“‘Dit artikel handelt niet over racisme’
Tot gisteren had ik beslist om deze column te wijden aan het racismedossier in De standaard, dat sinds zaterdag verschijnt. Tot ik op de vooropening van de boekenbeurs kwam. Dit deed me nadenken over de mogelijkheden die je hebt als ‘allochtone auteur’ om niet over racisme te moeten schrijven. Hierdoor zag ik mijn column helemaal als een kaartenhuis in elkaar vallen. Mijn pen en ik, leverden een strijd die hevig woedde. De zweetdruppels van dit gevecht, vloeiden samen met de inkt.
In den beginne
Initieel wilde ik dus schrijven over hoe pijnlijk dichtbij de getuigenissen in DS aanvoelden, over dat ik het moedig vond dat deze groep mensen – waarvan ik de helft bleek te kennen- hierover met naam en toenaam wilden getuigen, over dat ik het al bij al knap vond dat de DS hieraan een dossier wijdde, over dat racisme elke keer pijn doet en dat je het nooit gewend geraakt, ook al reageer je er niet altijd op.
Ik wilde een hele paragraaf wijden aan de vraag van één van de geïnterviewden, die dagenlang in mijn geest nazinderde: ‘Hoe sterk moet je zijn om aanvaard te worden in deze maatschappij?’. Ik wilde de lezers meetrekken in empathie en alles in de strijd gooien om te beschrijven hoe die zin door merg en been gaat.
Ik wilde in detail mijn eigen kinderangsten beschrijven: bang om niet gewild te zijn, bang om het land uitgezet te worden, bang om niet als normaal te worden beschouwd. Ik wilde het schreeuwen van de daken, dat ik nog steeds geconfronteerd werd met racisme en samen met mij heel wat anderen in mijn omgeving.
Daarnaast wilde ik ook uit de doeken doen hoe ik in mijn beroep racisme zie verschijnen. Wanneer cliënten na vele vijven en zessen bij mij terecht komen nadat hun verhaal nergens een menselijk gehoor kreeg. Zoals u merkt, lezer, ging het een uitgebreid semi-autobiografische column worden, die wellicht door enkelen – die deze mening reeds waren toegedaan- ging gedeeld werden op Facebook.
Maar wat ging dat veranderen? Welk verschil ging het hebben daarna? Dat is het gevoel dat me overmeesterde nadat ik enkele uren op de boekenbeurs gespendeerd had.
Complexloos zelfbewust
Terwijl ik me samen met mijn vriendin, door de mensen –en boekenmassa wurmde, kreeg ik een raar gevoel. Dat gevoel kende ik. Dat had ik ook wanneer ik in de witte scholen mijn best deed om niet op te vallen. Dat gevoel kende ik ook later, toen ik op de universiteit zat (zowel in België en als in Nederland). Dat gevoel kende ik ook wanneer ik werkte in omgevingen die niets van doen hadden met de gekleurde realiteit daarbuiten.
Ook nu op de boekenbeurs probeerde ik me in te beelden hoe het moest voelen om lichtvoetig en diepzinnig te schrijven rond eender welk thema naar keuze. Louter over de eigen leefwereld schrijven, wordt voor andere auteurs als een gewoon thema beschouwd. Maar hoeveel mogelijkheden heeft een “allochtone auteur” om hieraan te ontsnappen als het ook deel is van de eigen leefwereld?
Wat betekent het om complexloos zelfbewust te zijn? Wat betekent het voor een auteur om steeds aangesproken te worden op deze thema’s? Hoe kan je daarover schrijven zonder te vervallen in de zoveelste getuigenis?
Dat is net het subtiele van racisme. Dat het in je leven binnensluipt voor je het door hebt. Dat het je schrijven beïnvloedt, waardoor je er niet omheen kan. Je circuleert angstvallig vaak rond het onderwerp. Wellicht is dat ook een van de traumatiserende elementen: omdat het zo sluimerend aanwezig is, dat je haast nooit de vinger op de wonde kan leggen. Het is daardoor ook makkelijk voor de ander om het te negeren.
Dat is het net. Dat je pen eerst de vele gevoelige ballonnen moet doorprikken, voor het over algemene kwesties kan schrijven die ons binden. Want zou het woord in een digitaal tijdperk niet een medicijn tegen verzuring kunnen zijn, waar kennelijk iedereen last van heeft? Wat is trouwens de norm tegenwoordig in het schrijverschap? Dat is een vraag die Christoph Van Gerrewey stelt in zijn dankwoord, toen hij de debuutprijs in ontvangst nam. Zouden boeken geen heling voor de ziel moeten zijn in deze tijden van verwarring?
Bloed kruipt waar het niet gaan kan
Het is wederom pijnlijk te moeten vaststellen dat mijn pen de strijd heeft gewonnen en dat mijn artikel toch over racisme gaat. Ik leg de strijdbijl neer en droom over de volgende columns, die deze keer niet de hoofden van menigeen zal pijnigen met onderwerpen als racisme. Die columns zullen gaan over andere thema’s die ons allemaal aangaan: wat de ultieme liefde is, hoe armoede kan worden bestreden, wat te doen tegen verzuring, welke boeken recentelijk indruk op mij maakten, enzovoort.
Ik slijp mijn potlood, ik herbegin.
Birsen Taspinar is systeemtherapeute en auteur van het boek ‘Moeders van de stilte’ dat binnenkort verschijnt bij de Bezige Bij.