Over het gebrek aan collectieve verontwaardiging
“‘Doe ik genoeg?’
Het is een vraag die meer mensen zich stellen: 'Ben ik goed bezig?' Columniste Naima Charkaoui probeert vanop afstand naar zichzelf te kijken. Ze vraagt zich af of haar daden bestand zullen zijn tegen de kritiek van toekomstige generaties.
Naima Charkaoui
© Charis Bastin
Het is een vraag die meer mensen zich stellen: ‘Ben ik goed bezig?’ Columniste Naima Charkaoui probeert vanop afstand naar zichzelf te kijken. Ze vraagt zich af of haar daden bestand zullen zijn tegen de kritiek van toekomstige generaties.
Niets is gemakkelijker dan oordelen over het verleden.
De mensen die zich honderd jaar geleden tegen vrouwenstemrecht kantten: zo bekrompen. De partijen die hun steun daarvoor lieten afhangen van hun geschatte electorale winst of verlies: zulke immorele opportunisten. De zovele Europeanen die passief bleven tegenover de jodenvervolging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, of die er zelfs aan meewerkten: schandalig. We rollen met de ogen bij de bekende uitspraak ‘We wisten het niet’, van Duitsers na de laatste oorlog.
‘Ik probeer mezelf, onszelf, te bekijken vanuit de toekomst. Eén thema komt daarbij telkens terug: het Europees migratiebeleid.’
Het zijn waardeoordelen met terugwerkende kracht, en ik zie ze vooral als een uitnodiging om onze eigen vanzelfsprekendheden kritisch onder de loep te nemen. Wat zijn onze eigen blinde vlekken, waarover we een vlijmscherp oordeel van toekomstige generaties mogen verwachten?
Het is een vraag die me bezighoudt. Niet alleen omdat ik een “goede voorouder” wil zijn voor de mensen van morgen. Maar ook omdat die ingebeelde blik uit de toekomst eigenlijk staat voor de blik van mijn betere zelf. Ik probeer mezelf vanop afstand te bekijken, louter vanuit mijn waarden en niet gehinderd door de oogkleppen van mijn eigen positie hier en nu.
Het blijft natuurlijk een gedachtenexperiment. Toch is er een thema dat daarbij telkens terugkomt: het Europees migratiebeleid.
De onvermijdelijkheid van Fort Europa
Onze beleidsmakers maakten de keuze om een Fort Europa te bouwen, om de buitengrenzen te barricaderen voor mensen die binnen willen als migrant of asielzoeker.
‘Gebrek aan informatie is niet het probleem. Gebrek aan collectieve verontwaardiging is dat wel.’
Dat fort eist een enorme menselijke tol. Tussen 1995 en 2018 lieten 34.361 vrouwen, mannen en kinderen het leven in hun poging om naar Europa te migreren. Geweld tegen en misbruik van migranten zijn schering en inslag, zowel door mensensmokkelaars als door grenswachten en burgers.
Opvang op Griekse eilanden bijvoorbeeld voorziet niet eens in basisrechten zoals onderdak, gezondheidszorg en onderwijs voor kinderen. Zelfs het recht op asiel is allesbehalve gegarandeerd, met illegale pushbacks als absoluut dieptepunt.
U kijkt vast niet op van de feiten die ik hierboven opsom. Ze zijn algemeen bekend en elke week valt er wel iets over te lezen in de media. Gebrek aan informatie is niet het probleem. Gebrek aan verontwaardiging is dat wel. Of beter: gebrek aan collectieve verontwaardiging. Want veel mensen zijn wel degelijk gechoqueerd over wat daar allemaal gebeurt.
Velen tonen zich solidair in woorden en daden. Maar in het publieke debat veroorzaakt het zoveelste nieuwsfeit over flagrante mensenrechtenschendingen nauwelijks een rimpeling. Onverschilligheid overheerst. Of ze wordt gerationaliseerd: het kan nu eenmaal niet anders.
De vraag is of dat laatste waar is. Ooit leek het wellicht ook zo dat slavernij een noodzaak was. Dat de economie niet kon draaien zonder. Dat de samenleving dus enorm zou lijden onder de afschaffing ervan. Sommigen waren het er wellicht over eens dat het goed zou zijn om tot slaaf gemaakten menselijker te behandelen, maar de afschaffing van de slavernij bleef ondenkbaar, onhaalbaar, onwenselijk.
‘De idee dat het niet anders kan is dan vooral een gemakkelijke uitweg om niet te hoeven nadenken over alternatieven.’
Ook hier kunnen we met onze bril van vandaag gemakkelijk en terecht het verleden scherp veroordelen. Maar intussen tolereert onze samenleving met gemak flagrante mensenrechtenschendingen tegen migranten, vanuit het “hogere” doel om onze welvaart te beschermen.
Of beter gezegd: af te schermen. Want uiteindelijk bestaat die schandelijke muur rond Fort Europa vooral omdat er een enorme wereldwijde ongelijkheid is op het vlak van levensstandaard en veiligheid.
Ongelijkheid en vijf eeuwen kolonisatie
Die ongelijkheid is geen spijtig toeval. Ze spruit voort uit vijf eeuwen Europese kolonisatie van de wereld, die vandaag doorwerkt in bijvoorbeeld onrechtvaardige handelsrelaties en fiscale regels die vooral heel grote bedrijven ten goede komen.
Er zijn de conflicten waarvan de zaadjes werden geplant in de koloniale periode en waarvoor de wapens nog steeds uit onze contreien komen. Zelfs de klimaatcrisis volgt het patroon van ongelijkheid: terwijl de oorzaken vooral liggen bij de eerste en meest geïndustrialiseerde landen, zijn het vooral landen met lage inkomens die – nu al – de eerste en ergste gevolgen dragen.
Het gevolg van dit alles is dat elke bemiddelde inwoner van Fort Europa uitgebreid en relatief goedkoop kan consumeren zonder zich druk te maken over arbeidsomstandigheden, ecologische impact en eerlijke verdeling van de winsten.
Natuurlijk geven we dat niet graag op. De idee dat het niet anders kan is dan vooral een gemakkelijke uitweg om niet te hoeven nadenken over alternatieven. Om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen voor de fundamentele onrechtvaardigheid waarvan onze grenzen vandaag tegelijk oorzaak en symptoom zijn.
Doe ik genoeg?
Wie denkt dat ik hiermee anderen vermanend met de vinger wil wijzen, heeft het fout. Want dit gaat ook over mezelf. Ook ik heb het privilege om legaal binnen Fort Europa te wonen. Het repressief grensbeleid van de Europese Unie gebeurt mede in mijn naam, als stemgerechtigd burger. En het grensbewakingsagentschap Frontex – dat zijn budget de afgelopen jaren exponentieel zag stijgen en dat onlangs in opspraak kwam door de lakse houding tegenover schendingen van de mensenrechten – wordt mee met mijn belastinggeld gefinancierd.
Wat kan ik doen? Ik kan mijn stem verheffen en laten weten dat ik niet akkoord ga, door bijvoorbeeld een petitie te tekenen of een verontwaardigd boekje te schrijven. Ik kan solidariteitsorganisaties steunen. En ik doe dat ook, tot op zekere hoogte, voor zover het haalbaar is.
De vraag is of dat zal volstaan om een positief oordeel te verdienen van toekomstige generaties. Als ze vragen hoeveel comfort en privilege ik daadwerkelijk over had voor die meer rechtvaardige wereld, wat is dan mijn antwoord?
De vraag of ik wel genoeg doe, blijft me achtervolgen. Want ik weet wat er gebeurt aan de grenzen van Europa. We weten het allemaal en we zullen nooit kunnen beweren dat we het niet wisten.