Hopelijk blijven de getijden nog lang bij ons

Column

Wat zal het veranderende klimaat met ons gevoel van tijd doen?

Hopelijk blijven de getijden nog lang bij ons

Hopelijk blijven de getijden nog lang bij ons
Hopelijk blijven de getijden nog lang bij ons

Kun je nog vertrouwen op de ritmes van de tijd?, vraagt columnist Jan Mertens zich af. We verlangen naar een lineair tijdsverloop van het vooruitgangsdenken, en dat heeft de cyclische tijd van de natuur uit balans gebracht. ‘De klimaatverandering zal ons tijdsbesef fundamenteel onderuithalen.’

Jan Mertens: ‘In de harde roep om ‘perspectief’ hoor je ook iets over de tijd. Jonge mensen willen de veronderstelde zekerheid terug van een lijn die vooruit gaat.’

© Brecht Goris

Terwijl ik dit schrijf zit ik in het huis waar ik als kind opgroeide. De voorbije weken ruimden mijn zus en ik de spullen op. Straks komen de mensen van de kringwinkel om de laatste dingen op te halen.

Ik zit in het deel van het huis dat er al staat van toen ik nog in de kleuterschool zat. Als het huis helemaal leeg zal zijn, geven we de sleutels aan de nieuwe eigenaren en sluiten we daarmee een deel van onze geschiedenis af. Zo gaan de dingen.

Het huis blijft, maar wordt de plek van nieuwe verhalen. Het blijft, maar verandert ook heel langzaam. Misschien zullen de verhalen en de demonen van onze tijd er nog even rondhangen. Ze zullen zich vermengen met de geluiden van de kleine kinderen die nu al vooraan in het huis wonen en straks nog meer deze ruimtes tot de plek van hun fantasie en spel zullen maken.

Misschien zullen ze zich later nog mijn moeder herinneren, die ze toch ook een heel klein beetje als een soort reserve-oma waren gaan beschouwen. Misschien niet. Het is goed om nu even helemaal alleen hier te zijn. De afwezigheid is erg aanwezig, en dat is goed.

De afwezigheid is erg aanwezig, en dat is goed.

Ik vind het niet altijd gemakkelijk om de tijd te begrijpen. Wanneer je beide ouders dood zijn, is het een beetje alsof je plaats in de tijd verandert. Misschien had je bij leven net iets meer het gevoel van gedragen te worden door de tijd, en lijkt het na de dood alsof je een beetje verdwaald bent in een richtingloze leegte. Misschien voelde ik me altijd al een beetje verdwaald, maar er is toch iets veranderd.

Een lijn en een cirkel

Ik heb geleerd dat de westerse manier om naar de tijd te kijken meer lineair is en de oosterse meer cyclisch, of iets in die aard. Het is alsof de dood van mijn moeder en het loslaten van het huis van mijn jeugd iets laten zien over hoe de tijd in een lichaam kan bewegen. En dat zegt misschien iets over de grotere wereld.

Mijn grootvader Fons was geboren in 1900. Ik was blij met zijn tijd bij de mijne. Ik ben geboren in 1965. Naarmate ik opgroeide in de jaren ‘70 en ‘80, groeide er een kwaadheid in me. Ik was kwaad op die stomme wereld met die kernraketten en die kernenergie en die vervuiling en dat onrecht.

Het voelde alsof ik op een moment in de wereld was geworpen dat al een moment ‘na’ iets was.

Het voelde alsof ik op een moment in de wereld was geworpen dat al een moment ‘na’ iets was. Er was al iets te laat, er waren al krachten in gang gezet die oncontroleerbaar de verkeerde richting uit gingen. Iets was al uit de sporen.

Ik was al een beetje ontheemd door alleen al op dat moment geboren te zijn. Maar het gaf me rust om de verhalen van mijn grootvader, als was het een externe schijf, aan mijn hoofd toe te voegen. Zo was een stuk van mij al in het dorp voor dat moment van te laat zijn. Het was tijd als een soort lijn in me. Misschien doolde ik, maar ik kon me zo toch nog voorstellen dat er een thuis geweest was.

Soms betrap ik me erop dat ik blij ben dat ik niet in 1985 geboren ben, en dan schaam ik me voor die gedachte. En soms stel ik vast dat ik telkens opnieuw dezelfde verhalen vertel, met misschien telkens iets dat een beetje anders is. Een cirkel en een lijn.

Fons was schrijnwerker. Zijn twee zonen moesten ook naar de vakschool. Mijn vader studeerde daarna nog een hoop andere dingen, maar eerst was er het hout, en dat bleef ook wel. Alle dingen die hij kon, moest ik ook leren. Maar ik werd geen schrijnwerker. Af en toe komt daarover een verwarrend schuldgevoel.

Ik denk dat de woorden mijn hout geworden zijn, en dat is misschien ook wel goed. Alsof je wilt vooruitgaan en tegelijk hoopt dat er iets blijft. Alsof iets zich zou blijven herhalen, op een of andere manier, en dat je zo meer thuis zou zijn in de tijd, terwijl je vooruitgaat. Een lijn en een cirkel.

De streepjes op de muur

Ik was een kind, op de dool soms, in dit huis. Maar zelf heb ik geen kinderen. Ze hadden hier nu misschien met mij kunnen zijn en me vragen te vertellen over hoe het was vroeger.

Volgens sommige mensen die zelf kinderen en kleinkinderen hebben, is het een heel goede zaak voor het klimaat dat ik geen kinderen heb. Als ze dat zeggen, mag ik het ‘vooral niet persoonlijk nemen’. Ik beschik jammer genoeg niet over de nodige competenties om dat niet als persoonlijk aan te voelen. Het is gewoon een groot verdriet, niet meer en niet minder.

Je tijdgevoel van je eigen leven is voor een deel de tijd van je kinderen.

Het heeft ook mijn gevoel van tijd veranderd. Kinderen zijn tijd. Als je kinderen krijgt, worden zij op een bepaalde manier – of je dat nu wilt of niet – de zin van je leven, letterlijk en figuurlijk. Het is soms slopend en uitputtend, het kan je tot lichte radeloosheid brengen, en het kan je vervullen met een gevoel van thuis zijn in jezelf. Je tijdgevoel van je eigen leven is voor een deel de tijd van je kinderen: toen zaten ze op school, toen kregen ze hun eerste liefje, toen gingen ze studeren, toen ging het even fout, toen vonden ze een maatje, toen kregen ze kinderen.

Je wordt tegelijk een deel van een eeuwenoud ritme en er komt een lijn in je eigen tijd. Als je geen kinderen hebt, moet je in zekere zin voor een deel zelf de hele tijd de zin maken. Je voegt er dan misschien ook de tijd van andere kinderen aan toe: de kinderen van je zus, de kinderen van een geliefde. Tijd is een beetje als de streepjes op de muur die aangeven hoe groot jouw kind toen was en tegelijk ook de aarzeling om die streepjes weg te halen, alsof je daarmee iets van jezelf zou verliezen.

Een golf

Mijn grootvader Fons was denk ik een gelovig man. Mijn grootmoeder Julia denk ik iets minder. Ze vond het een betere gok om hier op aarde wat meer rijstpap te eten (en te maken voor ons) dan erop te rekenen dat ze ergens voorbij de horizon rijstpap met gouden lepeltjes zou eten.

Ik hoop altijd voor mensen die gelovig zijn dat ze zich gedragen voelen in de tijd. Die geborgenheid wens ik hun toe. Zelf vind ik het wel een fijn gevoel dat er niet ergens een god op mij wacht. Ik ben een hoopje natuurlijke grondstoffen die samen de energie van het leven dragen. Als ik sterf, kunnen die stoffen weer terug om zo een plekje te vinden in een ander onderdeel van de natuur. Ik verdwijn weer in de tijd en in de mensen die ik liefhad.

Zelf vond ik het altijd een beetje een rare gedachte dat de zin van mijn leven vooral elders zou liggen, aan de einder van een stijgende lijn, in een ander leven waar ik dan bevrijd zou zijn van zwaartekracht. Ik ben blij voor anderen dat ze er anders over denken en ik hoop dat het bij hen zorgt voor innerlijke vrede en zin.

Voor mij is het beeld van een golf genoeg. Een golf is iets als samengebald verlangen. De golf kan alleen identiteit zijn door tegelijk water te zijn en te blijven. De golf kan alleen zichzelf zijn door niet aan zichzelf te ontsnappen. En na het verlangen is er weer alleen maar zee. Een lijn en een cirkel.

Demonen in het moderne huis

Dat ik me ontheemd voelde in de tijd, ligt niet alleen aan mezelf en ook niet alleen aan dit huis waar ik me soms zo verdwaald voelde. Het gevoel van te laat zijn zegt ook iets over een fase waar de moderne wereld in terechtgekomen was.

Sinds het begin van de jaren ‘70 zagen we groeiende milieuproblemen, als symptomen van een misschien wat eenzijdige tijd. Een tijd die alleen maar lijn wilde zijn en liever niet wilde weten van de cirkel. Een tijd die dacht zich te kunnen ‘bevrijden’ van de aarde en mee daardoor nieuwe onvrijheden creëerde. Een vooruitgang die liever geen zwaartekracht heeft.

Het moderne denken heeft ons een fantastische droom gegeven. Armoede hoeft geen door goden gelegitimeerd lot te zijn.

Het moderne denken heeft ons een fantastische droom gegeven. Armoede hoeft geen door goden gelegitimeerd lot te zijn. Je kunt zelf mee de regie van je leven in handen nemen. Ik kon een ander vak leren dan schrijnwerker omdat ik een andere droom had, maar zonder die studiebeurs en al die mensen die me geholpen hebben zou het me misschien niet gelukt zijn.

Maar het moderne denken heeft ook schaduwkanten, er zijn ook demonen in het moderne huis. Als je die niet wilt zien, kom je in een moeras, en niet in het rijk van de vrijheid. Een eenzijdig vooruitgangsdenken dat geen rekening houdt met de planetaire grenzen zorgt voor minder vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. Als je je schaduw niet wilt zien, als je jezelf blind maakt, loop je tegen de muur.

De klimaatverandering is een symptoom van die blindheid. De eenzijdige lineaire tijd heeft de cyclische tijd uit balans gebracht. Je kon vroeger relatief gemakkelijk vooruit denken, omdat je er tegelijk op kon vertrouwen dat de seizoenen elkaar zouden opvolgen zoals ze altijd al hadden gedaan en dat eb en vloed zouden blijven komen.

Nu zijn de seizoenen uit balans. Op enkele dagen gaan we in februari van -15°C naar +17°C, en het maakt ons rusteloos en een beetje verloren. De huidige COVID-19-crisis leert ons veel over de nog grotere klimaatcrisis die zich op gang trekt. Onder meer over hoe we de tijd zullen ervaren.

In de harde roep om ‘perspectief’ hoor je ook iets over de tijd. Jonge mensen willen de veronderstelde zekerheid terug van een lijn die vooruit gaat. Andere mensen willen de rustige zekerheid terug van het vaste ritme van elke ochtend op het perron op je trein wachten om naar het werk te gaan.

In de harde roep om ‘perspectief’ hoor je ook iets over de tijd. Jonge mensen willen de veronderstelde zekerheid terug van een lijn die vooruit gaat.

Wat zal het veranderende klimaat met ons gevoel van tijd doen? Het houdt me vaak bezig.

Het moderne denken heeft ons veel dromen maar ook veel illusies gegeven. De illusie van controle over de werkelijkheid. De illusie van een scheiding of loskoppeling tussen de mens en de rest van de natuur. De illusie van zekerheid en volledige voorspelbaarheid.

Die illusies hebben voor een deel ook hun tegendeel gecreëerd. Dat mensen zich nu ontheemd voelen, komt ook omdat we nu al – met het beeld van Zygmunt Bauman – in een ‘fluid modernity’ leven. De door de mens veroorzaakte klimaatverandering zal ons tijdgevoel nog fundamenteler onderuithalen als we niet minstens proberen de beide tijden terug wat meer samen te brengen.

Zelf ben ik nog altijd een grote liefhebber van een klok met een wijzerplaat. Je ziet de tijd vooruit gaan, en tegelijk in een cirkel telkens weer terugkeren.

En nu ga ik nog wat dozen klaarzetten. Het huis is goed verlucht. De verhalen hebben me omringd. Alle spullen zijn door onze handen gegaan, als een traag ritueel in de tijd. Straks kunnen we de dingen loslaten in de zee. Hopelijk blijven de getijden nog lang bij ons.