Slechte reclame voor de politiek
“‘De Wever vs. Nollet. Graag een VAR voor politieke debatten.’
Ik heb een bijzonder goed geheugen. Dat geldt zeker voor de dingen die ik onthouden heb. Bij dingen die ik vergeten ben, laat mijn geheugen me soms in de steek. Dat zijn er overigens heel wat.
© Brecht Goris
Ik heb een bijzonder goed geheugen. Dat geldt zeker voor de dingen die ik onthouden heb. Bij dingen die ik vergeten ben, laat mijn geheugen me soms in de steek. Dat zijn er overigens heel wat. Als ik focus op de dingen die ik vergeten ben, dan zou u me kunnen omschrijven als een vergeetachtig persoon.
Concentreer ik echter op wat ik –sinds mijn prille jeugd — nog wél weet en ergens in de krochten van het labyrinth dat mijn brein heet opgeslagen heb, dan voel ik mij gezegend met een ijzersterk geheugen. Zo ziet u, waarde lezer, het is maar hoe een mens de dingen bekijkt. En vanuit welk perspectief.
Twee stammen
Zo herinner ik mij dat ik in het gezegende jaar des Heren 1984 –net twaalf was ik toen– mijn gezinsleden licht euforisch wees op de videoclip When two tribes go to war, van de onvolprezen (en wat zou er gebeurd zijn met) Frankie goes to Hollywood. Mijn vader werd licht nerveus van zoveel vrolijkheid om zoveel geweld dat hij uit zijn zetel veerde, een stapel te verbeteren schoolschriften van zich afgooide, naar de tv rende –noot voor jonge lezers: zo ging dat toen– en de televisie uitzette.
In die clip zie je hoe twee mannen in maatpak die verdacht veel weghebben van Ronald Reagan en Konstantin Tsjernenko elkaar in een worstelkamp op leven en dood te lijf gaan. Aan het eind van de clip zijn de twee statige heren veranderd in twee ordinaire vuile straatvechters die bijten en krabben en is het geweld ook tussen het publiek losgebarsten. De clip –zo legde mijn vader me daarna ook uit — is ironisch en een aanklacht, maar dat had ik in mijn jonge, tribale verbeelding niet zo aangevoeld.
Aangezien je ‘Zij’ nooit helemaal kan overtuigen, is het tenslotte alleen maar de bedoeling dat ‘Wij’ zo groot mogelijk wordt.
De esthetiek en het jargon van politici die elkaar als kemphanen, worstelaars, Griekse helden te lijf gaan is van alle tijden. Dat viel me nog maar eens op toen ik, niet zo lang geleden, op twitter de kamp tussen Bart De Wever en Jean-Marc Nollet van Ecolo mocht volgen georganiseerd door de meestal in eruditie excellerende zakenkrant De Tijd. Meestal hoort ernst bij De Tijd als pudding bij een crèmekoek. Niet deze keer dus. Wat een infantiel circus was me dat.
Het debat ging niet onopgemerkt voorbij. Dat moeten we de communicatiejongens- en meisjes van De Tijd wel meegeven. En ook de beide heren politici zul je niet horen klagen. Zo’n kampen, en duidelijke vijandsbeelden komen hen bijzonder goed uit. Wat jarenlang Di Rupo voor De Wever was -de baarlijke duivel die Vlaanderen ten onder zou doen gaan– is intussen Groen geworden. En ook Groen en Ecolo hebben voordeel bij die binaire verkiezingskeuze. Ja of nee, wij of zij… Het stemt zo lekker gemakkelijk. Aangezien je ‘Zij’ nooit helemaal kan overtuigen, is het tenslotte alleen maar de bedoeling dat ‘Wij’ zo groot mogelijk wordt.
Platte tweedracht
Het debat zelf kende ongetwijfeld een schier eindeloze reeks hoogtepunten van verdieping, maar De Tijd koos in de communicatie eromheen eerder voor platte tweedracht en ongerichte scuds, die alleen maar hoongelach en die mannen durven nogal als reactie kunnen ontlokken.
Werkelijk een karrevracht karikaturen en stereotiepen werden over ons heen gegooid. De Tijd –of het bureau dat hun communciatie doet– bundelde een hoop van de stereotiepen in een kort filmpje met een monoloog van Bart De Wever.
In anderhalve minuut gooit hij bewust zoveel onwaarheden en tendentieuze opmerkingen op één hoop dat je er van ging duizelen. Dat De Wever een goed debater is, dat weten we intussen al. Maar moeten er stilaan geen grenzen gesteld aan het feit dat waarheid zoveel geweld wordt aangedaan? Als we ons — terecht — zorgen maken over artsen die onzin uitkramen over vaccinaties, horen we ons dan ook geen zorgen te maken over manipulatie in politieke speeches?
En uiteraard is De Wever niet de enige die zich hieraan bezondigt. Meer nog, het is voornamelijk slechts een kleine minderheid –ze bestaat en is in haast elke partij te vinden– die er niet gretig aan meeddoet. Hebben we stilaan geen VAR [videoscheidsrechter, nvdr] nodig voor politieke debatten? Geen saaie droge factchecker die uren nadien komt, maar instant spelonderbreking en correctie. Of misschien een tekstbalk die onderaan op het scherm meeloopt waarop in reuzenletters, liefst in fluokleuren, gespeld staat: ‘MEN ZEGT MAAR WAT.’
Uitwas van het Kremlin
De Wever begon zijn monoloog door Groen gelijk te stellen aan de PTB: niet alleen bezorgd om het klimaat, maar ook nog eens een stelletje communisten dus. Dat bekt lekker in tijden van klimaathysterie, moet De Wever gedacht hebben. Eén keer gooien, twee keer prijs. Vervolgens gooide hij daar nog de PS aan toe om tot de vaststelling te komen dat Wallonië voor 75 procent een soort uitwas van het Kremlin was.
Dat spoorde niet, aldus De Wever met ‘mijn’ democratie. Als er al iets –etymologisch– niet de beleidsmaker maar het volk toekomt, dan is het wel de democratie. Of bedoelt De Wever dat ‘Hij’ het volk is? Dat kan natuurlijk ook.
Is er nu werkelijk één iemand op deze wereld die gelooft dat zulks mogelijk is? In Wallonië de grenzen openzetten en ze in Vlaanderen sluiten?
Er is een Franse koning die zich ooit ook aan zulke uitspraken heeft gewaagd. Weeral twee keer prijs. Hij spreekt voor het volk, en dat volk is niet het volk van Nollet.
Hij ging verder met de uitspraak dat hij geen zin had opnieuw een jaar lang in een kasteel te zitten met ‘mensen’ –hij haalde misprijzend de neus op– van wij hij liever de naam niet noemde, om te besluiten met de stelling dat het confederalisme de enige uitweg was. Doe dan maar, meneer Nollet, ging hij verder. Laat ons beslissen over onze middelen en zet in Wallonië de grenzen maar open voor al die vluchtelingen. Is er nu werkelijk één iemand op deze wereld die gelooft dat zulks mogelijk is? In Wallonië de grenzen openzetten en ze in Vlaanderen sluiten?
Slechte reclame
Heel dit debat werd druk becommentarieerd op twitter in een beeldspraak die weinig aan de verbeelding overliet. Bart De Wever presenteerde de ene knock out na de andere, tweette de één, hij heeft de lachers op zijn hand, vulde een ander aan.
There’s no such thing as bad publicity, wordt wel eens door kwatongen beweerd. Het is een cliché dat veel waarheid bevat. Toch moet je opletten met snedige oneliners als deze. Less is more, Kill your darlings. Jaja. Het is niet omdat iets meestal waar is én een handige les om bij te houden, dat het altijd waar is. In dit geval was bad publicity gewoon bad publicity. Voor de politiek, én voor de krant en redactie van wie ik beter gewoon ben.
Zou het kunnen? Een debat zonder platitudes? Zonder voor de hand liggende vijanden, vileine suggesties? En met eigen voorstellen die welgemeend zijn, het beste met ons voor hebben en recht uit het hart komen? Iemand? Ik kijk er alvast naar uit.