“‘Dit is de toekomst. Adem haar in.’
Beijing, november 2014. Een uitzonderlijke zonnige dag in deze meestal erg grijze, in smog gehulde metropool. Ik werk hier nu al enkele weken aan een project met de prachtige Chinese klassieke danseres Yabin Wang. We ontwikkelen samen een nieuwe dansvoorstelling: Genesis. Een voorstelling waarin ik tracht een licht te werpen op onze behoefte aan groei en ontwikkeling, vaak 'ten koste van' onze eigen oorsprong. Werken in een stad als Beijing zet meteen de toon van de voorstelling.
In Beijing wandelen is een hele belevenis. Wat opvalt, naast de drukke mensenmassa en de grootsheid van de stad, is het duidelijke individuele parcours van iedereen die je op straat voorbij raast. Er is haast, ongeduld. Er zijn geen duidelijke sociale afspraken wie eerst mag rijden of lopen. Het is, lijkt het wel, ieder voor zich. In een taxi besterf je het van de schrik, elk kruispunt is een moment van paniek. Zelfs na zoveel weken ben ik het nog steeds niet gewend, je leeft op het scherpst van de snede.
Waar komt die toon toch vandaan? Alsof iedereen enkel zal overleven als ze voorsteken, de andere verslaan in een onzichtbare competitie. Het is een vreemd gevoel.
Ik herinner me jaren geleden, toen ik voor een ander project in China werkte in de kleinere stad Deng Feng. 2008, ik was er voor de creatie van m’n voorstelling Sutra, met de Shaolin monniken. Ik stond in “een rij” in de supermarkt. Om de haverklap stak iemand me voor, zodat ik uiteindelijk nooit bij de kassier terechtkwam. Het was een surreële situatie, grappig en frustrerend tegelijk.
Beijing in 2013 is in die zin iets beleefder, beheerster, maar slechts een beetje. In het verkeer voel ik dezelfde drang, dezelfde competitie om als eerste te eindigen, als toen in die supermarkt. Alsof elk moment, elke context, elke specifieke handeling, een wedstrijd is om als eerste gediend te worden.
Voor een land dat gebaseerd is op socialistische principes lijkt net die overlevingsdrang zo paradoxaal. Het principe van ‘de sterkste die overheerst’ associeer ik nu eenmaal eerder aan ons kapitalistisch systeem. Misschien is de menselijke natuur eigenlijk overal hetzelfde, en is ze hier het meest haarzelf? China is voor mij zo een mysterie, een land waar alles zichzelf tegenspreekt. Het is yin en yang.
Zonder grenzen
In zekere zin heeft het geen beperkingen, geen af te meten grenzen: het heeft een onwaarschijnlijke economische ontwikkeling die alle kanten opgaat. Dat is fascinerend, maar ook zo beangstigend. De gebouwen groeien zienderogen. Elk uur is spitsuur, het is de hele dag onwaarschijnlijk druk. Zo druk dat er zelfs een reglement is uitgewerkt dat bepaalde auto’s niet mogen rijden op specifieke dagen: bepaalde cijfers van een nummerplaat worden op afgesproken tijden in het verkeer niet toegelaten. Dit dus om het verkeer wat te temperen, maar ook om de extreme luchtverontreiniging tevergeefs te beheersen. Dan toch wat sociale controle?
Het lijkt een slimme zet van het stadsbestuur, behalve dat sommige bewoners daardoor gewoonweg twee auto’s hebben, om zo toch elke dag te kunnen rijden en hun werk te kunnen doen. De mens hou je niet tegen in z’n drang tot overleven, in z’n behoefte aan persoonlijke ‘vooruitgang’. Het ecologisch initiatief wordt snel verslagen door individualistische creativiteit. Ze hebben hogere prioriteiten: de nood aan beweging, aan ontwikkeling, aan uitbreiding. Er lijkt ook weinig keuze te zijn, weinig alternatieven, het is zwemmen of verzuipen.
Dat is Beijing, een chemische reactie die nooit ophoudt, een krioelende massa mensen dat zichzelf voorbij holt. Het is indrukwekkend, het is fascinerend, het is de mensheid in haar meest ruwe, eerlijke vorm. Steeds vooruit, een weg zonder terugkeer, zonder omkijken. Zonder collectieve rem op haar vooruitgang. Beijing is dan ook één van de meest vervuilde steden die ik ooit heb bezocht. En ik die dacht dat Buenos Aires, London, Parijs of Brussel erg waren…
Gesluierd om te ademen
Het begint bij de maskers, het dragen van een filter om je te beschermen van de vervuilde lucht. Wat ooit een idee was uit een science fiction serie in een beangstigende toekomst die deed huiveren, is hier en nu een doordeweekse werkelijkheid geworden. Als een Darth Vader in Star Wars loop ik rond met een masker over m’n neus en mond. De look heeft ook iets weg van een vrouwelijke sluier uit het Midden-Oosten, een boerka of een nikab waarbij het aangezicht bedekt wordt.
Ironisch dat in de westerse wereld zo een look op dit ogenblik eigenlijk op veel plekken verboden is. Zo hebben we in België een boerkaverbod -gestemd op 28 april 2011 in de plenaire Kamer weet je nog?- “het is verboden je aangezicht te bedekken”… in Beijing is het een alledaagse realiteit en noodzaak voor erg veel burgers.
Bijna iedereen heeft wel een masker op zak of draagt er een op z’n gezicht, iedereen is ‘gesluierd’ voor gezondheidsredenen. Is this karma…? Het is een serieuze vraag: zal er door de menselijke vervuiling -indien we onze “vooruitgang” niet deels terugschroeven- een dag komen dat in alle steden iedereen een masker zal moeten dragen?
Hier in China is het al die toekomst. Beijing wordt geteisterd door haar eigen luchtvervuiling, en als de wind uit het zuidoosten komt, krijgt het te kampen met de verontreinigde lucht van Tianjin, een industriestad bijna zo groot als Beijing zelf. De stad is gevangen in een zelfgeproduceerde vervuilingscyclus.
De realiteit hier in Beijing doet me enorm nadenken over onze eigen industrie in België. Over de politieke, economische belangen die vaak de ecologische overstemmen. Ziehier waar dat naartoe gaat. Aanschouw de toekomst, adem haar in…
No limits
China is een land zonder beperkingen, waar alle principes tot hun extreemste vorm worden gedreven. Dat heeft zijn lelijke kanten, zoals die pollutie, die ongeremde strijd voor vooruitgang, ten koste van alles, die opdringerigheid, dat ongeduld, die ongenereuze instellingen… Aan de andere kant is het een land dat me uitermate aantrekt door zijn tot de verbeelding sprekende geschiedenis, zijn taal, zijn ongelooflijke eeuwenoude kennis, zijn verhalen, zijn meer constructieve ontwikkelingen in cultuur en esthetiek, zijn kracht, zijn uitzonderlijkheid.
De mensen ook: ze zijn zo sterk, zo duidelijk, ze zijn uit één stuk, verschrikkelijk eerlijk in hun omgang, zonder remming om te zeggen waar het hen om gaat, geen schaamte, dus ook geen misverstanden. Er is een fijne humor, een interessante toon. De geneeskunde is van een ongekende kwaliteit. Mijn focus als danser, als choreograaf is het lichaam. In China ontmoet ik mensen die onwaarschijnlijk veel geheimen kennen om het lichaam te begeleiden, te genezen, te ondersteunen.
Het is een wonder dat te aanschouwen, en weeral zo een contrast met de maatschappelijke realiteit waarin ze zich bevinden. Weer zo’n tegenstrijdige realiteit: extreme kennis van de balans van het menselijk lichaam, van zijn ontwikkeling, zijn eenheid en gezondheid versus die uiterst ongezonde omgeving die dagelijks door diezelfde mensenhanden wordt onderhouden. Nogmaals yin en yang, als een draak en een tijger die onvermoeibaat tegen elkaar strijden.
Ik ben hier nog slechts voor enkele weken, blij dit van dichtbij mee te maken, maar ook blij het binnenkort te verlaten.