Een simpele stap tegen haat

Column

Een simpele stap tegen haat

Een simpele stap tegen haat
Een simpele stap tegen haat

Vrijdag is de ramadan afgelopen. Hasna Ankal stelt een eenvoudig recept voor om het onbegrip en het racisme die ook hier in Europa tussen soennieten en sjiiten heersen, weg te werken. ‘Gedeelde maaltijden zijn ook aangeraden buiten de ramadan. Het is nooit te vroeg om een stap te zetten tegen haat.’

Mensen uitnodigen in je huis en hen een maaltijd aanbieden is een populaire en aanbevolen daad tijdens de ramadan. Deze mooie maand nadert zijn einde en ik hoorde vele vrienden en buren vertellen dat het jammer is dat ze niet veel mensen konden uitnodigen. De dagen zijn daarvoor te lang en de avonden te kort. Zelfs voor de taraweeh – de lange extra avondgebeden - was er dit jaar weinig tijd bij mensen met drukke agenda’s.

Wat ik extra jammer vind is dat velen onder ons, mezelf inbegrepen, geen tijd hebben gehad om eens een iftar te delen met een van de meest uitgesloten groepen moslims: sjiieten.

Ik ben geen fan van etentjes om haat tegen een bevolkingsgroep aan te pakken. Ik heb eerder gezegd dat als het beleid van een staat verantwoordelijk is voor uitsluiting en discriminatie, de oplossing allereerst in een ander beleid gezocht moet worden. Het beleid dat dan ter sprake moet komen is dat van Saoedi-Arabië. Het is deze staat die predikers aanmoedigt om te herhalen dat sjiieten niet te vertrouwen zijn en zelfs geweld en oorlogen tegen sjiieten goedpraat.

De iftars tonen hoe de uitsluiting van sjiieten in subtielere en minder gewelddadige vormen te zien is.

Maar als Belgische moslims hebben we geen of weinig invloed op Saoedi-Arabië. Dan lijken maaltijden een van de weinige middelen om toch een verantwoordelijkheid op te nemen.

Er zijn een aantal gebeurtenissen die me deden nadenken over het belang van maaltijden met soennieten en sjiieten aan tafel.

Allereerst zijn er de iftars. Ze tonen hoe de uitsluiting van sjiieten in subtielere en minder gewelddadige vormen te zien is. Vele soennitische moslims in Europa investeren veel in iftars met niet-moslims terwijl we tegelijk geen sjiieten of andere niet-soennitische moslims in onze buurt willen. Zelfs politici die hoofddoekverboden in stand houden of praktijktesten tegen racisme onmogelijk maken, zijn welkom aan onze tafels en in onze moskeeën terwijl sjiieten ongewenst blijven. Ik veralgemeen hier, maar het is een duidelijke trend die in de laatste tien jaren weinig veranderd is.

Die trend zit in mijn achterhoofd bij het lezen over het geweld van de voorbije week in het Algerijnse Ghardaïa. Ik las over minstens 22 doden in deze streek bij een conflict tussen Mozabieten, een Berbers volk dat een islamitische stroming volgt die verschilt van zowel die van soennieten als die van sjiieten aan de ene kant, en Arabieren die een soennitische stroming volgen aan de andere zijde. Ik las ook dat bij dit geweld socio-economische uitsluiting een grote rol speelt, maar dat een deel van het probleem te maken heeft met religieuze oproepen tot geweld tegen Mozabieten omdat ze afwijken van het dominante soennitische geloof.

Zijn moeder wou ineens geen vlees meer kopen bij de slagerij waar ze al tien jaren gaat omdat ze hoorde dat de slager een sjiiet is.

Net na het lezen hierover vertelt een vriend in België hoe hij zich ergert aan de vijandigheid tegen sjiieten die hij in zijn eigen familie voelt. Zijn moeder wou ineens geen vlees meer kopen bij de slagerij waar ze al tien jaren gaat omdat ze hoorde dat de slager een sjiiet is.

Dit zijn enkele van de situaties waarin ik de voordelen merk van een status als soenniet in een moslimgemeenschap. In een gezelschap van onbekende moslims hoef ik geen negatieve blikken of opmerkingen te verwachten als ik bevestig dat ik soenniet ben. Er zijn voor soennieten meer iftars waar we welkom zijn, ook al hebben we er geen tijd voor.

In de ramadan van volgend jaar zullen de uren weer te kort zijn voor maaltijden waar we anderen uitnodigen. Maar daar hoeven we geen jaar voor te wachten. Gedeelde maaltijden zijn ook aangeraden buiten de ramadan. En het is nooit te vroeg om een stap te zetten tegen haat.