“‘Eén minuut stilte’
De filosofe in Ann Meskens is geïntrigeerd door de stilte waarover schrijver José Ortega Y Gasset het in een boek uit 1930 heeft. "Ik meen dat één minuut stilte een mooi begin zou kunnen zijn of in elk geval een welkome verpozing voor ons allemaal."
Ik vraag één minuut stilte
voor alle slachtoffers van mediahypes, overdrijvingen en meningendwang.
Dank u.
De door mij gevraagde stilte mag natuurlijk ook iets langer duren. Houdt u zich vooral niet in. Als u in deze lawaaierige wereld, zowel buitenshuis als binnenshuis, de stilte al lang verleerd zou zijn, raad ik u als ondersteuning één van de zes cello suites van Johann Sebastian Bach aan. Zowel de oude uitvoering van Pablo Casals uit de jaren dertig van vorige eeuw als de meer recente uitvoering van de Nederlandse cellist Pieter Wispelwei is vooral voor minutenlange stilte erg geschikt.
Een minuut stilte of meer lijkt me in deze tijden niet alleen erg aangewezen voor mijzelf en mijn medecolumnisten, maar ook en vooral voor facebookers, slachtoffers, journalisten, honers, woordvoerders, consumenten, verontwaardigden, twitteraars, middenstanders, spreekbuizen, solidairen, gekwetsten, bloggers, aangesprokenen, activisten, feministen, meeroepers, en vooral voor alle sentimentalisten en resentimentalisten onder ons.
Ik meen dat één minuut stilte een mooi begin zou kunnen zijn of in elk geval een welkome verpozing voor ons allemaal die alsmaar meer - dwangmatig en gedachteloos, zonder enige gène en bij voorkeur digitaal - een belachelijke uitvergroting van het eigen meningetje tegenover de enorme complexiteit en de meer-waarheid van de realiteit stellen. Ik stel dus voor dat we alvast proberen een kort oponthoud te nemen en even het luisteren verkiezen boven het spreken, het lezen boven het schrijven, het zwijgen boven het roepen. De stilte boven het lawaai, dus.
Nogmaals.
Dank u wel.
Om zelf de daad bij het woord te voeren,
om met name zelfs als columnist even het lezen boven het schrijven te verkiezen,
nam ik alvast het bovenste boek van de stapel literatuur op mijn schrijftafel.
José Ortega Y Gasset. De opstand der horden.
Een boek uit 1930 dat in een versleten toestand in een gedateerde vertaling op mijn bureau verzeilde omdat ik het omwille van heel andere bezorgdheden opnieuw wilde lezen. Bij het openslaan kan ik niet anders dan opnieuw verstommen, omdat de auteur het eveneens overduidelijk over een weldadige stilte heeft, en mij, over de tijd heen, rechtstreeks lijkt aan te spreken. U mag nog rustig even meelezen als u de voorgestelde minuut stilte liever met woorden in plaats van met celloklanken vult.
Pagina 111. Ergens zomaar midden de bladzijde…
“Dat wil echter niet zeggen dat de massa-mens dom is. Integendeel, de massa-mens onzer dagen is vernuftiger, is verstandelijker begaafder dan die der vroegere tijdvakken ooit geweest is. Deze begaafdheid dient hem echter tot niets, strikt genomen brengt het vage gevoel dat hij ze heeft hem er slechts meer toe zich in zichzelf op te sluiten en deze begaafdheid niet te gebruiken. Hij beschouwt voor zijn verder bestaan de verzameling gemeenplaatsen, vooroordelen, brokstukken van ideeën of simpel lege woorden die het toeval in zijn hoofd heeft opgestapeld als een gewijd bezit, en hij zal ze overal poneren met een vermetelheid die alleen door zijn naïviteit is te verklaren.”
De columnist in mij buigt het hoofd, de filosoof in mij raakt geïntrigeerd. Ik sla een bladzijde om en pik gewoon ergens in de tekst terug op.
“Thans heeft de gemiddelde man echter zijn knottende “ideeën” over alles wat in het heelal gebeurt en moet gebeuren. Daardoor heeft hij het verleert te luisteren. Waarom zou hij luisteren als hij alles wat hij nodig heeft in zichzelf heeft? Het is thans geen tijd van luisteren, integendeel, hij moet oordelen, uitspraak doen over de dingen, beslissen. Er is geen vraagstuk meer in het openbare waarin hij zich niet mengt, zo blind en doof als hij is, en hij schrijft zijn “meningen” allerwege voor.”
Ik neem me voor om het boek, zoals het hoort, van begin tot einde te lezen en er de tijd voor te nemen. U zal nog even moeten wachten, eer ik u ook mijn meningen allerwege weer durf voor te schrijven. Ik verkies nog even het zwijgen.