meer of niet minder schurkachtig dan zijn buurlanden. Ik zou zelfs zeggen, minder schurkachtig, zeker als je ziet wat ze ten noorden van de Rijn hebben uitgespookt, maar nee, ik wil daarover niet uitweiden.
Soms denk ik: toch goed dat Zwitserland zich tot nu toe heeft onttrokken aan de kruiperigheid van de Europese staten. Toch goed dat de Zwitsers af en toe onze dogma’s en evidenties door elkaar schudden. Vooral als ons dat niet bevalt. In een democratie is vrijheid altijd de vrijheid van de andersdenkende, Rosa Luxemburg zei het al. Zij had in Zwitserland gestudeerd. Zouden we de Zwitsers niet dankbaar moeten zijn?