“‘Eén achternaam, veel toekomst’
M'n eerste reactie was ongeloof, daarna verbazing, ik was een beetje perplex en ook wel geflatteerd. Enfin, ik voelde een beetje vanalles tegelijk. Bij de 25 invloedrijkste allochtonen in België te horen was een verrassing, maar vijfde te eindigen leek plots een Olympische overwinning; het voelt aan als belangrijk, maar ook een beetje raar. Misschien komt het door de combinatie van een woord dat je ruimte geeft: “invloedrijk”, naast een woord dat je eerder lijkt te begrenzen: "allochtoon".
In februari is het 50 jaar geleden dat België akkoorden sloot met Marokko en Turkije om gastarbeiders naar hier te halen. Sinds toen is de multiculturele maatschappij en het vocabularium dat erbij hoort in zekere zin ontstaan. De dag van vandaag is dat woord “allochtoon” zo ongedefinieerd geworden, dat bepaalde kranten het zelfs niet meer willen gebruiken. Het draagt een dubbele lading in zich. Is het een positief of negatief woord? Of hangt dat –voorlopig nog- af van de persoon die het woord gebruikt?
Allochtoon
Het betekent letterlijk “van een ander land zijn”. Daar is natuurlijk niets mis mee. Maar eigenlijk zou ik dan al gediskwalificeerd moeten worden in deze wedstrijd tot “Machtigste Allochtoon”, want ik ben “niet van een ander land gekomen”, ik ben wel degelijk in België, in Antwerpen geboren. Toch krijg ik een kans in deze wedstrijd. Omdat mijn vader, die uit Tanger, uit Marokko kwam, in Antwerpen kwam leven en werken in 1963. Dat is 51 jaar geleden, hem kon je nomineren, hij is een “authentieke” allochtoon. Blijkbaar is allochtoon zijn overdraagbaar, het woord blijft kleven aan je kinderen.
Vader trouwde met mijn Vlaamse moeder in 1966 en ik ben tien jaar later geboren. We zijn 2014 nu, ik ben binnenkort 38 jaar oud, heb hier altijd geleefd en spreek perfect het Antwerps dialect. Al die argumenten, al die getallen om maar effe te vragen of de tijdsfactor toch ook wel iets betekent als het gaat over afkomst.
Hoe lang duurt het voor je ergens aardt, voor een plek de jouwe wordt? Zijn er regeltjes om het etiket van allochtoon kwijt te spelen en het etiket autochtoon te verdienen? Is dat iets dat je zou moeten verlangen om een beter statuut te hebben in de maatschappij? Daarnaast wordt bijvoorbeeld m’n beste vriend wiens moeder uit Frankrijk komt en wiens vader Brusselaar is, nooit als “allochtoon” beschouwt. Hij is een typische Brusselaar.
Ik merk ook op dat om autochtoon te zijn, de Vlaamse roots vaak worden vermeld. Die “diepe” achtergrond geeft je rechten op het land, op de straten in Vlaanderen. Mag je je dan Vlaming noemen?
Vlaamse roots
M’n moeder is geboren in Antwerpen, net als ik. Haar vader kwam uit Overijse, Brussel, uit een grote familie, Van Der Schueren genaamd, hij was een van de 7 (!) kinderen.
De familie van mijn grootmoeder –haar meisjesnaam was Heijrman- komt uit Zwijndrecht, richting Burcht, Kruibeke voorbij. Zijzelf was opgegroeid in een tehuis op Linkeroever. Zij kwam ook uit een groot gezin, van 13 (!) kinderen, ze was het tiende kind en werd opgevoed door háár grootmoeder in dat tehuis, want haar éigen moeder stierf toen ze erg jong was. Het parcours van mijn Vlaamse grootmoeder was een complexe belevenis.
Op 13- jarige leeftijd werkte ze al als meid in een klooster. Het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog ontmoette ze m’n grootvader in een bioscoop, in 1944. Zes maanden later trouwde ze met hem, in die tijd gingen zulke zaken soms erg snel. Ze kregen twee kinderen, waarvan m’n ma de jongste was. M’n ma werd geboren in 1947. Een jaar later sloeg het noodlot in onze familie weer toe: moeder was slechts één jaar oud toen haar vader, mijn grootvader dus, stierf aan tuburculose.
Op z’n sterfbed hoestte hij z’n longen vol bloed nog uit over de lakens alvorens hen voor eeuwig te verlaten. M’n grootmoeder, sinds jaren bedreven in de kunst van het poetsen, waste het beddegoed opnieuw schoon alvorens de gemeenschap in te lichten van het overlijden van haar man. Ze had amper 4 jaar met hem geleefd, en daar stond ze dan, in de jaren vijftig, als alleenstaande moeder met twee dochters.
Het klinkt allemaal als in een roman. Toch is het allemaal echt gebeurd en nog zoveel meer… m’n Vlaamse grootmoeder en m’n moeder ook hebben veel meegemaakt, hun verhalen zijn episch, tragisch, fascinerend ook, vol details als in een Vlaamse kanttekening. Wat me opvalt is dat al die verhalen, als je ze in het heden brengt, nu ook gebeuren, maar in andere culturele contexten.
Ikzelf voel me niet geroepen mensen steeds in vakjes te steken of te definiëren. Hoe minder je het doet, hoe meer ze je zullen verrassen met hun diverse identiteiten.
Kinderarbeid, families met een groot aantal kinderen, onoverkomelijke ziektes, onverwachte sterfgevallen,… het klinkt voor mij als gebeurtenissen in een derdewereldland, maar dat gebeurde in Vlaanderen allemaal toen dus ook. Omdat ik hiervan een afstammeling ben, maakt dat me dan niet Vlaams genoeg? Of maakt die armoede me net niet Vlaams? Soms is het moeilijk te weten wat de criteria weeral zijn, ze veranderen zo vaak. Selectief Vlaanderen, Vlaming versus allochtoon.
De twijfeljaren
Even terug naar de jaren ’60: m’n moeder en vader ontmoetten elkaar in 1964 in de Congoboot, een café in Hoboken. Twee jaar later trouwen ze. In 1966 is m’n moeder 19, m’n vader 26. 6 jaar later krijgen ze hun eerste zoon, m’n broer. Ik kom dan weer onverwachts weliswaar, vier jaar later, in 1976, er ook bij.
Steeds bleef de vraag bovendrijven of ze –we- in Antwerpen zouden blijven of toch terug naar Marokko zouden keren om daar te gaan leven. De jaren gingen vooruit en uitstel werd afstel. De keuze kon niet meer anders dan in Antwerpen te blijven, we waren schoolplichtig, spraken vooral Nederlands en Frans. Maakt dit ons allochtoon, die ouderlijke onbeslistheid? Waren we ook allochtoon geweest in Marokko?
De afkomst versus de toekomst
M’n Vlaamse roots liggen in hardwerkende Vlaamse dames die het niet gemakkelijk hadden en gedreven verder werkten om het leven van hun kinderen en kleinkinderen gemakkelijker te maken. Daarnaast, parallel, heb ik m’n andere afkomst. Afstammeling zijn van de Cherkaoui-familie brengt me een andere fierheid. Het is een grote, genereuze familie, vol avontuurlijke ontdekkingsreizigers die zich verspreid hebben in Marokko zelf, maar ook in Spanje, in Frankrijk, in België of zich zelfs tot in Florida in de Verenigde Staten zijn gaan vestigen.
In België is het m’n naam, Cherkaoui, wat zoveel betekent als “komende uit het oosten”, die zorgt voor dat exotische dat me allochtoon maakt. Maar sluit dit uit dat ik mezelf ook Vlaming mag noemen? Dat is de kernvraag hier. Betekent de ene definitie dat een andere niet meer geldt? Het lijkt me erg gevaarlijk om de wereld zo op te delen. Een achternaam is een stempel die je afkomst verduidelijkt, maar hoeft niet je heden of toekomst te bepalen.
Om op de dag van vandaag nog opdelingen te maken tussen afkomstig van hier of van daar is een manier om mensen in weloverwogen vakjes te drukken, dat lijkt me erg gevaarlijk. Ik ben in Antwerpen geboren, m’n Antwerps accent is waarschijnlijk authentieker dan dat van menig politici in het gemeentehuis. Ik heb er geen probleem mee de allochtone stikker te dragen op m’n voorhoofd, maar hopelijk staat iedereen ook stil bij de gevaren van het afsluitend definiëren van elkaar op zulke manieren.
Het is niet het ene of het andere, niet allochtoon of Vlaming, maar allochtoon én Vlaming én Antwerpenaar. Anders is dat woord een manier om iemand aan de zijlijn te houden, eerder dan die persoon erbij te laten horen. Zoals een mens dokter en vader en een goeie tuinman kan zijn, kan je allochtone origines hebben en ook Vlaming of Belg zijn.
De ene definitie mag de andere niet uitsluiten. Enkel dan is het gebruik van een woord als “allochtoon” misschien te verantwoorden, of zelfs, en dat zou fijn zijn, verrijkend in de culturele uitwisseling. Immers de afkomst van je moeder vergelijken met de afkomst van je vader is een fascinerende oefening die ik iedereen aanraad. Alvorens anderen in zulke oppervlakkige vakjes te duwen, je eigen roots in vraag te stellen lijkt me wel een mooie zet.
Hoe dan ook, ik kies ervoor deze vijfde plaats met fierheid te accepteren, trots sta ik in die lijst, letterlijk in naam van m’n ouders. Ikzelf voel me niet geroepen mensen steeds in vakjes te steken of te definiëren. Hoe minder je het doet, hoe meer ze je zullen verrassen met hun diverse identiteiten. Ondertussen ben ik onwaarschijnlijk trots naast Stromae te staan, naast Meyrem Almaci ook. Great Kompany.