Een fibroscan van de samenleving

Column

De maand van Filip Keymeulen

Een fibroscan van de samenleving

Een fibroscan van de samenleving
Een fibroscan van de samenleving

Dakloosheid in Brussel wordt steevast vanuit hetzelfde perspectief in de media opgevoerd: dat van overlast. MO*columnist van de maand Filip Keymeulen is straathoekwerker bij de vzw Diogenes en is vertrouwd met de wereld van de Brusselse straatbewoners. ‘De geviseerde mensen worden niet gehoord.’

Dino / Konstantinos Tsanakas

Dino / Konstantinos Tsanakas

Dakloosheid en het zichtbare druggebruik in Brussel worden steevast vanuit hetzelfde perspectief in de media opgevoerd: dat van overlast. MO*columnist van de maand Filip Keymeulen is straathoekwerker bij de vzw Diogenes en is vertrouwd met de wereld van de Brusselse straatbewoners. ‘De geviseerde mensen worden niet gehoord.’

Half augustus circuleren op sociale media filmpjes over mensen, al dan niet dakloos, die met elkaar op de vuist gaan in het Brusselse Zuidstation. Men richt camera’s op vuilnis, op straatbewoners die op kartons slapen en op mensen die drugs gebruiken.

TikTok-gewijs komen de verschillende gezichten van miserie, die al jaren bekend zijn, de huiskamers binnen. Een terechte verontwaardiging ontstaat bij de bevolking, het beleid komt uit zijn zomerslaap.

Zaterdag 26 augustus. Een politiemacht van 200 agenten en een poetsploeg trekken door Brussel-Zuid en verwijderen zonder onderscheid iedereen die dakloos is.

De bagage die achterblijft, verdwijnt op een vrachtwagen. Elke hoek van het station wordt onder handen genomen, alsof het een late lenteschoonmaak was.

Zonder blozen noemt de pers deze actie ‘Operatie Opkuis’, terwijl het gaat over mensen.

Overlast?

Het is niet de eerste keer dat dakloosheid en het zichtbare druggebruik de Brusselse en zelfs nationale media halen. Telkens gebeurt dat vanuit hetzelfde perspectief: dat van overlast. Zelden stelt men de vraag op televisie hoe deze mensen hun precariteit beleven.

De geviseerde straatbewoners en druggebruikers worden niet gehoord.

Het gaat vaak over het ongemak dat buurtbewoners en pendelaars ervaren wanneer ze in aanraking komen met daklozen. Ze hebben genoeg van de hinder en schreeuwen het uit in een schrijven aan de minister-president van het Hoofdstedelijk Gewest of in de vele interviews die in het journaal verschijnen.

De geviseerde straatbewoners en druggebruikers worden niet gehoord. Men gaat stelselmatig voorbij aan de precariteit en men herleidt de miserie van deze mensen tot ‘storend’.

Het moet gezegd dat men niet alleen het aantal politieagenten wil vermeerderen, ook de sociale diensten worden versterkt. SubLink werd opgericht. Brusselse daklozenorganisaties en drughulpverlening slaan de handen in elkaar. Ze gaan samen de metro in om de bewoners van de ondergrondse te ontmoeten en met hen te werken aan hun zorgwekkende situatie. De bedoeling is om effectief tot zorg, inclusie, wonen, ontwenning … te komen.

Ondoordringbaar

Dat deze collega’s mooi werk leveren, daar ben ik een bevoorrecht getuige van. Mensen die voordien de weg naar de zorg niet vonden, krijgen nu toegang tot een dokter, medicatie en hospitalisatie. Er worden rechten geopend die eerder ontoegankelijk bleven.

Men doet aan ‘harm reduction’, men tracht met veel mensen op weg te gaan naar een ontwenningskuur. De zin om de dingen aan te pakken, is fel aanwezig, de knowhow ook.

Iemand die een ontwenningskuur wil volgen, moet ongeveer twee maanden wachten op een intakegesprek.

Wat niet volgt, is onze grote maatschappij, die wel ondoordringbaar lijkt te zijn. Door de enorme werkdruk bij de collega’s van het OCMW is het steeds moeilijker om een leefloon te verkrijgen en mensen op een professionele manier te onthalen.

Als straathoekwerker kunnen we zelden een straatbewoner die kampt met een verslavingsproblematiek of met mentale problemen — laat staan iemand die beide combineert — naar het OCMW doorverwijzen. Zo vermindert de kans dat zijn aanvraag geaccepteerd wordt om uiteindelijk te resulteren in een erkenning die toegang geeft tot een referentieadres en een uitkering. Zonder die mensen fysiek te begeleiden om hun aanvraag hard te maken, lukt het niet.

Iemand die een ontwenningskuur wenst te volgen, moet ongeveer twee maanden wachten op een intakegesprek. In het beste geval word je dan op een wachtlijst van enkele maanden geparkeerd.

Huisvestingsmarkt

Het is cynisch vast te stellen dat iemand die gebukt gaat onder een dubbele diagnose vaak uitgesloten wordt door die ‘andere’ problematiek. Is men psychotisch en verslaafd, dan is men enerzijds niet welkom in een residentieel afkickprogramma door de psychotische somatiek. Anderzijds is men niet graag gezien in een afdeling voor psychotici door de verslaving. Vaak krijgen deze mensen, ondanks al hun inspanningen en probleeminzicht, het deksel op de neus.

De private huisvestingsmarkt is door de hoge huurprijzen ontoegankelijk voor straatbewoners. De wachtlijsten voor een sociale woning lopen op tot twaalf jaar en meer.

Via specifieke woningprojecten kunnen we mensen wel degelijk huisvesten. Alleen is het aantal zeer beperkt en lijkt het een druppel op een hete plaat door de toename van het aantal mensen dat dakloos wordt.

Nochtans zien we dat het succespercentage heel hoog is voor diegenen die geselecteerd worden voor deze programma’s. Housing First, een specifieke methodiek om straatbewoners die leven met de dubbele diagnose, slaagt erin dat 90% van de mensen na twee jaar nog steeds wonen.

Deze projecten zijn het slachtoffer van hun eigen succes en zijn in Brussel voor het ogenblik zo goed als gesatureerd.

Ontoegankelijke maatschappij

Vanuit mijn vorige werkervaring in de jeugdzorg, nu bijna 20 jaar geleden, herken ik de successen van innovatieve hulpverleningsprojecten en de belemmeringen die de maatschappij creëert. Ik had het voorrecht om als jonge sociaal werker mijn ding te mogen doen in een project van contextuele hulpverlening met jongeren in moeilijke opvoedingssituaties.

We werkten met deze jongeren op een intensieve manier in hun thuissituatie. Daarbij verbeterden we de ouder-kindrelatie en werkten we aan herstel, zowel binnen de gezinscontext als naar de maatschappij toe.

Ook daar werden we al geconfronteerd met een maatschappij die haar rangen sloot en ontoegankelijk was. Een school vinden die zich engageerde voor een volledig schooljaar en eventueel een volgend, was allesbehalve evident.

Het is niet toevallig dat de jeugdzorg, net zoals de sector van de dak- en thuislozenzorg, geconfronteerd wordt met meer vragen dan de som van de hulpverleners aankan. De maatschappij is niet alleen niet-inclusief, ze stoot ook steeds meer mensen uit. Zo creëert ze voor meer mensen precaire levensomstandigheden.

Als ik door sociaal.net surf, zie ik dat vele andere sectoren in hetzelfde bedje ziek zijn. Mensen met een handicap worden steeds minder doorverwezen naar een dienst, maar naar een wachtlijst. Bijzonder onderwijs kampt met een personeelstekort. Deze leerlingen zijn vaak verplicht uren op de bus door te brengen als ze hun recht op onderwijs willen laten gelden.

Nood aan heelmeesters

De samenleving lijkt te zijn versteend, net zoals een lever die ten onder gaat aan cirrose. Ze wordt hard langs de buitenkant en krijgt littekenweefsel dat diep tot in de kern doordringt. De doorbloeding wordt steeds moeilijker en kan hierdoor steeds minder opvangen.

De menigte die nog verankerd lijkt, staat onder stress. Hoeveel mensen in onze nabije omgeving zuchten niet onder een burn-out? Hoeveel jongeren kloppen niet aan voor een therapie? Hoe vaak horen we niet dat er een lerarentekort is?

Zijn er beleidsmensen die luisteren naar de zorgen van de bevolking?

Ouderenzorg wordt voor velen onbetaalbaar. De middenklasse lijkt te moeten inleveren. Reizen is niet voor iedereen vanzelfsprekend, zelfs al heeft men een job. Door de vele eisen waaraan een woning moet voldoen, wordt wonen nagenoeg onbetaalbaar.

Deze aandoening heeft heelmeesters nodig, generalisten, die op een holistische manier de lever in zijn geheel verzorgen om de cirrose een halt toe te roepen zodat onze maatschappij kan regenereren naar een inclusieve samenleving.

Zijn er beleidsmensen die luisteren naar de zorgen van de bevolking, die oppikken wat collega’s uit de sociale sector observeren en ervaren, die rekening houden met resultaten en aanbevelingen van wetenschappelijk onderzoek?

Ik ben ervan overtuigd dat de recepten om dit proces een halt toe te roepen en te keren, zich vinden in de zachte aanpak en niet in het verderzetten van harde en bestraffende maatregelen. Het welzijn van ons allen staat op het spel, waardoor we steeds meer mensen dreigen te verliezen aan de schuldenindustrie, het druggebruik, de dakloosheid …