Honderd procent een ontkenning van de scheiding der machten
“‘Een koning zonder kleren’
Koning Coens (CD&V) is niet op de hoogte van het bestaan van de scheiding der machten, schrijft Walter Zinzen. Dat uitgerekend de onverkozen burger die Joachim Coens is, de pretentie heeft om te bepalen wat in het parlement gebeurt, is van een ongeëvenaarde brutaliteit.
Walter Zinzen
© Brecht Goris
Soms moet je open deuren in trappen omdat er te veel mensen denken dat ze dicht zijn. Zo bestaan er in ons land drie machten. De Fransman Charles Montesquieu bedacht ze al in 1748. Hij noemde ze de Trias Politica en ze zijn nog altijd het fundament voor een waarachtige democratie. Hij onderscheidde de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Bovenaan prijkt de wetgevende macht oftewel het parlement, de enige macht die door de burgers verkozen is. Daaronder staat de uitvoerende macht, de regering. Die wordt geacht de besluiten van het parlement uit te voeren, niet omgekeerd.
Een waarheid als een koe zal u zeggen? Dat weten we toch allemaal ?
Nee dus. Een zekere meneer Joachim Coens is daar geheel niet van op de hoogte. Dat heeft hij vorige week afdoende bewezen door te eisen dat het parlement de behandeling zou stoppen van een nieuwe abortuswet. Deze meneer Coens is sedert december vorig jaar voorzitter van een kleine partij, de CD&V. Het is het enige verkozen mandaat dat hij kan voorleggen. Hij zit in geen enkel parlement, heeft geen deel aan welke macht ook, hij vertegenwoordigt op geen enkele wijze de burgers, maar hij is wel één van de “drie koningen”. Zo noemen de media de heer Coens en zijn twee collega-voorzitters Lachaert van de Open VLD en Bouchez van de MR, respectievelijke de Vlaamse en de Franstalige liberalen.
Vergeleken met de staatsmannen die de CD&V in het verleden produceerde, is koning Coens een kabouter, een dwerg.
Deze drie heren hebben zichzelf tot informateur benoemd en proberen een nieuwe federale regering in elkaar te knutselen. Van die drie gedraagt de heer Coens zich als een echte koning, zo één waarvan Montesquieu het despotisme wou bestrijden. Wat Coens wil dat moet geschieden. Maar Coens is een koning zonder kleren.
Hij leidt een partij met een groots verleden. Ze produceerde staatsmannen, die de geschiedenis van ons land diepgaand hebben beïnvloed. Mannen – en vrouwen – van dit kaliber worden node gemist. Gaston Eyskens, Theo Lefèvre, Leo Tindemans, Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, wie van de huidige CD&V-toppolitici kan in hun schaduw staan? Vergeleken met deze heren is koning Coens een kabouter, een dwerg.
En ook zijn partij is gekrompen van een massabeweging, die met haar groot electoraal gewicht net zo haar voeten kon vegen aan de Trias Politica als Joachim Coens dat vandaag probeert te doen, tot een clubje met 12 van de 150 Kamerzetels. Niet voor niets noemden politieke tegenstanders België toen een CVP-staat. (CVP was vroeger de naam van de christen-democraten ). Maar toen in 1990 koning Boudewijn weigerde de wet te ondertekenen die abortus uit het strafrecht haalde, toverde premier Martens, zelf ook een tegenstander van die wet, een trucje [*] uit zijn hoed om ze toch van kracht te laten worden.
Hij had meer respect voor de wetgevende macht dan voor de onwil van de vorst – en zijn eigen overtuiging. Hij gedroeg zich, toen toch, als een echte democraat. Zijn opvolger, Jean-Luc Dehaene, was het in dit opzicht heel wat minder. In het regeerakkoord van Dehaene II (1995) stond een berucht geworden laatste zinnetje. De meerderheidspartijen beloofden daarin dat ze geen wetsvoorstellen in het parlement zouden indienen zonder instemming van alle andere coalitiepartners. Lees: zonder instemming van de CVP. Daarmee wou de CVP vehinderen dat haar onwelgevallige kwesties, vooral ethische, toch een meerderheid zouden vinden in het parlement. Het was dus de regering die besliste wat het parlement mocht doen en laten. Honderd procent een ontkenning van de scheiding der machten.
Parlementsleden moeten altijd en in alle omstandigheden kunnen stemmen volgens hun geweten. Maar dat gebeurt niet.
Exact dezelfde streek wil koning Coens uithalen met zijn eis om ethische kwesties uitsluitend te laten behandelen tijdens de regeringsonderhandelingen, die overigens nog niet eens begonnen zijn. Dat uitgerekend de onverkozen burger, die Joachim Coens is, de pretentie heeft om te bepalen wat in het parlement gebeurt, is van een ongeëvenaarde brutaliteit.
Toen zijn Franstalige liberale medekoning Georges-Louis Bouchez liet weten dat hij “zijn” parlementsleden de vrijheid liet om volgens hun geweten over de nieuwe abortuswet te stemmen, schorste de christelijke koning de formatiegesprekken zelfs op en toonde zich diep geschokt en gekwetst. Tot mijn grote verbazing kozen alle Nederlandstalige media de partij van Coens. “Bouchez vernedert CD&V” titelde zelfs een krant. Die Bouchez kan best een rare en onberekenbare kwast zijn, zoals onze Wetstraat-journalisten ons voorhouden te geloven, maar dit keer had hij gelijk, overschot van gelijk.
Parlementsleden moeten altijd en in alle omstandigheden kunnen stemmen volgens hun geweten. Maar dat gebeurt niet. De voorzitters van alle partijen eisen dat hun parlementsleden stemmen zoals zij het voorschrijven. Zij hebben de drie machten van Montesquieu met een vierde verrijkt: die van de particratie, die zowel de wetgevende als de rechtsprekende macht wil overheersen.
Coens is niet alleen een autoritaire figuur, hij is ook niet iemand die je op veel consequentie kunt betrappen.
Bouchez verdient dus eerder felicitaties dan verwijten. Maar ook hij beperkt de gewetensvrijheid van de volksvertegenwoordigers tot ethische kwesties. Als andere thema’s aan bod komen moeten ook de MR-parlementariërs doen wat hun voorzitter hen oplegt. Maar zelfs die uitzondering werd hem door weldenkend Vlaanderen kwalijk genomen. Want och arme, die Coens is een vrome katholiek en zijn zus is zelfs non, dan moet je toch begrijpen hoe gevoelig die abortuskwestie bij hem ligt. Dat begrijpen we zeer zeker, maar waar haalt hij het recht vandaan om de parlementaire democratie de nek om te wringen in naam van zijn gevoeligheid? Die vraag ben ik nergens tegen gekomen.
Coens is niet alleen een autoritaire figuur, hij is ook niet iemand die je op veel consequentie kunt betrappen. Al sedert het begin van zijn partijvoorzitterschap zeurt hij ons de oren van het hoofd dat de nieuwe federale regering een meerderheid moet hebben aan beide zijden van de taalgrens. Concreet betekent dat een regering met de PS en de N-VA. Nu is diezelfde Coens bezig met het knutselen aan een regering met de N-VA maar zonder de PS, de grootste partij in Wallonië. Een regering dus met een nog kleinere Franstalige minderheid dan die van het kabinet-Michel.
De N-VA deelt de minachting voor het parlement, die ook Coens kenmerkt.
Maar niemand die hem daarop aanspreekt. Ook stelt niemand de vraag waarom hij er per se de N-VA bij wil. Hij is kennelijk vergeten dat de huidige uitzichtloze crisis voor een groot deel veroorzaakt werd door de N-VA. Die heeft immers in december 2019 de regering doen vallen over het zgn. Marrakesh-pact, dat nochtans door een tweederde meerderheid in het parlement was goedgekeurd. De N-VA deelt dus de minachting voor het parlement, die ook Coens kenmerkt. Zou dat de reden zijn waarom hij er de N-VA zo nodig bij wil hebben?
In Wallonië worden de drie koningen de drie musketiers genoemd. De échte musketiers, die van Alexandre Dumas, waren dienaren van de koning. Hun leuze was “Eén voor allen, allen voor één!” Onze Waalse landgenoten vermoeden waarschijnlijk dat de drie partijvoorzitters in dienst staan van de bevolking, de soeverein van vandaag. Was het maar waar. Te vrezen valt dat hun Vlaamse bijnaam dichter bij de waarheid staat. Dat hun leuze veeleer die van de echte koningen van weleer is: ‘Allen voor mij!’
[*] De regering verklaarde de koning tijdelijk onbekwaam om te regeren en ondertekende zelf de wet. Nadien kreeg de koning zijn bevoegdheden terug.