Trumpiaanse lessen voor Europese progressieven
“‘Deze multilaterale rechtsorde is de onze niet’
2018 was het jaar waarin Donald Trump met een sloopkogel door de multilaterale wereldorde ging, weet Ewald Engelen.
Ewald R. Engelen
© Iratxe Alvarez
2018 was het jaar waarin Donald Trump met een sloopkogel door de multilaterale wereldorde ging.
Niet alleen veegde hij de vloer aan met de Wereldhandelsorganisatie door een handelsoorlog met China en de Europese Unie te starten. Ook weigerde hij de financiële bijdrage aan het Internationaal Monetair Fonds te verhogen. Dreigde hij de Nato op te heffen als de Europese leden hun defensie uitgaven niet verhoogden tot de afgesproken twee procent van het bruto binnenlands product. Trok hij zich niets aan van de afspraken met zijn Europese coalitiepartners en kondigde hij een unilateraal einde aan van de militaire interventies van de Verenigde Staten in Syrië.
Bovendien zorgde Trump er persoonlijk voor dat er na afloop van de G7 geen afsluitend communiqué kwam, zoals wel gebruikelijk is. En gebeurde datzelfde aan het slot van Asia-Pacific Economic Cooperation bijeenkomst in Papua New Guinea een paar weken eerder. Terwijl het slotcommuniqué van de G20 afgelopen maand in Argentinië door Amerikaanse toedoen er alleen met hangen en wurgen kwam.
Afname van onderling vertrouwen
De respons onder de politici van het “extreme centrum” en hun woordvoerders bij krant, weekblad en omroep waren voorspelbaar: grote zorgen uitte men over de toekomst van het multilaterale internationalisme dat sinds het einde van de jaren zeventig stapsgewijs was opgebouwd en dat “ons” (let op het inclusieve wij) zoveel vrede, voorspoed en welvaart had gebracht –zo luidde het dominante narratief.
‘Er is internationaal sprake van een scherpe afname van onderling vertrouwen en de traditionele mechanismen van internationale coördinatie staan steeds meer onder druk’
Illustratief is het hoofdredactioneel commentaar van de Financial Times –samen met The Economist het huisorgaan bij uitstek van de multilaterale elite– van 28 december vorig jaar. De krant constateerde dat er internationaal sprake was van een scherpe afname van onderling vertrouwen en dat de traditionele mechanismen van internationale coördinatie steeds meer onder druk waren komen te liggen.
Tegen de achtergrond van grote uitdagingen als klimaatverandering, toenemende geopolitieke spanningen en de altijd aanwezige dreiging van een nieuwe financiële schuldencrisis (omdat de vorige is “opgelost” door er een gigantische schep aan schulden bij te gooien) is dat uiterst zorgelijk, aldus de krant. Om af te sluiten met de waarschuwing dat multilaterale coördinatie nu eenmaal vereist is om een open mondiale economie in stand te houden die ons allen zoveel rijker heeft gemaakt.
Het is altijd een leugen geweest. Multilateralisme suggereert vrijwillige samenwerking tussen staten, een wereldgemeenschap zonder overheersing of machtsverschillen.
Klein en groot, verborgen en open
In werkelijkheid is de multilaterale rechtsorde een bijproduct van de Pax Americana die de Verenigde Staten sinds de Tweede Wereldoorlog hebben gevestigd en die zwaar leunt op historisch ongekende defensiebestedingen en een lange reeks van kleine en grote, verborgen en open oorlogen en andere vormen van militaire interventie.
Oftewel, geen mondialisering zonder Amerikaanse vliegkampschepen die de vaarwegen “veilig” houden, zonder oorlogen tegen het communisme, drugs en terrorisme, zonder een Global Positioning System dat de Amerikaanse belastingbetaler heeft betaald en dat door het Pentagon wordt beheerd, en zonder die erfenis van de Vietnamoorlog die de transportkosten van stukgoederen heeft gedecimeerd, de gestandaardiseerde container.
En zonder de bereidheid waar ook ter wereld rücksichtslos levens te offeren op het altaar van het Amerikaanse imperiale belang, zolang het maar geen Amerikaanse levens waren.
De beloning was gigantisch. Achter de ideologische sluier van bevrijding, democratie en antikolonialisme slaagden de Verenigde Staten er in de koloniale rijken van Europese mogendheden als Engeland, Frankrijk en Nederland te ontmantelen.
Ze vervingen die door een neokoloniaal regime van financieel-economische afhankelijkheid geruggesteund door vormen van kannoneerbootdiplomatie die ze in Londen en Parijs maar al te goed kenden en mede mogelijk gemaakt door de afbraakpolitiek die IMF en Wereldbank (in naam multilaterale organisaties, in werkelijkheid Amerikaanse frontorganisaties) landen via de omweg van hun dollarschulden konden opleggen.
Van kolonie naar wingewest
Azië, Afrika, het Midden-Oosten en, vooral, Latijns-Amerika werden zo getransformeerd tot wingewesten van de grote Amerikaanse multinationals: goedkope arbeid, gratis grondstoffen en onbeschermde markten. En als een socialist waagde roet in het eten te gooien, zoals in Allende’s Chili, maakten Amerikaanse wapens en economische theorieën daar korte metten mee.
‘Er is sinds het einde van de jaren zeventig vierentwintig maal zoveel kapitaal uit ontwikkelingslanden naar het rijke Westen gestroomd als er aan ontwikkelingssamenwerking naar die landen is gegaan’
Ondertussen werden de Europese bondgenoten voor hun anticommunisme ruim beloond: hun multinationals mochten vanaf de jaren vijftig en zestig mee-eten uit de mondiale ruif die de Amerikanen voor zichzelf hadden opgetast. Zolang ze via de financiering van de Amerikaanse begrotingstekorten maar meebetaalden aan hun eigen veiligheid.
Zo geschiedde. En dus is er volgens onderzoek sinds het einde van de jaren zeventig vierentwintig maal zoveel kapitaal uit ontwikkelingslanden naar het rijke Westen gestroomd als er aan ontwikkelingssamenwerking naar die landen is gegaan.
En dus zijn anno 2018 alle cruciale productmarkten –van de glasplaatjes voor smartphones tot de schokbrekers voor vliegtuigwielen, van sociale media tot financiële diensten – nog altijd stevig in handen van Europese en Amerikaanse multinationals.
Het zogenaamde gele gevaar wordt net als in de jaren vijftig en zestig door politici alleen maar van stal gehaald om een forse greep in de buidel van Westerse burgers voor de subsidiering van infrastructurele projecten te legitimeren, die worden beheerd door gelieerde elites.
Onttronen van democratische politiek
Het is geen toeval geweest maar het bedoelde effect van doelgerichte intellectuele interventies, als je het nieuwe boek, getiteld Globalists, van Quin Slobodian mag geloven. In die ideehistorische studie laat Slobodian zien dat de Geneefse afdeling van het Hayekiaanse neoliberalisme vanaf de jaren vijftig het denken over de mondiale marktorde is gaan domineren. Op nationaal niveau hadden de Hayekianen het gevecht met de Keynesianen over de sociale markteconomie verloren.
En dus gingen ze hun pijlen op de multilaterale rechtsorde richten. Met succes, zo betoogt Slobadian. Zowel Wereldhandelsorganisatie als de Europese Interne Markt zijn ontworpen volgens Hayekiaanse principes. En dat wil zoveel zeggen als een marktordening waarvan de regels werden uitonderhandeld tussen technocratische juristen en economen die zich ver buiten het bereik van de nationale democratische politiek bevonden. ‘Onttronen van democratische politiek, zoals de Hayekianen het expliciet noemden, was het middel, vermijden van de glijdende schaal naar sociaaldemocratische slavernij was het doel.
Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 ligt het multilateralisme en zijn ondersteunende ideologie, het neoliberalisme, onder vuur. Door borg te staan voor de incompetentie van bancaire elites hebben Westerse politici hun eigen legitimiteit ondergraven. Voor 2008 kon men nog met enig recht beweren dat mondialisering goed voor iedereen was, ook al kwam het meer ten goede aan sommigen (de een procent) dan aan anderen (de negenennegentig procent).
Na 2008 kon dat niet meer. De kleine welvaartswinst die huishoudens sinds de vroege jaren tachtig hadden geboekt –overigens gekocht tegen de prijs van gigantische ecologische kaalslag en een dramatisch welzijnsverlies– is vanaf 2008 in een klap weggevaagd.
Het resultaat: stagnerende gezinsinkomens, dalende arbeidsinkomensquotes, stijgende ondernemingswinsten, uit de pan rijzende topsalarissen, fors gegroeide inkomens- en vermogensverschillen, en een in het oog springende belastingverschuiving van kapitaal naar arbeid die mede mogelijk is gemaakt door immorele belastingparadijzen als Luxemburg, België, Nederland en Ierland waar ambtenaren samenwerken met universiteiten en fiscalisten om maar zoveel mogelijk mobiel kapitaal langs de eigen jurisdictie te jassen.
Maar ook: groeiende politieke onvrede bij kiezers die er achter zijn gekomen dat de verhaaltjes die elites hen decennialang hebben verteld leugens voor eigen bestwil en die van hun economische en financiële vrienden zijn geweest. Het is de voornaamste verklaring voor de verkiezingen van Syriza in 2014, Trump in 2016, voor de Brexit in 2017 en de protesten van de gele hesjes in 2018.
De moeite waard
De “organische intellectuelen” van het kapitaal bij Wereldbank en het World Economic Forum doen ondertussen veel moeite om kiezers in het Westen ervan te overtuigen dat het toch echt allemaal de moeite waard is geweest. Beroemd en berucht is de olifantgrafiek van de huiseconoom van de Wereldbank, Branko Milanovic, die zou aantonen dat tegenover de ongekende welvaartssprong van de een procent weliswaar stagnatie voor de rest van ons staat maar ook een historisch ongekende welvaartsstijging van driehonderd tot vierhonderd miljoen Aziaten.
Wat hij er comfortabel bij vergeet te vermelden is dat dat uitsluitend Chinezen zijn en dat dat niets te maken heeft met de mythische markt, maar alles met de Chinese staat die door de omvang van haar bevolking simpelweg gunstigere handelsvoorwaarden heeft weten te bedingen dan kleinere landen hebben kunnen doen.
‘Twee jaar Trump heeft de neoliberale multilaterale rechtsorde meer schade berokkend dan twintig jaar anti- of andersglobalistische protesten en bibliotheken aan progressieve politiek-economische kritiek’
Het fascinerende aan Trumps sloopkogel is dat hij uit naam van de gewone man in Michigan breekt met de mondialiseringsconsensus van zijn Republikeinse en Democratische voorgangers, inclusief de sof van de eeuw die Obama heet.
Twee jaar Trump heeft de neoliberale multilaterale rechtsorde meer schade berokkend dan twintig jaar anti- of andersglobalistische protesten en bibliotheken aan progressieve politiek-economische kritiek. Het commentariaat uit extreem centristische hoek ziet alleen stupiditeit, kortzichtigheid, schoten in eigen voet en inconsistentie aan de kant van Trump – en doet daar nu al twee jaar zelfgenoegzaam in de eigen kranten, weekbladen en nieuwsprogramma’s tot vervelens toe verslag van.
Wat men niet ziet, of niet wil zien, is dat diezelfde multilaterale rechtsorde helemaal niet goed voor “ons” is geweest, maar alleen voor financiële en economische elites, en dat die rechtsorde ook nooit bedoeld is om goed voor ons te zijn. Het betekent dat je als democratische politicus die de noden van de gewone man serieus zegt te nemen, hoort te breken met die multilaterale rechtsorde en de ideologische consensus die het schraagt.
Dat is de onwaarschijnlijke les van Donald Trumps unilateralisme voor Europese progressieve partijen. Een rechtvaardige, duurzame, sociale mondiale marktorde is wel degelijk mogelijk. Maar alleen door nee te zeggen tegen arbitragehoven, tegen vrijhandelsverdragen, en tegen de Interne Markt en meer macht voor de communautaire instellingen van de Europese Unie. De sloopkogel er doorheen. Of om een andere klassieker te parafraseren: deze multilaterale rechtsorde is de onze niet. En dan bedoel ik met “onze”: alle burgers die een rechtvaardige, sociale en duurzame samenleving voorstaan.